Vind de columns van financiële experts op deze pagina.
Obligatiebeheer: een keerpunt
Door Bastian Gries, Hoofd Investment Grade Bonds bij ODDO BHF Asset Management
21 November 2023
De waarschijnlijkheid van een piek in het monetaire verkrappingsbeleid van centrale banken kan beleggers aanmoedigen om een positie te nemen in obligaties om te profiteren van aantrekkelijke instapmomenten.
Ondanks aanzienlijke renteverhogingen hebben de markten dit jaar verrassend goed stand gehouden en hebben beleggers kunnen genieten van mooie rendementen op risicovolle beleggingen, ondanks toegenomen systeemrisico’s. Hoewel de monetaire verkrapping nog niet volledig heeft doorgewerkt, vertoont de inflatie nu een neerwaartse trend, ondanks de nog steeds hoge cijfers. Centrale banken lijken dus hun piek te hebben bereikt wat betreft renteverhogingen, wat een positief punt is voor obligatiemarkten, omdat het bereiken van de piek van een renteverhogingscyclus een gunstig klimaat vormt voor langlopende obligaties.
Asynchrone veranderingen in rentecurves
Hoewel de meeste waarnemers deze piek voor lief nemen, is het belangrijk op te merken dat de rendementscurves van de verschillende economische zones om een aantal redenen aanzienlijk verschillen. Deze omvatten de verlaging van de kredietwaardigheid van de VS, de verandering in de Japanse strategie om de rentecurve te beheersen en de onverwachte toename van het nieuwe obligatie-emissieprogramma van de Amerikaanse overheid.
Al deze factoren komen bovenop de macro-economische data en laten ons niet toe te anticiperen op een snelle resynchronisatie. De voorlopende economische indicatoren in de Verenigde Staten verbeteren licht, terwijl het momentum in de eurozone blijft verzwakken en de cijfers uit China eerder fragiel blijven. We bevinden ons dus in een onzekere omgeving, wat relatief gebruikelijk is aan het einde van een cyclus, maar die de algemene trend naar stabilisatie of zelfs toekomstige renteverlagingen niet in twijfel trekt. Als de inflatie blijft dalen, zullen centrale banken hun monetaire beleid natuurlijk moeten versoepelen om te voorkomen dat ze ongewild te restrictief worden.
Mogelijkheden voor elk type belegger
In deze context is het goed om te onthouden dat een aanhoudende economische vertraging een gunstig klimaat zou zijn voor obligaties. Sterker nog, in dergelijke fasen presteren ze meestal beter dan rendementen op andere activaklassen zoals aandelen, vooral als we rekening houden met de aanzienlijke bijstelling van risicopremies en rentebewegingen in de afgelopen twee jaar. Hoewel de economische groei in de eurozone momenteel minder dynamisch is dan in de Verenigde Staten, lijken beleggingen in euro’s op de kredietmarkt in dit opzicht voordeliger dan beleggingen in dollars, omdat ze een betere risicopremie bieden.
Voor relatief risicomijdende beleggers hebben kortlopende Investment Grade obligaties, met looptijden van twee tot drie jaar, dus veel te bieden. Deze effecten bieden rendementen die vergelijkbaar zijn met die van de markt, maar zijn veel minder gevoelig voor grote veranderingen in rentevoeten. Minder risicomijdende beleggers kunnen op hun beurt ook besluiten om meer kredietrisico te accepteren en kiezen voor een blootstelling aan High Yield obligaties om te streven naar rendementen van meer dan 6%.
Tegen een achtergrond van aanhoudende recessierisico’s, dalende inflatiedruk en een pauze in de activiteiten van de centrale banken, is het bovendien belangrijker dan ooit om de duration van portefeuilles geleidelijk te verhogen om te profiteren van veel aantrekkelijkere rendementen op de middellange termijn.
Tot slot, wat de sector betreft, vallen banken op met rendementen van rond de 4,5% en risicopremies die nog steeds hoog zijn in vergelijking met bedrijfsobligaties buiten de financiële sector, hoewel ze veel minder risicogevoelig zijn. Hetzelfde geldt voor AT1 achtergestelde obligaties, hoewel deze beter via gepoolde fondsen kunnen worden belegd dan rechtstreeks.
Kortom, het vooruitzicht van stabiliserende rentevoeten, of zelfs monetaire versoepeling, moet door beleggers worden gezien als een goed moment om hun blootstelling aan de obligatiesector opnieuw tegen het licht te houden om te profiteren van de rendementskansen die deze sector biedt.
Redactie afgerond in november 2023
EM-overheidsobligaties: interessante diversificatie
Door Trade Republic
20/11/2023
Beleggers halen nogal snel hun neus op om te beleggen in de kredietmarkten van de opkomende landen maar vandaag vallen er mooie rendementen te rapen. Dat is zeker het geval met overheidsobligaties want steeds meer landen hebben de inflatiecijfers onder controle en hun huishouding in orde waardoor renteverlagingen (en hogere obligatiekoersen en extra rendement) tot de mogelijkheden behoren. Voor een belegger met een gespreide portefeuille biedt het daarenboven extra mogelijkheden om te diversifiëren.
Zware terugval
Veel beleggers laten vandaag obligaties uit opkomende markten of Emerging Markets (EM), zowel overheids- als bedrijfspapier, links liggen en daar zijn verschillende redenen voor. Enerzijds is het rendement op obligaties van de westerse landen nu aantrekkelijk genoeg. Op Amerikaans staatspapier kan vandaag reeds een rendement van boven de 5% worden gerealiseerd. Dus waarom extra risico’s aan boord nemen om papier te kopen van landen met een (traditioneel) lagere kredietwaardigheid, redeneren velen. En precies door die oplopende Amerikaanse rente heeft het EM-segment, vooral in 2022 en in Q3 van 2023, rake klappen gehad. Een beetje TARA (there is a reasonable alternative) speelt dit marktsegment dus parten. Anderzijds hadden velen gehoopt dat een sterk herstel van de Chinese economie de opkomende economieën als locomotief op sleeptouw zou nemen. Nu blijkt dat deze Chinese economie voor het moment een papieren tijger is, bestaat de kans dat de economische groei in veel opkomende landen lager zou kunnen uitvallen dan verwacht waardoor veel beleggers de boot afhouden.
Hoop op beterschap
Het negativisme op het marktsegment van EM-overheidsobligaties uitgedrukt in dollar, en de meeste obligaties in dit segment worden nu eenmaal in de Amerikaanse munt uitgegeven, is zo uitgesproken dat het rendement op dit papier (zo’n 9%) vandaag hoger ligt dan het dividendrendement op EM-aandelen (zo’n 8,6%). In normale omstandigheden bedraagt het verschil 2 tot 6% in het voordeel van aandelen. De voorbije 20 jaar is die inversie slechts twee keer gebeurd: tijdens de grote financiële crisis in 2008 en toen Covid uitbrak begin 2020. Dat zijn twee momenten dat de (financiële) wereld op haar grondvesten daverde. Een extra reden voor deze ommekeer is de toegenomen vrees dat sommige EM-landen niet aan hun financiële verplichtingen zullen kunnen voldoen. Men wil dan ook duidelijk vergoed worden voor dit hogere risico.
Maar deze vrees vinden we ongegrond omdat de meeste opkomende landen een lagere schuldgraad hebben dan die in de OESO landen. Het is zelfs zo dat indien het monetaire beleid in het westen lang restrictief blijft (een hoge rente voor een langere periode), de financiële situatie eerder precair zal worden in de OESO-landen dan in de opkomende markten. Daarenboven hebben de meeste opkomende landen hun inflatie onder controle en zitten ze al verder op de curve, die snelle renteverlagingen tot gevolg kunnen hebben met Brazilië en Zuid-Afrika als voorbeelden. Daarenboven zorgt de zwakke Chinese economie voor deflatoire druk.
Op de koop toe begint de economische groei in veel opkomende landen weer aan te trekken, dankzij een sterke heropleving van de consumentenuitgaven.
En wat met die geopolitieke spanningen die toch vrij hoog liggen vandaag? Conflicten zijn er altijd geweest maar de huidige spanningen hebben een andere dimensie gekregen met een toegenomen fragmentatie en een aantal landen uit het zuiden dat elkaar gevonden hebben. De kans is groot dat het economische zwaartepunt minder westers zal worden en naar het oosten en zuiden zal opschuiven. Precies door die fragmentatie en geopolitieke onzekerheid, die nog jaren aanwezig zou kunnen zijn, zal men globaler moeten diversifiëren op het vlak van obligaties. Nog een extra argument om EM-schuldpapier te omarmen.
Ruime EM-portefeuille met ETF
Door al die onzekerheid en de fors opgelopen Amerikaanse rente is er een scheeftrekking ontstaan waardoor de gemiddelde waardering in dit marktsegment van EM-overheidsobligaties uitermate aantrekkelijk is geworden. Het moge dan ook duidelijk zijn dat voor het nemen van dit (door de markt gepercipieerde hogere) risico, men meer dan billijk wordt vergoed. Op jaarbasis kan men in dollar een rendement van 9% opstrijken. Aangezien steeds meer marktwaarnemers ervan uitgaan dat de Amerikaanse rentevoeten, zowel op de korte als lange termijn nog weinig opwaartse ruimte hebben, is de kans klein dat deze EM-rendementen (en de koersverliezen) nog verder zullen oplopen.
Naast het hoge rendement kan dit marktsegment, gezien de lage gemiddelde correlatie met westerse markten en obligaties, een extra diversificatiecomponent in een gespreide portefeuille zorgen. Het is vandaag niet onbelangrijk om een portefeuille uit te bouwen die alle watertjes kan doorzwemmen en in alle marktomstandigheden extra weerbaarheid heeft.
Goed moment om small caps op te bouwen
23/10/2023
Door F.M.
Twee beheerders van fondsen gespecialiseerd in Europese small caps en microcaps van de Frans-Duitse vermogensbeheerder Oddo BHF, Guillaume Chieusse en Armel Coville vinden beleggen in small caps vandaag een opportuniteit. De waardering van dit marktsegment is aantrekkelijk terwijl er, ondanks de moeilijke marktomstandigheden, nog steeds veel kleinere marktkapitalisatie sterker groeien dan de markt.
Ondergewaardeerd
Guillaume Chieusse geeft aan dat hij samen met zijn team zoekt naar bedrijven die een sterke ontwikkeling kennen, waarde creëren en een positief winstmomentum hebben en dat tegen een aanvaardbare prijs. ‘Dat momentum vinden we door het gunstig marktsentiment te combineren met de winstdynamiek. De winstgroei van de ondernemingen uit onze portefeuilles ligt trouwens dubbel zo hoog als het marktgemiddelde.’
Hij wijst erop dat smallcaps het al anderhalf jaar minder goed dan het marktgemiddelde en sinds begin dit jaar heeft die zwakke trend zich zelfs nog versneld. ‘Het zijn vooral aandelen met een marktkapitalisatie van minder dan 1 miljard EUR die het minst goed scoren (-5,5% op jaarbasis) tegenover een winst van 8% voor bedrijven met een marktkap tussen 1 à 3 miljard EUR en +24,1% voor ondernemingen die zwaarder dan 3 miljard EUR wegen op de beurs.’ Als redenen voor het achterblijven, ziet Chieusse de lagere liquiditeit van small caps en een verminderde risicobereidheid bij beleggers. ‘Beleggers hebben het afgelopen jaar vooral hun heil gezocht in grote waarden zoals de fameuze Magnificent Seven in de VS. Dat geldt ook bij ons: als we Novo Nordisk weghalen uit de Scandinavische index dan staat ze negatief voor het jaar.’
De beheerder heeft vastgesteld dat tijdens de laatste 4 keer crisissen small caps beginnen te outperformen eenmaal de markt begint te normaliseren. Hij onderstreept dat dit ook deze keer het geval zou kunnen zijn. ‘Als we kijken naar de beursprestatie van de voorbije 10 jaar dan zage, we dat de sterkere prestatie van small caps vooral werd gedragen door een hogere winstdynamiek. Recent ging evenwel alle outperformance verloren hoewel het fundament van een sterkere winstgroei intact is.’
Vandaag zijn ze bij ODDO BHF van mening dat er een onderwaardering van small caps is. ‘Zeker als we naar de EV/EBITDA-ratio kijken, die 13% onder zijn gemiddelde van de voorbije 15 jaar staat. Hetzelfde geldt voor de koers/winst-verhouding die vandaag op 13,6 prijkt terwijl dat het langetermijngemiddelde rond de 19 à 20 schommelt. Dit geeft aan dat er opportuniteiten te rapen vallen.’ Daarnaast duidt Chieusse ook graag aan dat small caps minder schulden torsen dan de grote kapitalisaties en dat ze dus minder de impact van de hogere rentevoeten voelen dan men zou denken. Kleine bedrijven tellen meer familiale aandeelhouders en zijn dan ook wat voorzichtiger.
Voor hem zou het voldoende zij dat enkele grote vermogensbeheerders, vooral uit de Angelsaksische wereld, weer volop de kaart van small caps trekken om een inhaalbeweging in gang te zetten. ‘En we rekenen er ook op dat er om ESG-redenen meer voor Europese small caps zal worden gekozen ten nadele van de Aziatische tegenhangers,’ besluit hij.
Concrete keuzes en thema’s
De beheerders van ODDO BHF AM gespecialiseerd in kleinere waarden gaan altijd op zoek naar groeiwaarden en komen dan automatisch uit op thema’s die in de lift zitten. ‘We zetten in op marktsegmenten waarvan we uitgaan dat ze een hogere dan gemiddelde groei zullen neerzetten,’ zegt Chieusse. ‘Je zal bij ons dan ook weinig bedrijven uit de grondstoffensector, energie en financiën vinden: hun groeivooruitzichten zien er te beperkt uit.’
Armel Coville vult aan dat ze daarentegen wel inzetten op digitalisering waardoor ze automatisch uitkomen bij technologiewaarden. ‘Dat mag niet verbazen want we leven steeds meer in een digitale wereld. Ook consumptiekampioenen en gezondheidszorg hebben een plaatsje gekregen in onze portefeuilles. De veroudering van de bevolking zal in Europa een enorme impact hebben waardoor de gezondheidssector niet mag ontbreken: de groei zal hoger dan de rest van de economie. Industriële kampioenen die vooral actief zijn in specifieke niches hebben we eveneens opgenomen zoals flessenmakers. Glas neemt een almaar groter deel van de markt in dankzij het circulaire aspect. Daarenboven zijn er weinig spelers en kunnen ze gemakkelijk hun prijzen verhogen. De instapdrempel ligt nota bene enorm hoog. En sinds 2022 zetten we enorm in op herlokalisatie omdat onder meer de oorlog in Oekraïne heeft aangetoond dat we veel te afhankelijk waren van het buitenland. ‘
De rente is weer van de partij
Door Olivier de Berranger, Afgevaardigd Bestuurder en CIO, en Alexis Bienvenu, Beheerder, La Financière de l’Echiquier (LFDE)
Oktober 2023
Een nieuw tijdperk van overvloed is aangebroken. Helaas niet in politieke, sociale, ecologische of zelfs economische termen. Maar voor obligatiehouders. Na meer dan tien jaar is de tijd teruggekeerd waarin obligaties geld opleverden voor weinig of geen risico.
Zoals in elke zoektocht, moesten beleggers veel doorstaan om dit Eden te vinden. Ze boden zelfs het hoofd aan nul of zelfs negatieve rentes. In 2020 moesten ze zelfs instemmen met leningen op 100 jaar aan de Oostenrijkse overheid tegen een magere 0,85%. Vervolgens moesten we 2022 meemaken, toen zelfs de minst riskante obligaties, zoals de Duitse 10-jaars, met meer dan 20% daalden. Tegelijkertijd ging de inflatie tekeer en bereikte die bijna 10% op één jaar. Het reële kapitaalverlies op deze kwaliteitsobligaties bedroeg meer dan 30%! En 2023 versterkt deze verliezen.
Weer normaal
Maar al deze tegenslagen hebben geleid tot een genormaliseerde, bijna optimale situatie: leningen aan Duitsland leveren nu bijna 3% per jaar op over 10 jaar, en aan de Verenigde Staten bijna 5%. Voeg daar nog eens ongeveer 2% aan toe voor leningen aan kwaliteitsvolle bedrijven…
Toegegeven, deze nieuwe wereld – of deze terugkeer naar de oude – is niet zo rooskleurig als het lijkt. Obligaties met een korte looptijd die zijn uitgegeven door overheden die als solide worden beschouwd, leveren bijvoorbeeld meer op dan obligaties met een lange looptijd, een onevenwichtigheid die op een dag zich weer zal herstellen. De rendementsverschillen tussen staats- en bedrijfsschulden liggen op een gemiddeld niveau, niet hoog, waardoor er ruimte is voor mogelijke dalingen in het geval van een economische crisis die leidt tot wanbetalingen. En de inflatie is nog steeds niet volledig onder controle, hoewel we wel in de buurt komen. Ze haalt nog steeds een paar “echte” procentpunten van de nominale rendementen af.
Herfinanciering en carry
Tot slot is er reden tot bezorgdheid over de houdbaarheid van zulke hoge rentes voor bedrijven en overheden met een gespannen balans. Deze bedrijven en overheden waren tot nu toe beschermd door schulden die voornamelijk waren aangegaan toen de rente laag was, naar naderen nu onvermijdelijk het moment waarop ze zich zullen moeten herfinancieren tegen hogere rentes. Dit zou fataal kunnen zijn voor de meest kwetsbare emittenten… en hun schuldeisers.
Maar voor schuldeisers ligt de oplossing juist daar waar zich het probleem van de debiteuren bevindt: de obligatiecarry is nu voldoende om ervoor te zorgen dat elke wanbetaling op een goed gediversifieerde portefeuille snel wordt goedgemaakt door het rendement op de andere effecten. En een verdere rentestijging die de prijs van reeds uitgegeven obligaties zou beïnvloeden, zou binnen een redelijke tijd worden gecompenseerd door een carry die weer aanzienlijk is geworden. In ieder geval zou de situatie veel gunstiger zijn dan niet zo lang geleden!
Natuurlijk treft de huidige omgeving de debiteuren, die er alles aan moeten doen om deze nieuwe last te compenseren. Ze moeten veeleisender of minder vrijgevig zijn tegenover hun klanten, werknemers, aandeelhouders of trustees. De inkoop van eigen aandelen door Amerikaanse bedrijven, die de aandelenkoersen ondersteunde, is al afgenomen.
Maar een wereld van overwelvarende schuldeisers zou de kiem van zijn eigen ondergang kunnen dragen. Zowel bedrijven als overheden zouden hun financiële soliditeit bedreigd zien.
Draaglijke dreiging
Op dit moment is de dreiging gelukkig draaglijk. De markt verwacht minder hoge beleidsrentes in de komende kwartalen. De centrale banken zullen er bovendien op toe zien het systeem niet te verzwakken. Ze zullen hun huiswerk doen zodat het obligatietijdperk niet opnieuw verloren gaat.
De obligatiefondsen en -segmenten zijn even veeleisend als altijd over de kwaliteit van emittenten maar worden momenteel gestimuleerd door de kansen die zich aandienen na zoveel jaren van schaarste en ze profiteren dan ook van deze nieuwe context. Want zelfs als de wind gunstig waait, zullen er altijd teleurstellingen zijn. Zowel in obligaties als in aandelen blijft een goede selectie aan de orde van de dag.
Disclaimer: De geuite meningen komen overeen met de overtuigingen van de auteurs. LFDE kan hiervoor in geen geval aansprakelijk worden gesteld. De vermelde waarden en sectoren worden als voorbeeld gegeven. Hun aanwezigheid in de portefeuille is niet gegarandeerd.
Groene transitie biedt beleggers kansen
Door J. Safra Sarasin
16 oktober 2023
De huidige koolstofemissiereductiedoelen en toezeggingen zijn niet voldoende om de opwarming van de aarde tegen het einde van de eeuw onder de 1,5 graden Celsius te houden. Aanzienlijke inspanningen om uitstoot te verminderen zijn nodig zijn nodig om dit objectief te bereiken. De groene transitie biedt echter een aantal interessante investeringsmogelijkheden. Volgens verschillende schattingen zouden de huidige doelstellingen en toezeggingen leiden tot een opwarming van de aarde van ruim meer dan 2°C tegen het einde van de eeuw ten opzichte van het pre-industriële niveau. Daarom zijn er sterkere koolstofemissiereductieplannen nodig om de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur te beperken.Dit in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs uit 2016, die ernaar streeft om de opwarming van de aarde onder de 2°C te houden, en idealiter op maximaal 1,5°C.
Eerdere pogingen om de klimaatverandering in te dammen zijn tot nu toe mislukt. Gebrek aan politieke consensus, vergunningsproblemen en financieringsmoeilijkheden zijn de meest genoemde redenen die hebben geleid tot zwakker dan verwachte inspanningen om de klimaatverandering tegen te gaan.
Trage vermindering broeikasgasemissies
Talrijke emissiereductie- en netto nul-emissiedoelstellingen werden ook gewogen in de uiteindelijke analyse, en slechts enkele van deze doelstellingen werden opgenomen in de wetgeving. Ook de grootste uitstoters van broeikasgassen zijn in het verleden relatief traag geweest met het verminderen van hun emissies.
De Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC) schat dat we de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 43% moeten verminderen ten opzichte van 2019 om de doelstelling van de Overeenkomst van Parijs te halen. Hiervoor zijn grote decarbonisatie-inspanningen nodig, voornamelijk door een aanzienlijke vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen voor energieopwekking, verwarming en transport.
Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) liet de wereldwijde energieopwekkingsindustrie in 2022 de grootste CO2-uitstoot (14,6 gigaton) van alle sectoren zien.
Beleggingsmogelijkheden
Aangezien de groene transitie zich in de meeste sectoren nog in een vroeg stadium bevindt, zullen bedrijven die zich richten op decarbonisatieprocessen met lage koolstofuitstoot of koolstofafvang profiteren van structureel hogere groeipercentages op de middellange en langere termijn ten gevolge vaneen sterkere vraag en mogelijk nieuw beleid gericht op het terugdringen van emissies.
Hoewel we kunnen discussiëren over de snelheid van de groene transitie, zijn de decarbonisatietrends in de belangrijkste sectoren vrij duidelijk. Bij het beoordelen van bedrijven kan men proberen o inzicht te krijgen in de kostenconcurrentiepositie van de producten en technologieën, hun verwachte penetratie, de toetredingsdrempels tot de sector en de concurrentiedynamiek.
De groene transitie is gaande in de meeste sectoren en biedt aantrekkelijke investeringsmogelijkheden. Producenten van bouwmaterialendie isolatiematerialen en warmtepompen maken, bieden interessante mogelijkheden. Er zijn ook aanzienlijke kansen in de waardeketens van de productie van elektrische voertuigen, de productie van schone energie en precisielandbouw, om er maar een paar te noemen.
Groen beleggen met vertrouwen
Door Eugen Biller, portefeuillemanager obligaties bij ODDO BHF Asset Management GmbH
25 September 2023
Duurzaam beleggen is aan een opmars bezig, zoals blijkt uit het groeiende aantal beleggers dat op zoek is naar oplossingen die niet alleen potentiële rendementen genereren, maar ook projecten ondersteunen die een tastbare en blijvende impact hebben op het milieu.
De behoefte aan transparantie
Bovenal willen milieubewuste beleggers precies weten wat er met hun geld gebeurt.
Op het gebied van transparantie nemen groene obligaties een speciale plaats in binnen de wereld van duurzaam beleggen, omdat ze onderworpen zijn aan specifieke principes (Green Bond Principles, GBP), een gemeenschappelijke standaard die in 2014 is vastgesteld door de emittenten die lid zijn van de International Capital Markets Association (ICMA). Groene obligaties zijn effecten waarvan het kapitaal uitsluitend wordt gebruikt voor de financiering of herfinanciering van nieuwe of bestaande in aanmerking komende groene projecten.
Een gevestigd regelgevend kader
De Green Bond Principles zijn richtlijnen voor transparantie en verslaglegging die vrijwillig worden toegepast door emittenten om de integriteit van deze markt te helpen bevorderen. Ze bieden een duidelijk kader voor de uitgifte van groene obligaties.
De GBP’s zijn gebaseerd op vier belangrijke principes:
- Gebruik van opbrengsten
- Het projectevaluatie- en selectieproces
- Beheer van de ingezamelde fondsen
- Rapportage
Tot de subsidiabele groene projectcategorieën behoren hernieuwbare energie, energie-efficiëntie, preventie en bestrijding van vervuiling, duurzaam beheer van levende natuurlijke hulpbronnen en bodems, behoud van terrestrische en aquatische biodiversiteit, schone transportmiddelen, duurzaam beheer van watervoorraden, aanpassing aan klimaatverandering, groene gebouwen en producten, productietechnologieën en processen die zijn aangepast aan de circulaire economie.
Sindsdien heeft de Europese Commissie het eerste wettelijke regelgevende kader voor deze snelgroeiende beleggingscategorie vastgesteld door de European Union Green Bond Standard (EUGBS) aan te nemen, met de bedoeling om er een wereldwijde benchmark van te maken.
Immense financieringsbehoeften
De transformatie die nodig is om te voldoen aan de klimaatdoelstellingen van de Overeenkomst van Parijs zal de komende decennia enorme investeringen vergen. Obligaties zijn een essentiële beleggingscategorie om de financiering van dergelijke grootschalige projecten te garanderen en beleggers tegelijkertijd een meetbaar rendement te bieden. Duurzame obligaties bieden beleggers dus de kans om rechtstreeks specifieke projecten te financieren die de economie kunnen helpen transformeren.
De markt voor duurzame obligaties in de breedste zin van het woord, die niet alleen groene obligaties omvat, maar ook sociale obligaties (die tot doel hebben armoede te bestrijden of de bouw van sociale woningen aan te moedigen) en duurzame obligaties (die rekening houden met zowel ecologische als sociale doelstellingen), groeit snel. Het volume van de lopende emissies is tussen 2000 (250 miljard euro) en nu (ongeveer 1 400 miljard euro)1 vervijfvoudigd.
Bijna driekwart hiervan zijn groene obligaties.
Dit is een welkome ontwikkeling voor beleggers. Het groeiende aantal emittenten verbetert niet alleen de diversificatiemogelijkheden, maar ook de liquiditeit van de markt. Daarbij komt dat duurzame obligaties een relatief lager kredietrisico hebben. Volgens onze analyse worden de markt gedomineerd door semi-overheidsinstellingen en niet-cyclische bedrijven, waardoor ze solide ratings en een defensief profiel hebben. Maar zoals bij alle obligaties is een grondige kredietrisicoanalyse essentieel in het selectieproces, omdat deze beleggingscategorie een risico op kapitaalverlies, renterisico en kredietrisico met zich meebrengt.
Een innovatieve beheerbenadering
Terwijl vermogensbeheerders zich steeds meer richten op volwassen obligatiefondsen voor traditionele obligaties, is dit nog niet het geval voor groene en duurzame obligaties. Maar de verbreding van de emittentenbasis en de toenemende emissieactiviteit zouden hierin verandering kunnen brengen.
Hierdoor kunnen beleggers verschillende doelstellingen tegelijk nastreven. Naast de diversificatie die traditionele beleggingsfondsen bieden en de actieve selectie van effecten op basis van kredietrisicoanalyse, bieden mature obligatiefondsen de kenmerkende voordelen van individuele obligaties: de volatiliteit en het risico op wanbetaling van de effecten nemen af met de resterende looptijd. Volwassen obligatiefondsen bieden beleggers daarom een beter zicht op het verwachte streefrendement, zonder te vergeten dat deze fondsen ook een risico op kapitaalverlies inhouden.
Bovendien bieden duurzame obligaties door het weergeven van een doelstelling een hoge mate van transparantie en moeten ze gedetailleerde documentatie publiceren over het gebruik van de geïnvesteerde fondsen. Beleggers kunnen dan de rapportagedocumenten raadplegen om te zien hoe hun geld is gebruikt.
(1) (1) Bron: Bloomberg Global Aggregate EUR Green Social Sustainability Bond Index, gegevens per 12/08/2023.
Wat heeft de toekomst in petto voor de markten na een turbulent eerste halfjaar?
Door Ebury
12 September 2023
De eerste helft van 2023, waarin een aantal belangrijke gebeurtenissen plaatsvonden en de activiteit op de markten toenam, is voorbij. Maar wat waren de belangrijkste ontwikkelingen op de FX-markt in de afgelopen zes maanden? Hier volgt een terugblik op het jaar tot nu toe en wat we de rest van het jaar op de financiële markten kunnen verwachten.
Winter
Januari werd gekenmerkt door een wijdverspreide zwakte van de dollar, voornamelijk door de verwachting dat de renteverhogingscyclus van de Federal Reserve ten einde liep, toen de inflatiedruk in de VS sneller afnam dan in de meeste andere belangrijke economische regio’s.
Risicovaluta’s beleefden een ommekeer in februari, toen de dollar steeg na een reeks verraste macro-economische cijfers uit de VS, waaronder een uitzonderlijk goed salarisrapport. Deze sterke cijfers, in combinatie met een agressievere verandering in de communicatie van leden van het Federal Open Markets Committee (FOMC), stimuleerden de verwachtingen voor verdere renteverhogingen in de VS, waardoor de dollar alle eerder in het jaar geleden verliezen kon goedmaken.
Lente
Maart zal een moeilijke maand worden om te vergeten, want turbulentie in de wereldwijde banksector zorgde voor meer volatiliteit dan gewoonlijk. De bankencrisis, die begon met de ineenstorting van Silicon Valley Bank (SVB) en werd verergerd door de liquiditeitsproblemen van Credit Suisse, domineerde de krantenkoppen op de financiële markten. Beleggers vreesden besmetting binnen de wereldwijde banksector, wat leidde tot een waardering van veilige havens en een scherpe verkoop van risicovolle activa. De paniek nam echter snel af toen de markten zich realiseerden dat de bankfaillissementen vooral geïsoleerde gebeurtenissen waren, veroorzaakt door slechte managementbeslissingen, in plaats van systeemproblemen. Risicovaluta’s veerden eind maart zelfs sterk op.
De markten keerden terug naar een gevoel van normaliteit in april, toen de angst voor het wereldwijde banksysteem afnam en de aandacht zich richtte op economische cijfers en het monetaire beleid van de centrale banken. April was een goede maand voor de euro, die voor het eerst in een jaar boven de $ 1,10 uitkwam, en voor het pond sterling, omdat de markten ervan overtuigd raakten dat de ECB en de BoE gedwongen zouden worden om het beleid in 2023 verder aan te scherpen dan de Federal Reserve.
Deze verwachtingen veranderden nogal drastisch in mei, toen tekenen van veerkracht in de Amerikaanse economie de verwachting verhoogden dat de Federal Reserve de rente in de zomer opnieuw zou kunnen verhogen, en deze rente langer hoger zou kunnen houden dan aanvankelijk werd verwacht.
En de zomer
In juni kwamen de meeste centrale banken van de G10 met havikistische verrassingen, wat leidde tot speculaties dat de rente verder zal stijgen en hoger zal blijven dan aanvankelijk werd verwacht. Sterling (GBP) en de euro (EUR) waren de best presterende valuta’s van de G10 in juni, met een stijging van ongeveer 2% of meer ten opzichte van de dollar als gevolg van de verwachting dat de renteverschillen met de VS kleiner zullen worden.
Het andere uiterste was de Japanse yen, de slechtst presterende G10-valuta afgelopen maand, die met meer dan 4% daalde door de aanhoudende retoriek van de Bank of Japan ten gunste van een accommoderend monetair beleid.
In juli verkocht de dollar short ten opzichte van alle andere belangrijke valuta nadat de Federal Reserve liet doorschemeren dat haar laatste renteverhoging wel eens de laatste van de huidige cyclus zou kunnen zijn. De EUR/USD eindigde de maand licht hoger, hoewel het minder goed presteerde dan bijna al haar G10-collega’s, nadat Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank, een accommoderende toon aansloeg na de vergadering van de Raad van Bestuur in juli.
Tot nu toe heeft in augustus de ‘deleveraging’-handel het verhaal grotendeels gedomineerd, terwijl een reeks zwakke cijfers uit China en zorgen over de staat van de vastgoedsector in het land een golf van risicomijding hebben veroorzaakt. De valuta’s van opkomende markten kregen het zwaar te verduren van de baissetransacties, vooral die in Azië, die grotendeels achterbleven bij die in de meeste andere regio’s.
Hoe is het ons vergaan?
Bovenstaande ontwikkelingen hebben geleid tot een relatief wisselende prestatie van de G10-valuta’s sinds het begin van 2023. De beste prestatie werd geleverd door het Britse pond, een beweging die werd toegeschreven aan de veerkracht van de Britse economie, een lagere politieke risicopremie en een havikistische Bank of England. De Zwitserse frank bleef niet ver achter, terwijl de euro ook goed presteerde na het verdwijnen van de energievrees en de stijgende verwachtingen van hogere rentetarieven van de Europese Centrale Bank.
Aan de andere kant van het spectrum staan de Japanse yen, door de eerder genoemde voorzichtigheid van BoJ-functionarissen, en de Noorse kroon, die begin mei tot een dieptepunt van meer dan drie jaar daalde ten opzichte van de euro. Deze sell-off was deels te wijten aan de recente daling van de wereldwijde olie- en gasprijzen en de minder agressieve aanpak van Norges Bank.
Ook de valuta’s van opkomende markten lieten een gemengd beeld zien. Latijns-Amerikaanse valuta’s gingen aan kop, met name de Colombiaanse peso, deels als gevolg van hoge grondstoffenprijzen, hoge reële rentetarieven en een matiging van de premies voor politiek risico in de regio. Aan de andere kant van het spectrum staat de Turkse lira, die de zwakste valuta ter wereld blijft, na een scherpe depreciatie die de lira tot historisch lage niveaus heeft doen dalen. De depreciatie van de lira kan worden toegeschreven aan de grote afhankelijkheid van het land van externe financiering, de zeer hoge binnenlandse inflatie, een onorthodoxe aanpak van het monetaire beleid en zwakke macro-economische fundamenten in Turkije, waaronder onvoldoende deviezenreserves.
Hoe zit het met de toekomst?
Vooruitkijkend zal de aandacht waarschijnlijk verschuiven naar de verwachte timing van het einde van de renteverhogingen door de grote centrale banken. Na de FOMC-vergadering in juli is de verkrappingscyclus van de Federal Reserve nu voltooid en zullen de renteverlagingen ergens in de eerste helft van 2024 beginnen. De Europese Centrale Bank zal naar verwachting de rente stabiel houden tijdens haar vergadering in september en haar renteverhogingscyclus in oktober beëindigen, terwijl de Bank of England de rente verschillende keren zal verhogen.
De komende inflatiecijfers zullen een sleutelrol spelen bij deze beslissingen over het monetaire beleid. In de meeste gevallen lijkt de inflatie een hoogtepunt te hebben bereikt, hoewel de groei van de kerninflatie hoog blijft.
Nu deze grote centrale banken op het punt staan een pauze in te lassen, zullen beleggers waarschijnlijk hun aandacht verleggen naar het effect van deze agressieve verkrappingscycli op de economische activiteit. Op dit moment is er een soort dichotomie tussen de prestaties van de Amerikaanse economie, die in een stevig tempo blijft groeien, en de meeste van haar grote tegenhangers, die grotendeels stagneren. Als dit het geval blijft, dan zouden we op korte termijn steun kunnen zien voor de Amerikaanse dollar, vooral omdat dit de waarschijnlijke timing voor renteverlagingen door de Federal Reserve waarschijnlijk verder naar de toekomst zou verschuiven.
ETF’s: distributie of kapitalisatie?
Door Trade Republic
7 September 2023
Wanneer beleggers op zoek gaan naar een tracker, hebben ze een enorme keuze aan indices, thema’s en andere activa. Een extra keuze die vaak over het hoofd wordt gezien, is het type tracker dat ze moeten kiezen: accumulatie of distributie. Hier vergelijken we de twee en zoals je ziet is de keuze niet onbelangrijk.
Acc vs Dist
Er zijn in feite twee hoofdgroepen van trackers, en de haakjes geven aan tot welke groep ze behoren: (Acc) voor accumulatie of kapitalisatie en (Dist) voor distributie of allocatie. Het verschil tussen de twee is het uitkeringsbeleid.
In de uitkeringsversie worden de dividenden of rente die door de activa van de portefeuille worden gegenereerd op een vooraf bepaald moment (meestal op jaarbasis) uitgekeerd aan de houder. Vergeet niet dat een tracker in de meeste gevallen feitelijk belegt in alle componenten van de te volgen index en dus als aandeelhouder of obligatiehouder recht heeft op zijn inkomsten. Deze inkomsten komen dan proportioneel toe aan de ETF-houder, d.w.z. de belegger.
Bij de kapitalisatieversie wordt er niets betaald en worden de inkomsten automatisch geïnvesteerd in de gevolgde index. Het grote voordeel is dat het principe van samengestelde interest van toepassing is op deze tracker, d.w.z. rendement op rendement. Als belegger moet je echter langer wachten om de extra vruchten van deze belegging te zien, vooral als je een beleggingshorizon van 5 tot 10 jaar hebt. Zoals je in de illustratie kunt zien, begint het verschil tussen samengestelde rente en enkelvoudige rente vanaf het tiende jaar aanzienlijk toe te nemen, en het verschil tussen 5% en 7% per jaar is ook op de lange termijn niet te onderschatten.
Het is opvallend dat de overgrote meerderheid van de aanbiedingen kapitalisatietrackers zijn. Er is simpelweg meer vraag naar dit type product en als een trackeruitgever de keuze heeft, kiezen ze voor de accumulatieoptie. Daarnaast zijn er veel indices of onderliggende sectoren met een laag dividendrendement, zoals een technologie-index of de biotechsector, dus heeft een distributieversie weinig zin. Tot slot is de laatste ook aantrekkelijker vanuit fiscaal oogpunt op de lange termijn (zie hieronder).
Uitkering zorgt voor regelmatig inkomen
Als er twee versies zijn van een bepaald beleggingsfonds, dan moet je overwegen wat je beleggingsprioriteiten zijn. Kortom, als de prioriteit is om je belegging te laten groeien zonder deze actief te hoeven beheren, dan is de Acc-versie gemaakt voor dit type belegger. Als je op regelmatige basis passief inkomen wilt verdienen, dan is de Dist versie meer geschikt.
Distributie ETF’s zijn gemaakt om inkomsten te genereren voor beleggers. Deze trackers bestaan voornamelijk uit activa die regelmatige inkomsten genereren, zoals aandelen met een hoog dividend, obligaties en andere inkomstengenererende effecten. Deze ETF’s kunnen vooral interessant zijn voor gepensioneerden of mensen die op zoek zijn naar passief inkomen en hun portefeuille niet actief willen beheren. Je moet je er wel van bewust zijn dat het jaarlijkse dividend kan veranderen: de hoogte van het dividend staat niet vast. Het dividend van trackers die beleggen in vastgoedaandelen staat bijvoorbeeld al enige tijd onder druk.
Een ander belastingregime
Naast deze tastbare verschillen is er ook een belangrijk verschil dat niet meteen opvalt: de twee soorten fondsen zijn onderworpen aan verschillende belastingregimes, die van land tot land verschillen.
– Voor de uitkeringsversie in België moet bijvoorbeeld 30% roerende voorheffing worden betaald op dividenduitkeringen. In het geval van de kapitaalversie is er geen dividend en dus ook geen roerende voorheffing. Het is duidelijk dat het effect van samengestelde interest en de afwezigheid van roerende voorheffing na een paar jaar het rendement verhogen in vergelijking met een ETF met een jaarlijkse uitkering.
– Daarnaast moet er belasting op beurstransacties (TOB) worden betaald bij aankoop en verkoop, omdat trackers net als aandelen op de beurs worden verhandeld. En deze belasting verschilt voor elk type ETF, wat erg verwarrend is voor beleggers. In het kort wordt een TOB van 0,12% betaald als een ETF niet geregistreerd is in België. Als de ETF niet geregistreerd is in de Europese Economische Ruimte (EER) is de TOB 0,35%, met name ETF’s geënt op Amerikaanse activa en de meeste grondstoffentrackers vallen onder dit tarief. Veel Amerikaanse trackers, nota bene, mogen tegenwoordig niet meer verkocht worden in de Europese Unie omdat ze geen Europese KID meer hebben. Als een ETF geregistreerd is in België, is de TOB (koop en verkoop) 0,12% voor een distributie ETF en 1,32% voor een kapitalisatie ETF, een vrij hoog tarief. Dit is de belangrijkste reden waarom weinig trackers in België geregistreerd zijn.
De website van de emittent laat zien of een tracker in België geregistreerd is of niet.
Laten we dit illustreren aan de hand van de iShares Core MSCI World UCITS ETF (ISIN-code: IE00B4L5Y983). Een overzicht is ook te vinden op de website van de FSMA, hoewel deze lijst niet echt duidelijk is. Het is dus altijd het beste om zelf per tracker te kijken.
– Op bepaalde trackers moet bij verkoop vermogensbelasting betaald worden.
Als je een tracker verkoopt die een meerwaarde heeft gerealiseerd op het deel (obligaties en cash) sinds je hem hebt gekocht, zal er 30% roerende voorheffing worden ingehouden op dat deel. Deze belasting is alleen van toepassing als de tracker minimaal 10% belegt in vastrentende activa.
Het doel is om zo min mogelijk belasting te betalen, dus als je een ETF wilt kopen, moet je controleren wat de belastingimplicaties zullen zijn. Over het algemeen is het vanuit fiscaal oogpunt beter om te kiezen voor een accumulatieversie.
De plaats van registratie telt ook
En dat is nog niet alles. Je moet ook controleren waar de tracker geregistreerd staat. De eerste twee letters van de ISIN-code vertellen je waar de tracker is geregistreerd. De ISIN-code is een internationaal gestandaardiseerd identificatienummer dat wordt toegekend aan alle effecten (aandelen, fondsen, obligaties, enz.) om transacties te vergemakkelijken.
Je moet ook controleren of ze ook in België geregistreerd zijn. ETF’s kunnen in meerdere landen tegelijk geregistreerd zijn.
Waarom Ierland en Luxemburg? Omdat in deze twee landen alleen Belgische roerende voorheffing op dividenden moet worden betaald. Voor Duitse (DE), Nederlandse (NL), Franse (FR) of Zwitserse (CH) ETF’s moet eerst bronbelasting betaald worden in het land van oorsprong, gevolgd door Belgische bronbelasting. Als je kiest voor een distributieversie van een ETF, zorg er dan voor dat deze geregistreerd is in Ierland of Luxemburg.
Durfkapitaal: window of opportunity
Door Sam Desimpel en Michiel Merchiers, Top Tier Access
28
Augustus 2023
Toen er tijdens de pandemie een tekort aan wc-papier ontstond, was iedereen in paniek en begon driftig wc-papier te kopen. Daarna daalde de aankoop van toiletpapier echter sterk, omdat gezinnen eerst hun voorraad moesten opmaken. Als gevolg daarvan daalden de wc-papierprijzen weer.
Hetzelfde gebeurde bij durfkapitaal, ook wel VC (Venture Capital) genoemd. Durfkapitaal is gespecialiseerd in het financieren van innovatieve bedrijven, ook wel start-ups genoemd, die nog lang niet winstgevend zijn. Er is de afgelopen jaren een hausse geweest in investeringen in durfkapitaalfondsen en start-ups, gevolgd door een scherpe daling van de activiteit. Er is nu een kans om te investeren in fondsen die normaal gesloten zouden zijn voor investeerders.
Weinig exits
Dit hangt nauw samen met de sluiting van het IPO-venster, een belangrijke bron van exits in het durfkapitaallandschap. Nu er weinig of geen exits zijn, wachten institutionele beleggers, die al een aanzienlijke blootstelling aan durfkapitaal hebben, tot durfkapitaalfondsen geld uitbetalen aan hun beleggers voordat ze zich committeren aan nieuwe fondsen die door deze managers worden opgehaald. Dit zal echter niet eeuwig duren. Sommige durfkapitaalbeheerders zijn in gesprek met investeringsbanken om enkele van hun paradepaardjes later dit jaar naar de beurs te brengen.
Kortingen
Individuele en institutionele beleggers hebben zich gerealiseerd dat ze misschien te veel kapitaal hebben geïnvesteerd in durfkapitaal. Durfkapitaal werd van de ene op de andere dag plotseling onpopulair. Als gevolg daarvan worden zelfs gevestigde beleggingen in volwassen bedrijven die winst en cash genereren, verhandeld tegen kortingen van 35% tot 60% op de som van hun onderliggende waarderingen na aftrek van de schuld (d.w.z. de intrinsieke waarde), zoals bijvoorbeeld Eurazeo en GBL.
De Belgische holding met de grootste blootstelling aan durfkapitaal, Sofina, werd zelfs short verkocht door Fraser Perringer. De short verkoop slokte ongeveer €800 miljoen van Sofina’s marktkapitalisatie op. Ook andere beursgenoteerde bedrijven, zoals Kinnevik en Molten Ventures, kregen het zwaar te verduren met hun aandelenkoersen. We kunnen stellen dat de aandelenkoersen van Sofina, Kinnevik en Molten een goede indicator zijn voor de interesse van beleggers in durfkapitaal in het algemeen.
Een gezondere sector
Als gevolg van de huidige neergang in durfkapitaalfinanciering is de sector veel gezonder geworden. Investeerders hebben de tijd om een goede due diligence uit te voeren op een durfkapitaalfonds en op hun toekomstige investeringen. Nog belangrijker is dat veel durfkapitalisten zeggen dat de kwaliteit van start-up teams aanzienlijk is verbeterd. De tijd is voorbij dat durfkapitalisten slechts een paar dagen hadden om een investeringsbeslissing te nemen over de nieuwste “rage van de dag” en de prijs moesten opdrijven om de juiste deals binnen te halen. Gefinancierde projecten worden vaak ondersteund door echte technologie, omdat de oprichters vaak een achtergrond hebben in universitair onderzoek.
Me too”-ideeën van oprichters zonder technische achtergrond hebben de meeste moeite om financiering te krijgen. Start-ups die hun doelen niet bereiken, hebben weinig kans op vervolgfinanciering. Uiteindelijk is het een kwestie van vraag en aanbod. Als de waarderingen erg hoog zijn, is het een goed idee om aan de zijlijn te blijven staan. Het zijn ervaren durfkapitaalbeheerders die de onvermijdelijke ups en downs van een manisch-depressieve sector als durfkapitaal kunnen doorstaan. Managerselectie is altijd belangrijk, maar nergens meer dan in durfkapitaal. Ervaren durfkapitalisten, zoals Sofina, hebben zich gestaag gecommitteerd aan nieuwe fondsen van durfkapitaalbeheerders die ze vertrouwen. Dit kan dus een goed moment zijn om te investeren in durfkapitaal.
Artificiële intelligentie … ‘ESG-compatibel’?
Door Florent Griffon, Responsible Investment Specialist bij DPAM
22/8/2023
Dé belangrijkste marktontwikkeling voor 2023 is – dat kunnen we nu al stellen – de opkomst van artificiële intelligentie (AI) als een belangrijke sector om in te beleggen. Niet toevallig trad Nvidia Corp onlangs toe tot de zeer besloten club van bedrijven met een beurswaarde van meer dan een triljoen Amerikaanse dollar. De markten zijn uiteraard enthousiast vanwege de gigantische productiviteitswinst die ze verwachten van artificiële intelligentie, en wel in heel veel verschillende sectoren. Maar wat is de maatschappelijke en milieu-impact van deze nieuwe economische ‘revolutie’? Zal artificiële intelligentie onze economieën, samenlevingen, bedrijven en democratieën niet volledig door elkaar schudden? Met andere woorden: is AI wel ‘ESG-compatibel’?
De beloften van AI …
Generatieve artificiële intelligentie (d.w.z. AI die tekst, beelden, video’s, muziek, codes en design produceert) is helemaal klaar om ons leven resoluut te veranderen. AI reproduceert en vermenigvuldigt al langer neurale netwerken en imiteert dus de menselijke competenties (via het ‘deep learning’ proces). Generatieve AI zet nog een stap verder: zij redeneert als een persoon en kan dus nog veel meer vormen van content creëren. Dat maakt dat generatieve AI in heel wat verschillende domeinen en in alle economische sectoren kan worden toegepast. In het algemeen zou AI het de werknemers een stuk makkelijker moeten maken. Ze kan hen immers taken uit handen nemen zoals contentproductie, datasynthese, administratie en support. Werknemers moeten daardoor minder tijd besteden aan ‘produceren’ en hebben meer tijd om het productieresultaat van generatieve AI te controleren. En dat is belangrijk. AI kan immers ook valse content genereren, wat de nood aan menselijke controle alleen maar doet toenemen. Globaal gezien zou generatieve AI de productiviteitscyclus een nieuwe ‘boost’ kunnen geven en de wereldwijde productie met bijna één procent per jaar kunnen verbeteren[1].
Maar … AI roept ook een aantal ernstige ethische vragen op …
AI zou ongelijkheid in de hand kunnen werken. Inderdaad, AI roept ook een aantal ernstige ethische vragen op. Te beginnen met de impact op de arbeidsmarkt. Volgens het creatieve destructieconcept van Joseph Schumpeter zal de gerealiseerde productiviteitswinst op lange termijn economische groei genereren. Op korte termijn echter zullen de werknemers van wie de banen werden geschrapt nieuw werk moeten vinden. En dat zorgt voor ongerustheid. In de eerste paar maanden van het jaar kreeg Google tweemaal meer vragen van het genre “Is mijn job bedreigd”, terwijl onderzoekers van OpenAI schatten dat voor 80% van de werknemers in de Verenigde Staten minstens 10% van het takenpakket zal veranderen door de komst van AI[2]. In werkelijkheid blijft de impact op de werkgelegenheid onzeker. Over het algemeen zou AI de productiviteit moeten verbeteren in alle sectoren, en vooral in de dienstensector. De jobinhoud zal onmiskenbaar veranderen. Zowel voor werkgevers als voor werknemers is het dus belangrijk dat die veranderingen goed begeleid worden, met name via opleidingen.
AI en discriminatie?
Een tweede uitdaging is die van de discriminatie. Verschillende artikelen[3]wezen al op de risico’s van discriminatie op grond van ras, gender, minderheden en handicap die bepaalde AI-algoritmen zouden kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld bij de toegang tot kredieten, aanwerving of verzekering. Die vooroordelen komen meestal uit de databases die AI voeden en die evenmin vrij zijn van vooroordelen. Gelukkig is het mogelijk om AI te leren deze vooroordelen niet te reproduceren. Ook de regelgevende kaders hebben hierin een rol te vervullen.
Broodnodig: resultaatscontrole
Generatieve AI is ook niet onfeilbaar en kan onjuiste of zelfs schadelijke resultaten genereren. Als de eerste AI-modellen slecht gekalibreerd zijn, kunnen ze bijvoorbeeld vertekende of onjuiste informatie doorgeven aan de kiezers, kwetsbare groepen (kinderen, ouderen) toegang verlenen tot schadelijke content of verkeerde medische diagnoses in de hand werken. Er is dus nood aan een efficiënte kwaliteitscontrole door zowel de AI-dienstverleners als de gebruikers.
Gegevensbescherming en cyberveiligheid
Generatieve AI verscherpt ook de problematiek van onrechtmatig gebruik van persoonsgegevens, illegale reproductie van content en bescherming van de anonimiteit. Ze maakt het ook mogelijk om reclameboodschappen, informatie en prijzen te genereren die volledig zijn afgestemd op de gebruiker. Op het gebied van cyberbeveiliging vergemakkelijkt AI de productie van ‘deepfakes’ waardoor fraude overtuigender en dus gevaarlijker wordt. Daar staat tegenover dat dankzij AI malware en pogingen tot hacking en phishing sneller kunnen worden opgespoord.
Het risico van controleverlies
AI roept ook veel fundamentelere angsten op. Op 30 mei 2023 ondertekenden honderden van ’s werelds meest vooraanstaande AI-experts een verklaring waarin ze waarschuwden voor het gevaar van AI[4], met name de risico’s voor het voortbestaan van de mensheid. Geoffrey Hinton, een van de wetenschappelijke grondleggers van ‘deep learning’ en AI, nam ontslag bij Google en uitte openlijk zijn bezorgdheid over de gevolgen van de razendsnelle ontwikkeling van AI en in het bijzonder over het gebruik ervan door mensen met kwade bedoelingen. De kern van het probleem ligt in het feit dat AI zo snel leert dat de menselijke makers niet meer kunnen volgen. AI zou zo haar eigen doelen kunnen ontwikkelen, zonder menselijk toezicht, en beslissingen kunnen nemen die de mens geen goed zouden doen. Des te belangrijker is het om zo snel mogelijk vooruitgang te boeken in het controleren van AI, haar werkwijze, haar resultaten en het gebruik ervan.
De regelgevers zijn er al mee bezig
De regelgevers zitten bepaald niet stil. De ontwikkeling van generatieve AI en de toepassing ervan gaan echter zo snel dat zelfs de meest alerte regelgevers achterophinken. De EU reageerde als eerste met haar ”Artifical Intelligence Act” die wellicht eind 2023 zal worden goedgekeurd. Ze wil met deze Act garanderen dat AI ‘mensgericht’ zal worden gebruikt. De grootste risicotoepassingen zouden verboden worden, onder meer cognitief-gedragsmatige manipulatie van specifieke kwetsbare personen of groepen, sociale classificatie, biometrische identificatiesystemen en categorisering van personen[5]. Ook de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, China, Canada, India (…) passen elk op hun eigen manier hun regelgevende kaders aan.
En de milieu-impact?
Dan is er nog de kwestie van de milieu-impact van AI. Die gegevens hebben de grote AI-spelers tot nu toe angstvallig geheim gehouden. Het is duidelijk dat met de productie van de apparatuur (computers, halfgeleiders, …) en met het ontwerpen, testen, updaten en uiteindelijk gebruiken van de AI-modellen een aanzienlijk energie- en waterverbruik gepaard gaat. En inderdaad, hoe groter het AI-model en hoe meer gegevens het bevat, hoe groter de impact op het milieu. Eén generatieve AI-query zou naar schatting vier of vijf keer meer broeikasgasemissies genereren dan een query in een conventionele zoekmachine[6]. Naarmate Google en Microsoft meer en meer AI inbouwen in hun zoekmachines, e-maildiensten en andere toepassingen, zal de uitbreiding van AI logischerwijs hun ecologische voetafdruk verhogen. De ”cloud” is nu al goed voor 2,5% tot 3,7% van de wereldwijde koolstofuitstoot (dat is meer dan de luchtvaart)[7]en de uitdagingen op dat vlak zullen alleen maar groter worden.
Zoals we al zagen is het disruptieve potentieel van generatieve AI bijzonder hoog. De daaraan verbonden ESG-uitdagingen worden daardoor des te groter. Het is nog te vroeg om precies te voorspellen in hoeverre generatieve AI onze levensstijl zal veranderen en of haar toepassingen in het algemeen positief of negatief zullen uitdraaien voor onze samenlevingen en voor het milieu. Maar het lijkt nu al zeker dat we die toepassingen moeten kanaliseren om ze in dienst te stellen van ‘de mens’ en van onze planeet. Duurzaam beleggen, d.w.z. de meest heilzame modellen ondersteunen en risicovolle modellen niét financieren, kan daartoe bijdragen.
Disclaimer: Beleggen houdt risico’s in. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
[1] Exane, GenAI: How to Use It, 31st May 2023
[2] https://openai.com/research/gpts-are-gpts
[3] Reuters, Amazon scraps secret AI recruiting tool that showed bias against women, 11 October 2018, https://www.reuters.com/article/us-amazon-com-jobs-automation-insight-idUSKCN1MK08G
[4] https://www.safe.ai/statement-on-ai-risk
[5] https://www.europarl.europa.eu/news/en/headlines/society/20230601STO93804/eu-ai-act-first-regulation-on-artificial-intelligence
[6] Associated Press, ChatGPT: What is the carbon footprint of generative AI models?, https://www.euronews.com/next/2023/05/24/chatgpt-what-is-the-carbon-footprint-of-generative-ai-models
[7] OECD.AI, Catalogue of Tools & Metrics for Trustworthy AI, https://oecd.ai/en/catalogue/tools/data-carbon-ladder
Relocalisatie, uitdagingen en kansen
Door Nina Lagron, CFA, beheerder bij La Financière de l’Echiquier (LFDE)
9 Augustus 2023
En als niets meer zo is als vroeger? In een context van crises met allerlei oorzaken die onze strategische afhankelijkheden en kwetsbaarheden aan het licht gebracht hebben, krijgt de wereldeconomie opnieuw gestalte. Russische energie, Chinese geneesmiddelen, Taiwanese microchips: de globalisering had ons afhankelijk gemaakt. Een van de oorzaken hiervan was de extreme concentratie van de productielocaties in strategische sectoren en expertisegebieden over de hele wereld. Zo is 75% van de werkzame stoffen die tegenwoordig in Europa worden verkocht afkomstig uit China en India, tegen 20% dertig jaar geleden. In de wetenschap dat meer dan 90% van de halfgeleidercomponenten uit Azië komt, begrijpen we waarom de orderportefeuille van de Zwitserse halfgeleiderfabrikant Meyer Burger, die in Europa componenten voor zonnepanelen ontwikkelt en produceert, snel volloopt.
Reorganisatie tussen zones
De nieuwe situatie reorganiseert de goederen- en dienstenstromen tussen zones. Bij de huidige stand van zaken krijgt de veerkracht van de toeleveringsketens prioriteit om de afhankelijkheid te verminderen in cruciale sectoren zoals technologie en industrie, energie, voedsel en gezondheidszorg, en om een eind te maken aan de versnippering van productieprocessen over verschillende continenten en de enorme tekorten door spanningen in de toeleveringsketens waardoor 80% van de wereldhandel passeert. Deze nieuwe mondiale situatie, die berust op de fundamentele behoefte aan autonomie, speelt in op een wereldwijd probleem en biedt een waaier aan kansen voor bedrijven en beleggers.
Gezonde risicoafbouw
De impact van de covidcrisis op de wereldwijde toeleveringsketens wisselde per sector en regio. Daarom hebben bedrijven nog eens nagedacht over hun toeleveringsketens en het spreiden van hun toeleveringsbronnen om hun afhankelijkheid van bepaalde landen of leveranciers te verminderen. Bedrijven proberen nu flexibeler te worden en een gezonde risicoafbouw uit te voeren, zoals Eli Lilly laat zien. Het Amerikaanse farmaceutische bedrijf, dat de afgelopen drie jaar ruim zes miljard dollar heeft geïnvesteerd in de productie van werkzame stoffen in de Verenigde Staten, kondigde in maart 2023 aan dat het een miljard dollar zou investeren in een productielocatie in Ierland, in combinatie met studiebeurzen voor een programma van 45 miljoen op het gebied van farmaceutische productie. Wereldwijd zien we hier steeds meer voorbeelden van.
Geopolitieke risico’s
De oorlog in Oekraïne heeft de geopolitieke risico’s waarmee de wereldwijde toeleveringsketens geconfronteerd worden aan het licht gebracht. De gevolgen voor de energiesector zijn groot, vooral voor aardgas en de energie-infrastructuur, aangezien Oekraïne een sleutelrol speelt in de doorvoer van Russisch aardgas naar West-Europa en strategische pijpleidingen, zoals de Druzhba-pijpleiding, door het land lopen. De spanningen en verstoringen die resulteerden in volatiele energieprijzen hebben de energiezekerheid op de voorgrond geplaatst. Hierdoor is men zich ervan bewust geworden dat het zaak is om de toeleveringsketens en strategische middelen te diversifiëren.
Dit is des te belangrijker omdat het conflict nog altijd grote gevolgen heeft voor de voedselvoorziening, vooral sinds op 17 juli een einde kwam aan de corridor die in juli 2022 onder de VN-vlag aan de Zwarte Zee was ingesteld. Dankzij deze overeenkomst kon meer dan 30 miljoen ton graan uit Oekraïne worden verscheept, waardoor de wereldvoedselprijzen volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) met ongeveer 20% daalden.
Andere risico’s
De risico’s zijn talrijk en de fundamentele behoefte aan autonomie is strategisch. De staking in de havens van Brits-Columbia in Canada, die op 1 juli begon en Nutrien dwong zijn potasproductie te verminderen, en de staking bij UPS, dat zegt elke dag ongeveer 6% van het Amerikaanse bbp te vervoeren, zijn allemaal voorbeelden van factoren die de wereldwijde logistiek kunnen verstoren.
Golven van relocalisaties
Hoewel de productiesector vaak centraal staat bij relocalisaties, kunnen er ook andere sectoren bij betrokken zijn, zoals arbeidsintensieve sectoren met concurrerende productiekosten, zoals kleding, elektronica, auto’s, machines en consumptiegoederen.
Vanuit geografisch oogpunt zullen regio’s in de buurt van een groot aantal eindgebruikers, met transportinfrastructuur, een productiecultuur en knowhow – en opleidingsfaciliteiten op dit gebied – en handelsovereenkomsten waarschijnlijk als winnaars uit de bus komen.
Zuidoost-Azië is ongetwijfeld een van de meest aantrekkelijke regio’s voor relocalisatie. Landen zoals Vietnam, Indonesië, Thailand, Maleisië en de Filipijnen profiteren van een overvloed aan concurrerende arbeidskrachten, een ontwikkelde infrastructuur en aanhoudende economische groei. Maar ook sommige Oost-Europese landen, zoals Polen, Tsjechië, Hongarije en Roemenië, bieden geschoolde arbeidskrachten en een strategische geografische ligging, waardoor ze zich in een goede positie bevinden voor relocalisaties in de productiesector. Tot slot profiteren sommige Latijns-Amerikaanse landen, vooral Mexico, Brazilië, Colombia en Peru, van preferentiële handelsovereenkomsten, een geschoolde beroepsbevolking en concurrerende productiekosten, waardoor investeringen worden aangetrokken om bepaalde sectoren te herhuisvesten.
Specialist in industrieel vastgoed FIBRA Macquarie Mexico, een dochter van de Australische Macquarie Group, ontwikkelt een portefeuille met opslagplaatsen en productielocaties in het noorden van Mexico, een snelgroeiende regio dankzij de Amerikaanse regionalisering, en een gebied dat in aanmerking komt voor de Inflation Reduction Act (IRA). Mexico krijgt namelijk steeds meer belangstelling van de Verenigde Staten als vestigingsplaats, met name voor de Amerikaanse maakindustrie. Volgens een onderzoek van Morgan Stanley zou deze nearshoring de exportgroei van de Mexicaanse maakindustrie naar de Verenigde Staten kunnen stimuleren, van 455 miljard dollar nu naar bijna 609 miljard dollar in de komende vijf jaar[1].
Hoewel relocalisatie een complex proces is dat van veel factoren afhangt, is het een van de grote structurele trends die de wereldeconomie nu opnieuw gestalte geven.
Disclaimer: De meningen die in dit document worden geuit, zijn de overtuigingen van de beheerder. LFDE kan hiervoor in geen geval aansprakelijk worden gesteld.
[1] Mexico is poised to ride the Nearshoring wave, juli 2023
Waarom is het nodig om te beleggen voor je pensioen?
Door Trade Republic
7 Augustus 2023
Mensen zien steeds meer in dat ons pensioenstelsel onhoudbaar is. Tegelijkertijd verwerven jongeren financiële kennis via sociale media, wat hen ertoe aanzet om te beleggen.
In het kader van een grote enquête uitgevoerd door het onderzoeksbureau Hibou werden de gevoelens van de Belgen ten opzichte van pensioenen en beleggen gepeild. Het doel van de studie was om sociale trends te volgen via sociale media. Duizenden berichten op onder andere Facebook, Instagram en Twitter werden verzameld om te weten te komen wat mensen dachten over pensioenen en beleggingen.
Het is belangrijk om een overzicht te hebben van de situatie, want het onderwerp pensioenen is momenteel een hot topic in heel Europa. In België worden maatregelen genomen om mensen aan te moedigen langer te werken. Frankrijk daarentegen is al maanden in beroering over plannen om de pensioenen te hervormen. In heel Europa zijn pensioenen een steeds dringender onderwerp. Daarom was het belangrijk om te weten hoe mensen denken over pensioenen en pensioenopties.
Negativiteit en wantrouwen overheersen
Uit het onderzoek bleek dat de stemming over de bestaande pensioenstelsels ronduit negatief is. De bestaande Europese pensioenstelsels zijn gebaseerd op solidariteit tussen de generaties. Kort gezegd betalen werkende mensen voor de pensioenen van gepensioneerden, in ruil waarvoor ze later op hetzelfde solidariteitsprincipe kunnen rekenen. Maar dit systeem wordt onhoudbaar door de stijgende inflatie en de steeds hogere staatsschuld.
Mensen voelen dat het zo niet verder kan. Er zijn genoeg mensen met gezond verstand die zien dat het huidige systeem onhoudbaar is. Ze zijn dus wantrouwig, omdat ze de indruk hebben dat politici hen niet de waarheid vertellen. Er zijn enkele hervormingen aan de gang in Europa, zoals het verhogen van de pensioenleeftijd. Maar dit is slechts marginaal geknutsel dat niets zal veranderen aan de demografische omwenteling die de huidige pensioenen onbetaalbaar maakt.
Dit betekent niet dat de Europeanen het bestaande solidariteitssysteem willen opgeven. We zijn geen Amerikanen en we willen geen Amerikanen worden, laat dat duidelijk zijn. In Europa blijven we erg gehecht aan ons sociale systeem dat gebaseerd is op solidariteit. Maar als we het huidige systeem willen behouden, zullen we een extra laag moeten toevoegen. De eenvoudige waarheid is dat mensen zullen moeten investeren om hun pensioen aan te vullen.
Sommige specifieke elementen onder de Belgen dragen nog steeds bij tot de heersende negativiteit. Veel Belgen begrijpen de verschillen in pensioenbedragen tussen de verschillende statuten niet. Het feit dat er zulke grote verschillen zijn tussen zelfstandigen, werknemers en ambtenaren is een bron van grote frustratie.
Een jeugdbeweging
Maar te midden van al dit pessimisme gloort er een sprankje hoop. De jongere generatie, Generatie Z, staat veel positiever tegenover beleggen. Bovendien vertrouwen ze financiële instellingen niet. Ze zijn opgegroeid in een horizontale wereld, waar transparantie belangrijk is. Daarom keren ze zich af van actieve fondsen en fiscaal efficiënt pensioensparen. Ze weten maar al te goed dat 90% van de actieve fondsen slecht presteert op de markt, dus nemen ze liever het heft in eigen handen.
Als gevolg daarvan realiseren veel jongeren zich dat ETF’s een uitstekend beleggingsinstrument zijn. Het is waar dat niemand weet wat de beste aandelen zijn om te kopen, laat staan wanneer. Daarom zegt John Boggle: “zoek niet naar de naald in de hooiberg, maar koop de hooiberg”. Dus het regelmatig kopen van goed gediversifieerde ETF’s met lage kosten is de beste oplossing. Het is een eenvoudige boodschap die steeds meer weerklank vindt bij jongeren.
Het zijn de sociale media
We zien ook dat de financiële kennis van jongeren snel toeneemt. Dit is opvallend gezien het gebrek aan financiële kennis in Europa. Er zijn 50 verschillende niveaus van financiële ongeletterdheid van land tot land. Wat maakt het verschil onder jongeren? Sociale media en nog meer sociale media, dat is de enige verklaring.
Er zijn veel sociale media-accounts die zich richten op het delen van financiële kennis. We zien nu honderden mensen content delen over dit onderwerp. Jongeren hebben begrepen dat beleggen niet hetzelfde is als speculeren. Ze begrijpen dat het gaat om beleggen op een systematische, goedkope en goed verdeelde manier. Zo kunnen ze optimaal profiteren van samengestelde rente. ETF’s zijn hiervoor het perfecte wapen. Bovendien delen jongeren deze boodschap steeds meer met hun vrienden, waardoor een kettingreactie ontstaat die de financiële educatie een boost geeft.
Als gevolg daarvan kijken jongeren met een andere mindset naar beleggen. Met de opkomst van ETF’s en de toenemende beschikbaarheid van informatie is beleggen toegankelijker geworden. Als gevolg daarvan hebben jongeren meer vertrouwen en durven ze zelf te beleggen, zonder de hulp van experts.
FIRE, een versneller van vuur
De FIRE-beweging (Financial Independence Retire Early) wordt ook vaak bestudeerd. Aanhangers van deze beweging proberen zo sober mogelijk te leven en het geld dat ze sparen te investeren. Het doel is om eerder met pensioen te kunnen gaan en financieel onafhankelijk te leven. Er zijn in wezen twee tegengestelde krachten onder jongeren: FIRE en YOLO (you only live once). Voor veel jongeren is de FIRE-beweging te radicaal; ze willen niet zo ver gaan. Natuurlijk krijgt de FIRE-beweging zoveel aandacht omdat ze zo extreem is. Sensatie verkoopt.
De FIRE-beweging is niet de belangrijkste drijfveer voor jongeren, maar eerder een bron van inspiratie. Jongeren zien de vele berichten over FIRE en wat ze daarvan leren is dat ze prima in staat zijn om zelf te investeren. De meeste jongeren willen zeker niet zo sober leven. Maar ze worden geïnspireerd door de boodschap van de FIRE-beweging dat het mogelijk is om zelf te investeren en zo je financiële vrijheid te vergroten. De FIRE-beweging levert dus een belangrijke bijdrage aan de verspreiding van financiële kennis en helpt de drempel om zelf te investeren te verlagen.
Beleggen als een goede huisvrouw
Ook voor vrouwen is het belangrijk om meer te beleggen. Vrouwen verdienen vaak minder en krijgen een lager pensioen. Ze staan ook meer bloot aan het risico van financiële afhankelijkheid. Dit zijn allemaal redenen waarom vrouwen meer zouden moeten beleggen. Op dit moment lopen vrouwen nog vaak tegen het glazen plafond aan. Ze zien vaak geen vrouwelijke rolmodellen in de beleggingswereld die hen aanmoedigen om te beleggen. Bovendien wordt de financiële wereld erg gedomineerd door mannen. De nadruk ligt op speculatie en competitie, wat vrouwen niet aantrekt. Om nog maar te zwijgen van de financiële marketing, die vrouwen lange tijd over het hoofd heeft gezien.
Vrouwen zijn echter gewoon betere beleggers en het is essentieel dat ze meer betrokken raken bij de wereld van beleggen. Uit een onderzoek blijkt dat vrouwen gemiddeld beter beleggen. Dit komt omdat ze minder speculeren en beleggen met een grotere afkeer van risico. Ze kiezen ook vaker voor spaarplannen en ETF’s. Het is essentieel om vrouwen te integreren in de beleggingswereld. Het is net zo belangrijk als de integratie van vrouwen in de arbeidsmarkt in de 19e eeuw.
Investeren weer op de kaart zetten
Het imago van beleggen moet veranderen. De nadruk op speculatie moet plaats maken voor een realistischer beeld van beleggen als een verantwoord middel om rijkdom te vergaren. De perceptie van beleggen is te veel gericht op risico. Kijk maar naar alle regelgeving zoals MIFID (Markets In Financial Instruments Directive). Beleggen wordt nog te vaak gezien als speculatie. In feite verliezen mensen die eraan doen negen van de tien keer geld. Maar er is een groot verschil tussen speculatie en goed gediversifieerd beleggen in bijvoorbeeld goedkope ETF’s. Beleggen brengt nog steeds risico’s met zich mee. Beleggen brengt nog steeds risico met zich mee, maar op deze manier is het risico aanzienlijk kleiner.
Regulering is zeker nodig, maar de nadruk ligt nu op risico. Dit kan mensen afschrikken om te beleggen. Het verschil tussen verantwoord beleggen en speculeren moet duidelijker worden. Zeker nu ons pensioenstelsel onder druk staat. Onder deze omstandigheden is het inderdaad riskanter voor iemands financiële toekomst om niet te beleggen.
Energie- en nutsbedrijven: wanneer risico’s van buitenaf komen
Door NTT DATA
25Juli 2023
Het beheren van de risico’s van derden (onderaannemers, leveranciers, enz.) wordt steeds crucialer om crisissituaties in de energie- en nutssector (E&U) te voorkomen.
(E&U) SECTOREN.
De E&U-sectoren – met andere woorden, de energiesector en nutsbedrijven die actief zijn in de productie, handel, distributie en marketing van elektriciteit en gas, evenals in waterbehandeling – hebben de afgelopen jaren een snelle digitalisering en grote technologische vooruitgang doorgemaakt die het mogelijk hebben gemaakt om de productie te verbeteren, de kosten te verlagen en aan nieuwe consumentenbehoeften te voldoen. We hebben het hier over slimme netwerken, hernieuwbare energiebronnen, digitale tweelingen, het industriële internet van dingen (IIoT), enzovoort.
Te veel afhankelijkheid
De toepassing van deze technologieën heeft echter ook een keerzijde: de E&U-sectoren zijn veel afhankelijker geworden van hun technologieleveranciers dan voorheen en staan daardoor bloot aan risico’s van hun externe partners.
De toenemende interconnectiviteit en onderlinge afhankelijkheid van systemen, zowel binnen als buiten het bedrijf, verhoogt het risico op datalekken, cyberaanvallen en technologische storingen. Om nog maar te zwijgen van de geopolitieke risico’s wanneer leveranciers in kritieke regio’s gevestigd zijn. En financiële risico’s wanneer leveranciers zelf in financiële problemen komen of niet in staat zijn om de geplande diensten en leveringen te leveren.
Meer regelgeving in risicobeheer
Regelgeving en compliancenormen veranderen voortdurend, met strengere eisen op het gebied van cyberbeveiliging en beveiliging van de toeleveringsketen, strengere milieuvoorschriften enzovoort. Als gevolg hiervan moeten organisaties ervoor zorgen dat hun externe partners voldoen aan de huidige regelgeving, anders riskeren ze boetes, reputatieschade en zelfs productie- of bedrijfsonderbrekingen.
De Europese NIS2-richtlijn (Network and Information Security, aangenomen in januari 2023 en moet in oktober 2024 zijn omgezet in nationale wetgeving) zal bijvoorbeeld duizenden ‘essentiële’ dienstverlenende bedrijven – met name in de E&U-sectoren – dwingen om hun IT-beveiligingsnormen aan te scherpen. Het melden van beveiligingsincidenten, cyberrisicomanagement, beveiligingstests en -audits, beveiliging van de toeleveringsketen – het zijn allemaal gebieden die niet over het hoofd mogen worden gezien, op straffe van boetes tot €10 miljoen (of 2% van de wereldwijde omzet, als die hoger is).
De middelen verschaffen om risico’s te beheren
Om ervoor te zorgen dat hun leveranciers, onderaannemers en andere partners voldoen aan hun normen voor veiligheid, compliance, duurzaamheid, financiële stabiliteit, enz. vertrouwen organisaties vaak op spreadsheets. Deze aanpak is tijdrovend (omdat er grote hoeveelheden gegevens uit verschillende bronnen moeten worden verzameld, geanalyseerd en bijgewerkt), vatbaar voor menselijke fouten bij het coderen of formuleren en biedt beperkte mogelijkheden voor real-time monitoring, analyse en rapportage, waardoor het moeilijk is om risico’s en opkomende trends te identificeren.
Moeilijke toegang tot informatie kan ook leiden tot inefficiënte communicatie tussen de betrokken afdelingen (logistiek, juridisch, risico en naleving, financiën, enz.). Bovendien kampen de E&U-sectoren met een tekort aan gekwalificeerd risicomanagementpersoneel, wat hun vermogen om risico’s te identificeren, te beoordelen en te verminderen kan belemmeren.
Real-time monitoring
Realtime monitoringcapaciteiten zijn een essentieel aspect van effectief risicobeheer voor derden.
Tegenwoordig kunnen bedrijven vertrouwen op realtime monitoringoplossingen die gebruikmaken van automatisering en machine learning om de risiconiveaus van hun leveranciers en partners continu te controleren. Real-time waarschuwingssystemen brengen risicomanagers op de hoogte zodra een potentieel risico wordt gedetecteerd. Dit biedt ook toegang tot waardevolle gegevens die worden geleverd door contentproviders.
Anticiperen om de bedrijfsweerbaarheid te verbeteren
Door kwetsbaarheden proactief aan te pakken, kunnen E&U-bedrijven de veerkracht van hun activiteiten versterken en de continuïteit van essentiële diensten garanderen, zelfs in het geval van verstoring. Ze kunnen niet alleen kostbare bedrijfsonderbrekingen of reputatieschade voorkomen, maar ook zwakke punten in hun toeleveringsketen identificeren en aanpakken en hun operationele prestaties verbeteren. Daardoor worden ze competitiever.
De reputatie van een organisatie wordt sterk beïnvloed door de acties en prestaties van haar externe partners. Door risico’s van derden effectief te beheren, kunnen organisaties ervoor zorgen dat hun partners voldoen aan hoge normen op het gebied van cyberveiligheid, milieu en sociale verantwoordelijkheid.
Waar staan we met kunstmatige intelligentie/ Artificiële intelligentie?
Door Brice Prunas, lead portfolio manager, wereldwijde aandelen, Artificiële intelligent, ODDO BHF Asset Management
17 Juli 2023
Aandelen in kunstmatige intelligentie zijn de afgelopen maanden bijzonder populair geweest bij beleggers. De aanleiding voor deze stijging was waarschijnlijk de publieke lancering van ChatGPT eind november. Vanaf dat moment kende dit model voor kunstmatige intelligentie namelijk een bliksemsnelle groei van het aantal gebruikers. Het duurde minder dan een week om 1 miljoen gebruikers aan te trekken (en 6 maanden om er ongeveer 200 miljoen aan te trekken). Met ChatGPT hoef je geen computerwetenschapper meer te zijn om toegang te krijgen tot kunstmatige intelligentie. Het begrijpt nu de vragen in natuurlijke menselijke taal en kan reageren door originele inhoud te genereren (die behoorlijk indrukwekkend kan zijn, ondanks enkele fouten of ‘hallucinaties’) in verschillende formaten (tekst, audio, video, enz.).
Dit was voldoende voor de beurs om de omzetverwachtingen voor bedrijven die zich bezighouden met kunstmatige intelligentie naar boven bij te stellen. De stijging van de aandelenkoersen was bijzonder spectaculair voor sommige bedrijven: de koers van Nvidia (een leverancier van elektronische chips met een hoge rekenkracht, waar AI erg op gebrand is gezien de massa gegevens die AI moet analyseren om inhoud van hoge kwaliteit te genereren) is dit jaar meer dan verdubbeld.
Wat is het beleggingsuniversum voor beursgenoteerde AI-bedrijven?
Natuurlijk zijn er al veel technologiebedrijven betrokken bij AI. Dit zijn onder andere bedrijven die de krachtige halfgeleiders maken die nodig zijn voor data-analyse (Nvidia, AMD, enz.), software-uitgevers (Salesforce, ServiceNow, enz.), datahostinggiganten (Microsoft, Google, Amazon) en gespecialiseerde spelers (zoals Fortinet in cyberbeveiliging of mongoDB in het beheer van dataopslagservers).
Maar deze inventarisatie is te simplistisch. Kunstmatige Intelligentie is een echte revolutie die van invloed zal zijn op een enorm aantal bedrijven in sectoren die ver afstaan van technologie. Sterker nog, het genereren van content door AI biedt een zeer aanzienlijke productiviteitswinst. Het zal daarom helpen om bestaande concurrentieposities om te buigen ten gunste van spelers die AI integreren in hun interne processen in plaats van hun concurrenten, waardoor ze sneller, beter en/of goedkoper kunnen produceren. AI zal daarom zeer wijdverspreid zijn, in een groot aantal sectoren.
Meer in het algemeen is het waarschijnlijk simplistisch om over AI in het enkelvoud te praten. Hoewel ChatGPT een generalistische AI is, is de ontwikkeling van gespecialiseerde AI denkbaar, d.w.z. AI die uitsluitend wordt toegepast op een bepaalde sector (bijvoorbeeld de juridische sector). Dit zou kleinere bedrijven, waaronder niet-beursgenoteerde bedrijven, in staat stellen om diensten te ontwikkelen op een beperkter gebied, maar wel een gebied waarop de AI waarschijnlijk in staat zou zijn om inhoud van betere kwaliteit te genereren dan een generalistische AI.
Wat zijn de groeiverwachtingen voor de sector wereldwijd? Wat zijn de vooruitzichten voor ontwikkeling?
Hoewel AI al bestaat sinds de jaren 1950, is “Generatieve AI” (d.w.z. het genereren van inhoud door een AI) veel recenter. Daarom is het moeilijk om het ontwikkelingspotentieel precies in te schatten. Enkele recente gegevens wijzen echter op onderschatte vooruitzichten. Zo kondigde Nvidia onlangs aan dat AI de omzet in het tweede kwartaal zou opdrijven tot ongeveer 11 miljard dollar. Dit cijfer ligt 50% hoger dan de verwachtingen van financiële analisten, ondanks het feit dat we het over het huidige kwartaal hebben, niet over een heel langetermijnperspectief, en dat dit een heel groot bedrijf betreft dat goed bekend is op de markt, niet een of andere obscure start-up. Deze grove onderschatting laat zien hoe voorzichtig beursbeleggers in het algemeen tot nu toe zijn geweest over de ontwikkeling van AI.
De ontwikkeling van AI (met uitzondering van technologiegerelateerde aandelen) kan beginnen in alle creatieve sectoren (media, videogames, marketing, enz.), maar ook in zeer industriële sectoren. De biowetenschappensector zou een belangrijk toepassingsgebied voor AI kunnen zijn: het vermogen om ongestructureerde gegevens te analyseren om niet-lineaire correlaties te identificeren is zeer geschikt voor de problemen waarmee farmaceutische laboratoria worden geconfronteerd bij het bestuderen van nieuwe moleculen en de bijbehorende klinische tests. Dit is waar AI tot zijn recht komt, omdat het zou kunnen helpen om de ontwikkelingstijd voor nieuwe moleculen, die momenteel ongeveer tien jaar bedraagt, aanzienlijk te verkorten.
Welke resultaten/voordelen kunnen we verwachten op korte, middellange of lange termijn?
Als het gaat om een recente technologie zoals “Generative AI”, is het momenteel moeilijk om zeer betrouwbare voorspellingen te doen. We hebben al enkele voorbeelden gezien van het groeipotentieel van AI voor bedrijven in de technologie, gezondheidszorg, media, enz.
Meer in het algemeen is AI een belangrijke versneller van de productiviteit van bedrijven. Het heeft de capaciteit om taken over te nemen die heel gewoon zijn in organisaties, maar die ook veel tijd opslokken ondanks de geringe duidelijke toegevoegde waarde (interne rapporten, notulen van vergaderingen, taakplanning en agendacoordinatie, enz.) Maar AI wordt al gebruikt om regels computercode te programmeren en om bestaande software te testen en te verbeteren. Naast administratie, boekhouding en IT kan AI ook worden geïntegreerd in verkoopfuncties (bijv. opvolgen van offertes, verkoopdatabases, beheren van prijsoffertes) en marketing (bijv. opstellen van marketingdocumenten, competitive intelligence). Deze voorbeelden zijn niet alleen van toepassing op technologiebedrijven: ze zijn potentieel relevant voor elk bedrijf, ongeacht de sector, grootte of locatie.
Lees ook corner Kronieken van experts
Opkomende markten hebben wat in te halen
Door Christofer Govaerts, hoofdeconoom bij Bank Nagelmackers
11 Juli 2023
Op basis van de halfjaarvooruitzichten zien we nog steeds potentieel in Amerikaanse aandelen, vooral in bedrijven van hoge kwaliteit, en in aandelen van opkomende markten, aangezien deze achterop zijn geraakt en de centrale banken in deze landen eerder geneigd zijn om monetaire versoepeling te overwegen.
Rendementen hoger dan verwacht
Na de zeer teleurstellende resultaten voor 2022, zowel voor aandelen als obligaties, was voorzichtigheid des te meer geboden omdat er nog steeds veel renteverhogingen door de centrale banken werden verwacht. Maar ondanks de vrij hoge volatiliteit van de eerste maanden van het jaar als gevolg van de verhoogde angst voor de rente in februari en de bankencrisis in de Verenigde Staten, zijn de gemiddelde rendementen sinds het begin van het jaar meer dan redelijk.
Europa was ongetwijfeld de positieve uitzondering. Japan en Amerika hebben de afgelopen zes weken een inhaalslag gemaakt. De opkomende markten bleven achter, vooral door de geschiedenis van China. De heropening van de Chinese economie verliep iets minder soepel dan verwacht, wat woog op het sentiment. De stijging van de langetermijnrente sinds het begin van het jaar was iets beter dan verwacht, wat betekent dat de gemiddelde rendementen op staats- en bedrijfsobligaties aan de bovenkant van de verwachtingen lagen.
De Europese economie verzwakt
Wat de Europese economie betreft, moeten we nog een paar waarschuwingen laten horen. De ECB is relatief optimistisch over de economische groei. Dat komt de instelling goed uit, want ze heeft nog een paar renteverhogingen in het vooruitzicht en zal die moeten kunnen rechtvaardigen.
Europa zit technisch gezien echter al in een recessie. Uit cijfers van de Europese Commissie blijkt namelijk dat er in het vierde en eerste kwartaal sprake was van een licht negatieve groei van -0,1%. Het is nog niet dramatisch, maar op korte termijn is er geen echte verbetering in zicht. Dus hoe gaat Europa de voorspelde 0,8% groei voor 2023 halen? Er zullen zeker veel aangename verrassingen moeten komen, want de voorlopende indicatoren laten geen herstel zien, en zeker niet voor Duitsland. Wat er ook gebeurt, het blijft een mager jaar in Europa.
… maar geen inflatie
Wat de inflatie betreft, ziet het er niet goed uit in Europa. Als we kijken naar de kerninflatie in België, dan gaat het de verkeerde kant op. En ECB-president Christine Lagarde is in een jaar tijd volledig van toon veranderd. Vorig jaar zei ze dat de inflatie in 2023 correct zou zijn. Zes maanden geleden zei ze dat de kerninflatie pas in 2024 zou aantrekken. Vandaag schat ze dat de inflatie pas in 2025 weer rond de 2% zal liggen. De stijgende lonen spelen Europa duidelijk in de kaart. Zogenaamde “tweede en derde ronde-effecten” zijn momenteel ook aan het werk en bemoeilijken de taak van de ECB. En dat terwijl de Federal Reserve erop rekent dat de Verenigde Staten in staat zullen zijn om in het voorjaar van 2024 terug te keren naar een aanvaardbaar niveau van kerninflatie. Voor de algemene inflatie zou dit wel eens sneller kunnen zijn. Bovendien is een recessie in de VS eind dit jaar of begin volgend jaar waarschijnlijk.
Eerst de VS, dan Europa
Ondertussen houden de centrale bankiers vast aan hun dubbelzinnigheid, en dat was de afgelopen weken te merken op de financiële markten. De markt ging ervan uit dat de Fed was overgestapt op een hold-strategie en dat de volgende stap neerwaarts zou kunnen zijn. Jay Powell zei onlangs echter het tegenovergestelde en in de komende maanden zouden we één of twee renteverhogingen moeten zien. De ECB zal ook doorgaan met het verhogen van de rente, waarschijnlijk naar 4,5% voor herfinanciering, omdat de haviken, waaronder de Nederlandse centrale bankier Klaas Knot, nog niet gerustgesteld zijn. Verwacht dus geen steunmaatregelen voor het Westen.
Volgend jaar zouden de VS de kans moeten krijgen om de rente opnieuw te verlagen. Het is dus mogelijk dat er vanaf dan een positieve stimulans komt. Maar voor Europa is er geen dergelijke speelruimte. Tegelijkertijd is er voor de twee regio’s geen manoeuvreerruimte op fiscaal gebied. We kunnen dus alleen maar hopen dat er geen harde landing komt, want de regeringen zullen niet veel kunnen doen. De Europese Commissie stuurt zelfs al de eerste waarschuwingen de wereld in om bepaalde landen aan te sporen hun begrotingen op orde te brengen.
Opkomende markten bieden steun
Opkomende markten en China hebben speelruimte om de wereldeconomie te ondersteunen. China begint zijn monetaire beleid al te versoepelen, ook al is dat nog niet zoals verwacht. Naast China heeft ook India speelruimte, net als Brazilië. In Brazilië bijvoorbeeld is de inflatie slechts 4%, wat voor Braziliaanse begrippen erg laag is, terwijl de belangrijkste rentevoet 13,75% is. Ook in Mexico is de rente vrij hoog. Veel opkomende landen hebben veel sneller actie ondernomen om de inflatie onder controle te krijgen. India zal dit jaar en waarschijnlijk volgend jaar wereldwijd de plaats innemen van China. Het land heeft een minder cyclische verwerkende industrie en een grote IT-dienstensector, die sinds het begin van het jaar goed presteert, terwijl de economie minder last zal hebben van de minder gunstige economische vooruitzichten in de VS en Europa.
Verschillende scenario’s
Voor elke vooruitzichten zijn er verschillende scenario’s. De kans dat het basisscenario, met een zachte landing, uitkomt is 70%. Dit betekent dat er geen onaangename verrassingen zullen zijn. Tegen deze achtergrond zou de volatiliteit voor zowel aandelen als obligaties iets moeten dalen. We hebben immers een aantal zeer volatiele periodes gezien in de eerste vijf maanden.
Er is een kans van 20% dat we in een negatief scenario terechtkomen, waarin het inflatieprobleem nijpend blijft. Centrale banken zullen dan extra monetaire maatregelen moeten nemen, wat uiteraard een impact zal hebben op de economische cyclus. En in dat geval zal het niet prettig zijn voor obligaties en aandelen.
Er is ook een droomscenario vastgesteld op 10%. Er wordt echter aangenomen dat dit cijfer slechts tussen 0% en 5% ligt. Dit zou onder andere kunnen betekenen dat de groeivertraging van zeer korte duur is en niet al te ernstig. Je krijgt ook een snellere desinflatie dan verwacht en, aan de positieve kant, een politieke bonus zoals bijvoorbeeld een oplossing voor het Oekraïense conflict of een plotselinge verbetering in de handelsoorlog tussen de VS en China. Dat is allemaal mooi en aardig en zou natuurlijk welkom zijn, maar de kans daarop is hoe dan ook vrij klein.
Marktvooruitzichten
Wat zijn de vooruitzichten voor de komende maanden? De westerse aandelenmarkten houden vandaag onvoldoende rekening met het risico van een recessie, vooral in Europa. Voor Europese aandelen is het potentieel voor de rest van het jaar dan ook vrij beperkt. Bovendien zijn er steeds meer tekenen dat er in Europa al een recessie aan de gang is en blijft de ECB zich agressief opstellen. In de VS is er nog steeds potentieel, aangezien de recessie vrij beperkt zou moeten zijn en de Fed dicht bij een pauze is. Er zijn meer mogelijkheden in de opkomende markten, die relatief goedkoop zijn en een eerder tegendraadse kans bieden. Er is ook nog steeds opwaarts potentieel in Japan. Er is ook interesse in kwaliteitsaandelen, omdat de risico-rendementsverhouding aantrekkelijk blijft en deze aandelen dankzij hun solide balansen gemakkelijker een (milde) recessie kunnen doorstaan.
Daarnaast zal de dollar naar verwachting verzwakken als gevolg van de zwakke Amerikaanse economie, de agressieve houding van de ECB en het herstel van de Aziatische economieën. De EUR/USD zal waarschijnlijk richting 1,12 tot 1,14 gaan.
Europese small- en midcaps: naar een duurzame opleving?
Door Pascal Riegis, Co-Head of Fundamental Equities, ODDO BHF AM
26 Juni 2023
De afgelopen jaren heeft de Europese large-capsector de small- en mid-caps op de markten overschaduwd. De outperformance was echter geconcentreerd in een klein aantal zeer grote bedrijven waarvan de goede bedrijfsresultaten door de markt zijn geprezen.
Meer recent leidde de oorlog in Oekraïne tot een vrij klassieke beweging in perioden van stress, in de richting van aandelen die als minder risicovol worden beschouwd; grote kapitalisaties worden hier vaak in meegenomen, vanwege hun veronderstelde grotere liquiditeit. Tot slot hebben sommige sectoren, zoals defensie- en oliebedrijven, geprofiteerd van de stijging van de grondstoffenprijzen.
Dit maakt het makkelijker om te begrijpen waarom small- en midcaps hebben geleden ten opzichte van hun grotere peers: deze sectoren zijn ondervertegenwoordigd. Dus wat zouden enkele van de katalysatoren kunnen zijn die dit segment van de markt nieuw leven kunnen inblazen?
Gunstige rentetrends
De stijging van de rente, vooral sinds het begin van 2022, heeft de waarderingen van een aantal small- en midcaps afgestraft, waarvan de multiples de groei of het groeipotentieel weerspiegelden. Een minder restrictief monetair beleid van de centrale banken (om nog maar te zwijgen van een mogelijke verlaging van de belangrijkste rentetarieven, zoals sommigen hopen) zou de beleggingsklasse van de mid-caps in staat kunnen stellen om een comeback te maken.
Een aanpassing van de waarderingsniveaus
Ongeacht de rentetarieven bevindt de waardering van small- en mid-caps zich op een laag niveau ten opzichte van grote bedrijven. Deze twee segmenten van de Europese aandelenmarkt moeten niet tegen elkaar worden uitgespeeld, omdat ze verschillende sectorale verdelingen, verschillende uitdagingen en dus een verschillende dynamiek weerspiegelen. We vragen ons echter af hoe ver de waarderingselasticiteit tussen deze twee activaklassen zal reiken.
Als beleggers zich bewust worden van de lage waarderingen van small- en midcaps, kan dit tot uiting komen in een hervatting van fusies en overnames, waarvoor midcaps historisch gezien een grote pool van aantrekkelijke doelwitten vormen. In de afgelopen jaren werden deze deals vaak geleid door private-equityfondsen, die een zeer grote financiële slagkracht hebben. Het is nog te vroeg om te zeggen of deze spelers in de nabije toekomst veel minder actief zullen zijn. Maar het is interessant om te zien dat er dit jaar al een aantal overnames van Europese middelgrote beursgenoteerde bedrijven zijn geweest, en in het bijzonder dat de laatste twee aangekondigde overnamepogingen (voor de Finse fabrikant van kunststofleidingen Uponor* en de Luxemburgse callcenteroperator Majorel*) afkomstig waren van concurrerende industriële spelers, niet van fondsen. Bedrijfsovernames lijken dus nota te nemen van de onderwaardering van kleine en middelgrote kapitalisaties.
De terugkeer van de Europese groei, maar niet alleen
Tot slot, en dat is duidelijk, zou een economisch herstel in Europa extra steun bieden aan small- en mid-caps. Het argument “groei van de Europese economie” is echter niet noodzakelijk een voorwaarde om interesse te tonen in mid caps.
Bij beursgenoteerde small- en midcapbedrijven moet de voorkeur worden gegeven aan fundamentele selectiecriteria. Dit kan gebaseerd zijn op criteria zoals ondergewaardeerd potentieel voor zelfgefinancierde groei, exporteerbare concurrentievoordelen, lage schulden en/of sterke kasstroomgeneratie.
Deze beleggingsfilosofie kan leiden tot bepaalde sectorvoorkeuren, vooral ten gunste van industriële, technologische, gezondheidszorg- of consumentenaandelen. Het is ook belangrijk om bedrijven met dominante binnenlandse kenmerken of lokale regelgeving zoveel mogelijk te vermijden, evenals aandelen met een hoge schuldenlast.
(*) deze voorbeelden vormen geen beleggingsaanbevelingen
ChatGPT: een disruptieve kracht voor beleggers?
Door Virginie Maisonneuve, Global Chief Investment Officer Equity bij Allianz Global Investors
5 Juni 2023
De voorbije weken en maanden hebben de media uitgebreid bericht over de lancering van de chatbot ChatGPT. Nieuws dat gewoonlijk enkel de vakpers zou hebben gehaald, heeft nu ook het grote publiek bereikt. Deze interesse werd gewekt door het vermogen van de app om een tekst te produceren die vergelijkbaar is met wat een mens had kunnen schrijven. Dit werd beschouwd als een keerpunt voor Artificiële Intelligentie (AI).
Uiteraard werden de gevolgen van deze nieuwe technologie uitvoerig besproken in de pers, met artikelen over mogelijke vertakkingen in tal van domeinen zoals geopolitiek, cybercriminaliteit en klantervaring. De impact van deze technologie zal verder reiken dan die van de traditionele technologieën en zal dus ook gevolgen hebben voor beleggers in tal van sectoren.
Welke sectoren zullen de impact van deze technologie het sterkst voelen?
Om dat verder uit te diepen, is dit de content die ChatGPT heeft gecreëerd over dit onderwerp: “Welke vijf sectoren zullen radicaal veranderen als gevolg van ChatGPT en waarom?”
- Klantenservice: ChatGPT kan de activiteiten rond klantenservice automatiseren en stroomlijnen door direct en accuraat te reageren op verzoeken, de wachttijden te verminderen en de klanttevredenheid te verbeteren.
- Gezondheid: ChatGPT kan professionele zorgverleners helpen bij het diagnosticeren en behandelen van patiënten, door hen toegang te geven tot grote hoeveelheden medische informatie en door te helpen de resultaten voor patiënten te verbeteren.
- Onderwijs: ChatGPT kan een revolutie teweegbrengen in de onderwijsmethoden die worden aangereikt aan studenten door gepersonaliseerde en interactieve educatieve ervaringen aan te bieden, waardoor ze efficiënter kunnen leren.
- Financiële sector: ChatGPT kan de financiële besluitvorming verbeteren door in real time marktanalyses en beleggingsadvies te verstrekken, waardoor de beleggingsresultaten worden verbeterd.
- Handel: ChatGPT kan de sector transformeren door klanten gepersonaliseerde koopervaringen te bieden, waardoor efficiëntere productaanbevelingen mogelijk zijn en de klantentevredenheid wordt verbeterd.
De geselecteerde sectoren weerspiegelen domeinen waarin generatieve AI reeds indruk maakt of waarin de impact van de technologie veelbelovend is.
Gezondheid en onderwijs
Wat klantenservice betreft, biedt het belangrijkste verkoopargument van ChatGPT – het vermogen om een gesprek te voeren zoals een mens dat zou doen – consumenten reeds meer immersieve ervaringen. Gezondheid en onderwijs zijn domeinen waar de impact van generatieve AI binnenkort voelbaar zou kunnen zijn, maar de technologie staat wel voor de nodige uitdagingen. Gezondheid is immers een van de meest gereguleerde sectoren ter wereld, dus in deze sector zullen we wellicht een voorzichtige benadering zien.
Ook het onderwijs zal met soortgelijke uitdagingen worden geconfronteerd. Hoewel deze sector niet zo sterk gereglementeerd is als de gezondheidszorg, is de staatsinmenging toch aanzienlijk. Dan zijn er ook nog de sociale en governancekwesties die moeten worden aangepakt in domeinen waarin AI geleidelijk taken begint over te nemen die vroeger door mensen werden uitgevoerd, vaak hoog opgeleide mensen.
De meer ingrijpende gevolgen
ChatGPT lijkt een sector vergeten te zijn waar het quasi-creatieve hoogstandjes zou kunnen schrijven: computerhardware. De recente opmars van AI zou ondenkbaar zijn geweest zonder de vooruitgang op het gebied van de halfgeleiders. De chips die oorspronkelijk voor grafische doeleinden werden ontwikkeld, waren essentieel voor het verwerken van de gegevens die nodig zijn om AI, zoals ChatGPT, te trainen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat halfgeleiders een centrale rol spelen in de wereldwijde gespannen handelsrelaties.
Veel nieuwe en innovatieve technologieën gaan gepaard met risico’s die ethische dilemma’s opleveren. De recente stroom van ‘deepfakes’ vergroot bijvoorbeeld het probleem van ‘fake news’. De kunstwereld en de academische wereld zullen methoden moeten ontwikkelen om te leren samenleven met deze tools en de wet zal de dubbelzinnigheden in het auteursrecht met betrekking tot eigendom van de inhoud moeten aanpakken. Deze kwesties werden onlangs naar voren geschoven door het besluit van de Italiaanse toezichthoudende autoriteit voor gegevensbescherming dat eigenaren van ChatGPT voortaan verbiedt om gegevens van Italiaanse gebruikers te verwerken, waardoor de app in dit land feitelijk verboden is.
Het standpunt van de beleggers
Het antwoord van ChatGPT op deze vraag toont aan dat de potentiële impact van generatieve AI groot is. Het is echter ook duidelijk dat deze gevolgen ongelijk zullen zijn en dat de sectoren zich in een verschillend tempo zullen ontwikkelen. In veel sectoren zullen bedrijven te maken krijgen met digitaal darwinisme, waarbij er duidelijk winnaars en verliezers zullen zijn. Degenen die zich snel aanpassen zullen de grote winnaars zijn, terwijl anderen het risico lopen achterop te raken. Voor beleggers betekent dit dat ze een stock picking benadering moeten hanteren die rekening houdt met de nuances tussen en binnen de sectoren en de ongelijke impact van de ontwikkeling en uitrol van generatieve AI.
Wat betekent MiCA voor de wereldwijde crypto-industrie?
Richard Teng, regionaal manager Europa en MENA, Binance
16/5/2023
De stemming van deze week in de Europese Unie om de Markets in Crypto-assets (MiCA)-verordening in te voeren, betekende een keerpunt in de ontwikkeling van de opkomende crypto- en web3-industrie. Het regelgevingslandschap is verbeterd en dat is goed nieuws voor de sector en de gebruikers. De MiCA-verordening verduidelijkt de regulering van een van de grootste markten ter wereld en maakt de EU een aantrekkelijke plaats voor Web3-bedrijven om te innoveren.
Op maat gesneden
Sommige regelgevers hebben geprobeerd bestaande financiële regels toe te passen op crypto’s. MiCA biedt een regelgevingskader op maat voor crypto-activa. Met andere woorden, crypto-activa worden erkend als een nieuwe activaklasse. Dit is de juiste aanpak om beleidsdoelstellingen te bereiken, zoals het beschermen van consumenten en het waarborgen van een efficiënte en eerlijke marktwerking. Tegelijkertijd worden de voordelen van blockchaininnovatie benut. Voordelen zoals betere financiële toegang voor iedereen, snellere en goedkopere betalingen en het creëren van werkgelegenheid.
MiCA beschermt ook decentralisatie, met alle toekomstige mogelijkheden van dien. De discussie over hoe decentrale financiering (DeFi) en non-fungible tokens (NFT) te reguleren is terecht bewaard voor een later stadium.
Tijd om zich aan te passen
Crypto asset service providers (CASP’s) hebben 18 maanden de tijd om zich aan de nieuwe verordening aan te passen, een vergunning te verkrijgen en aan de MiCA-vereisten te voldoen. Op dat moment krijgen zij een paspoort om in de hele EU actief te zijn. Dit betekent dat CASP’s met een vergunning diensten kunnen verlenen aan gebruikers in alle EU-lidstaten. Dit maakt het voor Web3-bedrijven veel gemakkelijker om aan de voorschriften te voldoen. Zij kunnen nu vertrouwen op één enkele code, in plaats van de versnipperde en dure aanpak van het toezicht die zij nu hebben.
Een kans voor Europa
Bedrijven vragen al lang om duidelijkheid in de regelgeving. Zelfs als er onenigheid bestaat over de details, biedt een kader dat gemakkelijk toegang biedt tot een van de grootste markten ter wereld enorme kansen. Duidelijke regelgeving creëert ook een gelijk speelveld voor marktspelers en maakt innovatie met zekerheid mogelijk.
Het voordeel voor de Europese Unie en haar lidstaten is om verschillende redenen interessant. De Web2-industrie en andere grote technologiebedrijven hebben zich rond Silicon Valley gegroepeerd. Hoewel in verschillende Europese steden hubs zijn ontstaan, kan niemand de dominantie van Silicon Valley als ’s werelds belangrijkste technologiecentrum betwisten. Met de komst van crypto’s en het Web3 heeft Europa een enorme kans om de volgende golf van technologische vernieuwers aan te trekken.
Duidelijke regelgeving stimuleert innovatie en concurrentievermogen op alle markten en biedt het soort veiligheid en zekerheid dat zowel investeerders als bedrijven nodig hebben. Met MiCA is Europa klaar om web3-ondernemers uit de hele wereld aan te trekken. Met de politieke wil en de juiste investeringen kan Europa het epicentrum van de industrie worden.
Terwijl we in de hele wereld uiteenlopende regelgevende benaderingen zien, neemt de Europese Unie een leidende positie in. Beleidsmakers en de industrie moeten dit doel het komende jaar zeker in het oog houden.
Zoals gewoonlijk zit het venijn in de details: na de MiCA-verordening zullen nu gedetailleerde regels worden ontwikkeld, die de tenuitvoerlegging in een groeiende sector zullen verduidelijken. De juiste aanpak is essentieel om de gewenste regelgevingsdoelstellingen en resultaten voor zowel de EU als de sector te bereiken.
Water – “bron van leven” wordt bron van verdriet
2/5/2023
Door Andreas Fruschki, Hoofd Thematische Aandelen bij Allianz Global Investors
Op 22 maart vond de Wereldwaterdag plaats. Deze dag wordt al 30 jaar door de Verenigde Naties gevierd als herinnering aan het essentiële belang van water als vitale hulpbron. In 2023 was het thema van de Wereldwaterdag “Accelerating Change”.
Het lijkt inderdaad dringend noodzakelijk de inspanningen voor een betere mondiale voorziening van bruikbaar water te versnellen. Hoewel ongeveer twee derde van het oppervlak van onze blauwe planeet bedekt is met water, bestaat slechts 0,3% van de wereldvoorraad uit zoet water. De beschikbaarheid ervan staat steeds meer onder druk, bijvoorbeeld door de klimaatverandering of de groeiende wereldbevolking. En dit gebeurt theoretisch al voor onze deur.
Winter droogte
De afgelopen maanden heeft zich in sommige Europese landen een nogal ongewoon fenomeen voorgedaan: winterdroogte. Grote rivieren zoals de Po en de Rijn hebben een historisch laag waterpeil geregistreerd. In Frankrijk heeft dit geleid tot een daling van de kernenergieproductie, met als gevolg hogere elektriciteitsprijzen, die het effect van de oorlog in Oekraïne en de stijgende gaskosten nog verergeren. Ook in Spanje, Portugal, Italië en Turkije viel weinig regen, waardoor de watervoorziening voor landbouw en steden afnam.
Bovendien zal het gebrek aan sneeuwval in de Alpen in Frankrijk, Zwitserland en Italië leiden tot minder sneeuwsmelt in het voorjaar en de zomer. Eind januari 2023 lag het sneeuwwaterequivalent (SWE – een maat voor de hoeveelheid in sneeuw opgeslagen vloeibaar water) 35% onder het gemiddelde van de afgelopen tien jaar. Aangezien ongeveer 60% van het water in de Italiaanse rivieren afkomstig is van gesmolten sneeuw, belooft dit niet veel goeds.
Tekorten beheren
Gezien deze ontwikkelingen is het niet verrassend dat beleidsmakers in Europa ook intensief kijken naar maatregelen om watertekorten te beheersen. De maatregelen variëren van het ontwikkelen van passende plannen en oproepen tot waterbesparing, tot het bevorderen van efficiënter watergebruik en het investeren in modernisering van de infrastructuur.
Het goede nieuws is dat het bewustzijn van het probleem groeit en dat regeringen, bedrijven en de landbouwsector de noodzaak van actie hebben ingezien. Ander goed nieuws is dat “quick wins” zoals het repareren van lekken of het verminderen van afvalwater mogelijk zijn met relatief weinig inspanning. Lokale reparaties zijn echter vaak onvoldoende. Op veel plaatsen is de waterinfrastructuur verouderd en bereikt zij het einde van haar fysieke levensduur. Dit vereist grootschalige modernisering. In Italië bijvoorbeeld bereikt naar schatting 40% van het water de eindgebruikers niet door lekken. En alleen al in Londen, met zijn (riolerings)netwerk uit het Victoriaanse tijdperk, lekt naar schatting zo’n 25.000 liter per seconde.
Benodigde investeringen
In termen van financiële omvang en duur is de totstandbrenging van een moderne mondiale waterinfrastructuur een gigantische taak. Het gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod neemt toe. Om onze levensstandaard te handhaven en de uitdagingen van de klimaatverandering het hoofd te bieden, zijn daarom toenemende investeringen nodig in de hele waardeketen van de waterindustrie.
Daarom vormt de watersector ook een groeikans op lange termijn voor investeerders. Er zijn immers genoeg oplossingen voor het probleem van de schaarste. Wat hier belangrijk is, is dat het niet gaat om het bevorderen van waterschaarste! Integendeel, het gaat erom te investeren in technologieën die de dreigende schaarste duurzaam kunnen verlichten of, idealiter, volledig kunnen vermijden.
Bedrijven die met hun producten het waterverbruik en -afval helpen verminderen, hebben potentieel. En beleggers kunnen zich aansluiten bij de aanbieders van oplossingen die actief bijdragen aan de verbetering van de watervoorziening, -kwaliteit en -duurzaamheid in de wereld. Dit kunnen efficiënte netwerkbeheerders en infrastructuurherstelbedrijven zijn, maar ook bedrijven in de zuiveringsindustrie of fabrikanten van slimme watertechnologieën.
Gezien de omvang van de uitdagingen en investeringsmogelijkheden die het thema water met zich meebrengt, wordt het duidelijk dat dit niet alleen de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s) 6 (schoon water en sanitaire voorzieningen) bevordert. Dit doel stond uiteraard centraal op de Wereldwaterdag. Integendeel, de maatregelen hebben ook betrekking op SDG 9 (Industrie, innovatie en infrastructuur), SDG 11 (Duurzame steden en gemeenschappen) of SDG 12 (Duurzame consumptie en productie). En dit lijkt niet onverenigbaar met het doorslaggevende belang van water als “bron van leven”.
Hoe doen goudbeleggingen het?
Door Alexis Bienvenu, fondsbeheerder bij La Financière de l’Echiquier
20 April 2023
Goud nadert zijn all-time highs: het steeg op 13 april tot boven 2.040 USD en nadert zijn all-time high van 6 augustus 2020, toen het 2.063 USD bereikte, een niveau dat ook in maart 2022 werd benaderd.
Toegegeven, in “reële” prijzen, gecorrigeerd voor inflatie, is het record nog ver weg, omdat de cumulatieve inflatie over drie jaar aanzienlijk is. Toch is de recente waarderingstrend duidelijk, vooral in vergelijking met het niveau begin 2019, onder de 1.300 dollar. Dat is meer dan 50% hoger.
Een waarschuwend effect
Het gele metaal is intelligent. Het reageert, via de tactische of speculatieve posities die financiers innemen, met finesse en anticipatie op de monetaire omstandigheden. Achteraf zien we vaak dat het een voorbode was van crises of belangrijke bewegingen in het monetaire beleid. Zo steeg het goud in 2008 sterk vlak voor de grote financiële crisis, toen de centrale banken de rente verhoogden.
In 2011, toen het zijn vroegere hoogtepunten van meer dan 1.800 dollar (in dollars van vandaag dus veel hoger) bereikte, fungeerde het als een doeltreffende afdekking tegen de verlaging van de Amerikaanse overheidsrating en de crisis van de eenheidsmunt.
Dus wat suggereert zijn huidige stijging?
“Ik zie de reële rente dalen. Goud reageert gunstig op een negatieve reële rente, d.w.z. wanneer de inflatie hoger is dan de rente. Toegegeven, de boodschap is onnauwkeurig, want er zijn verschillende maatstaven voor inflatie, in verschillende landen, en veel verwijzingen naar tarieven (korte, lange, huidige, verwachte…).
Maar alles bij elkaar zijn de factoren duidelijk. Het over enkele maanden verwachte algemene inflatieniveau in de VS zou, als het goud gelijk heeft, de positieve kloof met het gemiddelde percentage vergroten. Dit zou ofwel kunnen betekenen dat de inflatie hoog blijft, of zelfs stijgt, bij een gelijkblijvende rente, ofwel dat de rente sterk daalt, en vooral sneller dan de inflatie. Deze laatste hypothese geniet momenteel de voorkeur van de markt.
Sinds het faillissement van verschillende banken in de Verenigde Staten in maart verwacht de markt aanzienlijke renteverlagingen door de Federal Reserve (Fed) vanaf de tweede helft van 2023. Dit impliceert een grote vrees voor een recessie, bevestigd door de notulen van de laatste Fed-vergadering waarin deze hypothese centraal stond.
Een andere mogelijke boodschap van goud is “ik zie de dollar dalen”. Uitgedrukt in dollars kan de goudprijs de neiging hebben te stijgen om zijn reële waarde te behouden als de dollar daalt. Dit is wat er nu gebeurt. Ten opzichte van een mandje van wereldwijde valuta verliest de dollar sinds het laatste kwartaal van 2022 terrein. De reden voor deze zwakte is de veronderstelling van de markt dat de beleidsrente in de VS eerder en sterker zal dalen dan in de meeste andere regio’s. De consensus is bijvoorbeeld dat de rente in de eurozone in 2023 niet zal worden verlaagd, terwijl dat in de VS wel het geval is. Hetzelfde geldt voor het VK en Japan, waar de markt zelfs voorstander is van een renteverhoging. Wat China betreft, is het onwaarschijnlijk dat het de rente zal verlagen terwijl de activiteit op gang komt.
Een schuldencrisis?
De laatst denkbare boodschap: “Ik zie een Amerikaanse schuldencrisis”. Of het nu gaat om de kwetsbaarheid van regionale banken of commercieel vastgoed, die beide onder druk staan van renteverhogingen, of, erger nog, de politieke impasse over het Amerikaanse schuldenplafond, het is niet onmogelijk dat de Amerikaanse kredietwaardigheid in twijfel wordt getrokken. We herinneren ons de verlaging van de Amerikaanse rating op 5 augustus 2011. Een donderslag bij heldere hemel, die overeenkwam met het hoogtepunt van de vorige goudmarkt. Sinds 2022 zijn de kosten om zich in te dekken tegen het in gebreke blijven van de VS echter gestaag gestegen. Ook al lijkt een echte wanbetaling ondenkbaar, omdat het economisch suïcidaal zou zijn, de spanningen rond de stemming om het schuldplafond te verhogen zouden de komende maanden verder kunnen oplopen. In 2011 rechtvaardigde S&P zijn downgrade met de volgende verklaring: “de downgrade weerspiegelt onze mening dat de doeltreffendheid, stabiliteit en voorspelbaarheid van het politieke beleid en de instellingen zijn verzwakt”. Zijn er overeenkomsten met de huidige situatie?
Onze oude vriend goud waarschuwt ons, laten we ernaar luisteren. Gelukkig is er geen tekort aan kwaliteitsactiva, maar je moet ze wel spotten en een prijs betalen.
Voltooid op 14/04/2023
Biodiversiteit is de belangrijkste uitdaging na klimaatverandering
Door Daniel Wild, Chief Sustainability Officer bij J. Safra Sarasin
19 April 2023
De gevolgen van het verlies aan biodiversiteit zijn reeds merkbaar en meetbaar. Veel diersoorten zijn de afgelopen 50 jaar uitgestorven. We moeten erkennen dat ons begrip van biodiversiteit en de vaststelling van maatregelen en doelstellingen misschien tien jaar achterloopt op dat van de klimaatverandering.
Hoe belangrijk is het voor de planeet?
Biodiversiteit is cruciaal voor de planeet en is het belangrijkste probleem na de klimaatverandering. Naar schatting is meer dan de helft van het wereldwijde bbp direct of indirect afhankelijk van intacte ecosystemen (bv. bodem, lucht, water) via daarmee samenhangende ecosysteemdiensten zoals bestuiving, bescherming tegen overstromingen of CO2-opslag. Het verlies aan biodiversiteit is voornamelijk gebaseerd op vijf problemen:
- Verandering van land- en zeegebruik
- Vervuiling
- Overexploitatie van soorten
- Klimaatverandering
- Invasieve soorten
Het gevaar is reëel en niet alleen hypothetisch, want de gevolgen van het verlies aan biodiversiteit zijn al merkbaar en meetbaar. Zo is de Living Planet Index, die gegevens verzamelt over 20.811 populaties van 4.392 soorten, de afgelopen 50 jaar met meer dan 68% afgenomen.
Voldoende aandacht?
Deze belangrijke kwestie krijgt steeds meer aandacht, met meer media-aandacht en reportages over het onderwerp. Maar ook bij mensen die hun eigen omgeving observeren: de vogels en vlinders die wij als kinderen kenden, zijn verdwenen. Vroeger zaten de ruiten na een rit door het platteland onder de insecten. Ze blijven verrassend schoon vandaag. De samenleving begint al deze verbanden te zien, hoewel zij nog steeds moeite heeft om de enorme complexiteit van het mondiale ecosysteem te begrijpen.
Zijn landbouwers voldoende gevoelig voor biodiversiteit?
Landbouw en bosbouw behoren zeker tot de belangrijkste biodiversiteitsthema’s, omdat zij veel negatieve gevolgen hebben (landgebruik, ontbossing, gebruik van pesticiden, afspoeling, monoculturen, enz.), maar ook sterk afhankelijk zijn van gezonde ecosysteemdiensten.
Het volstaat echter niet om alleen de boeren de schuld te geven, want ook de consumenten zullen hun vraag moeten aanpassen. In dit verband zal het belangrijk zijn de vraag naar hulpbronintensieve producten (bijvoorbeeld de CO2- en waterintensieve rundvleesproductie) te verminderen en zich te richten op duurzamere productiemiddelen.
COP15: welk resultaat?
Erkend moet worden dat ons begrip van biodiversiteit en de vaststelling van de nodige maatregelen en doelstellingen misschien tien jaar achterloopt op de klimaatverandering. Het Verdrag van Montreal inzake biodiversiteit, dat het resultaat is van COP15, zet daarom de bakens uit, bevestigt het belang van biodiversiteit en stelt een wereldwijd kader vast om de uitdagingen van het verlies aan biodiversiteit aan te pakken.
Er worden ook concrete doelstellingen vastgesteld, zoals herstel van 30% van de aangetaste ecosystemen, vermindering van de risico’s van pesticiden met ten minste 50% of vermindering van de introductie van invasieve uitheemse soorten met ten minste 50%. Dit alles tegen 2030.
Op basis van dit stappenplan moet echter nog veel werk worden verzet om de methoden te definiëren. Het succes van het kader hangt sterk af van de politieke wil om wereldwijd samen te werken en tijdig de regels uit te voeren die nodig zijn om deze doelstellingen te verwezenlijken.
Biodiversiteit en rendement op beleggingen: een goede combinatie?
Dat hangt af van de opzet van de strategie. Net als bij andere duurzaamheidsthema’s vertonen aanbieders van oplossingen vaak een bovengemiddelde groei wanneer zij bijdragen aan de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s), waarvan biodiversiteit er uiteraard één is. Maar aangezien de relevantie van biodiversiteit vele sectoren omvat, is het niet gemakkelijk om de financiële kenmerken van een mogelijke aanpak te definiëren, of zelfs om een relevante benchmark te bepalen.
Wat zijn de wereldwijde economische verliezen door natuurrampen?
Door AON plc
13 April 2023
Het rapport Weather, Climate and Catastrophe Insight 2023 schetst de wereldwijde trends in natuurrampen en klimaat om betere beslissingen te kunnen nemen om de volatiliteit te beheersen en de wereldwijde veerkracht te verbeteren.
Uit het rapport blijkt dat natuurrampen in de 12 onderzochte maanden wereldwijd 313 miljard dollar aan economische schade veroorzaakten (4% boven het gemiddelde van de 21e eeuw), waarvan 132 miljard dollar door verzekeringen werd gedekt. Hoewel een groot deel van het verlies in 2022 niet verzekerd was, is het dekkingsgat van 58% nog steeds een van de laagste ooit, wat wijst op een positieve verschuiving in de manier waarop bedrijven volatiliteit aanpakken door risico’s te beperken en op de toegenomen bescherming die verzekeraars bieden aan achtergestelde gemeenschappen door toegang tot kapitaal.
Uit de gegevens blijkt dat 2022 het op vier na duurste jaar ooit was voor verzekeraars, met ongeveer 50-55 miljard dollar verzekerde schade in verband met orkaan Ian in de VS (de op één na duurste natuurramp in de verzekeringsgeschiedenis).
Ook in België
België heeft de afgelopen jaren ernstige natuurrampen meegemaakt. In juli 2021 troffen historische overstromingen een groot deel van het land en veroorzaakten enorme economische en verzekeringsverliezen. De ramp eiste 41 levens en de verzekerde verliezen bedroegen ongeveer 2,5 miljard euro, waarvan ongeveer 1 miljard euro door de gewesten (voornamelijk het Waalse Gewest) werd vergoed in een publiek-privaat partnerschap. De autoriteiten evalueren momenteel het niveau van samenwerking tussen de verzekeraars en de gewesten. Met de steun van deze laatste zou het overstromingsrisico verzekerbaar moeten blijven. De terugkeerperiode van een gebeurtenis zoals de overstromingen van juli 2021 wordt geschat op meer dan 300 jaar, wat het zeer extreme karakter van deze natuurramp in België bevestigt.
In 2022 werd België opnieuw getroffen, ditmaal door een zware Europese storm. De verzekerde verliezen op de Belgische markt bedroegen in totaal 600 miljoen euro. Deze recente verliezen hebben een aanzienlijke impact gehad op de herverzekeringsdekking die Belgische verzekeraars hebben aangekocht.
Enerzijds hebben herverzekeraars gevraagd dat verzekeraars meer risico in retentie houden, waardoor de resultaten van de verzekeraars volatieler worden. Anderzijds hebben de herverzekeraars hun tarieven in de loop der jaren aanzienlijk verhoogd. In combinatie met de huidige hoge inflatie zal dit een negatief effect hebben op de prijsstelling van verzekeringspolissen.
België heeft de afgelopen jaren te maken gehad met ernstige natuurrampen. In juli 2021 troffen historische overstromingen een groot deel van het land en veroorzaakten enorme economische en verzekerde verliezen. De ramp eiste 41 levens en de verzekerde verliezen bedroegen ongeveer 2,5 miljard euro, waarvan ongeveer 1 miljard euro door de gewesten (voornamelijk het Waalse Gewest) werd vergoed in een publiek-privaat partnerschap. De autoriteiten evalueren momenteel het niveau van samenwerking tussen de verzekeraars en de gewesten. Met de steun van deze laatste zou het overstromingsrisico verzekerbaar moeten blijven. De terugkeerperiode van een gebeurtenis zoals de overstromingen van juli 2021 wordt geschat op meer dan 300 jaar, wat het zeer extreme karakter van deze natuurramp in België bevestigt.
In 2022 werd België opnieuw getroffen, ditmaal door een zware Europese storm. De verzekerde verliezen op de Belgische markt bedroegen in totaal 600 miljoen euro. Deze recente verliezen hebben een aanzienlijke impact gehad op de herverzekeringsdekking die Belgische verzekeraars hebben aangekocht.
Enerzijds hebben herverzekeraars gevraagd dat verzekeraars meer risico in retentie houden, waardoor de resultaten van de verzekeraars volatieler worden. Anderzijds hebben de herverzekeraars hun tarieven in de loop der jaren aanzienlijk verhoogd. In combinatie met de huidige hoge inflatie zal dit een negatief effect hebben op de prijsstelling van verzekeringspolissen.
Diverse bevindingen
Terwijl technologische innovatie een beter begrip van het mechanisme van rampen en een snellere en grondigere beoordeling van de door een gebeurtenis veroorzaakte schade mogelijk maakt, onderzoekt de studie veerkracht en het vermogen om de gevolgen van klimaatverstoring te boven te komen (niet alleen in termen van fysieke risico’s, maar ook op gebieden zoals de gezondheid van werknemers) en benadrukt zij de noodzaak om veelzijdige strategieën te ontwikkelen die rekening houden met de beperking van klimaatveranderingsgerelateerde risico’s op alle fronten.
Andere bevindingen van het rapport 2023 Weather, Climate and Catastrophe Insight zijn onder meer de volgende:
– 421 significante natuurrampen deden zich voor in 2022, boven het 21e eeuwse gemiddelde van 396.
– 31.300 mensen verloren hun leven door natuurrampen in 2022, waaronder meer dan 19.000 hittegerelateerde doden alleen al in Europa, voornamelijk als gevolg van hittegolven.
– Eunice was de duurste storm in Europa sinds 2010, met 3,4 miljard dollar aan verzekerde verliezen. Wijdverspreide hagelbuien in Frankrijk droegen bij tot de op één na hoogste uitbetalingen voor natuurrampen in het land, met een recordbedrag van 6,9 miljard euro (7,4 miljard dollar).
– Europa, de VS, China en andere regio’s werden zwaar getroffen door droogte en hittegolven. De verzekeringsuitkeringen voor droogterisico’s waren met 12,6 miljard dollar wereldwijd de op één na hoogste ooit.
– De moessonoverstromingen in Pakistan hadden grote humanitaire gevolgen voor het land. In een samenvatting van het moessonseizoen van 2022 zegt het Pakistaanse Meteorologische Agentschap dat de regenval in het hele land tussen juli en september 175% boven het gemiddelde lag.
Veerkracht opbouwen
De verwoestingen die rampen over de hele wereld aanrichten, onderstrepen de noodzaak van een grootschaliger toepassing van risicobeperkende strategieën, waaronder beter rampenbeheer en waarschuwingssystemen die de veerkracht verbeteren. Hoewel de effecten van klimaatverandering overal ter wereld steeds zichtbaarder worden, behoren sociaaleconomische aspecten, demografische veranderingen en de verdeling van de welvaart nog steeds tot de belangrijkste oorzaken van financiële verliezen. De gegevens in dit verslag helpen organisaties niet alleen om hun eigen risico’s beter te beperken, maar ook om stappen te ondernemen om de wereldwijde beschermingskloof te verkleinen en de gemeenschappen waarin wij leven en werken beter te beschermen.
De onderstaande tabel toont de top 10 van gebeurtenissen die in 2022 economische verliezen veroorzaakten.
Het volledige rapport en een korte video zijn beschikbaar op de interactieve microsite van Aon. Naast het rapport kunnen lezers actuele en historische catastrofegegevens en gebeurtenisanalyses bekijken op catastropheinsight.aon.com.
Wat is shrinkflation?
Door ODDO BHF
23 Maart 2023
Als de doos pralines die u voor Valentijnsdag ontving half leeg was, ligt de fout bij bepaalde merken die niet aarzelen om de hoeveelheden te verminderen terwijl de prijs hetzelfde blijft en een te grote verpakking wordt gebruikt. Deze praktijk, beter bekend als shrinkflation, is volkomen legaal. In een klimaat van wijdverbreide kosteninflatie en druk op de toeleveringsketen nemen merken steeds vaker hun toevlucht tot shrinkflation en andere onorthodoxe strategieën. Maar volgens een studie van Kroger 84.51° is één op de drie consumenten niet op de hoogte van dit fenomeen.
Shrinkflation: een vage praktijk om marges te beschermen
Zoals blijkt uit de Amerikaanse consumentenprijsindex, die steeg van bijna 0% vlak na Covid tot een piek van ongeveer 9% afgelopen zomer, heeft het jaar 2022 een uiterst virulente inflatieschok gekend. Bij nadere beschouwing blijkt dat deze schok zeer algemeen was en zowel de landbouwgrondstoffen als de lonen, de energie en de transportkosten heeft getroffen.
Zo werd de agrovoedingssector niet gespaard en verhoogden veel spelers hun prijzen, waarbij ze de kosten van de inflatie doorberekenden aan de consument, een bekende praktijk. Naast prijsverhogingen hebben producenten andere, minder duidelijke praktijken om hun marges te beschermen in een context van stijgende kosten over de hele linie.
De bekendste en meest voorkomende praktijk onder producenten is “shrinkflation”. De definitie daarvan is uiterst eenvoudig: de hoeveelheid verminderen met behoud of zelfs verhoging van de verkoopprijs. De toepassing ervan is moeilijk herkenbaar voor de consument, die zelden let op het gewicht van de producten die hij in zijn karretje legt. Krimpflatie kan dus worden vergeleken met onzichtbare inflatie, die zeer waarschijnlijk wordt onderschat in de conventionele indexen voor inflatiemeting.
Welke producten?
De meest getroffen producten zijn de zogenaamde verwerkte producten, zoals yoghurt, snacks, dranken en kaas. Afgezien van het gewicht van het product bestaat er geen indicator waarmee de ontwikkeling van de verhouding tussen hoeveelheid en prijs van deze producten kan worden gevolgd. Voor minder verwerkte producten zoals verse producten (groenten en fruit, enz.) worden de prijzen daarentegen per kilo aangegeven, zodat de consument prijsstijgingen gemakkelijker kan waarnemen.
Merken wedijveren in vernuft om kopers te misleiden en aarzelen niet om met de grootte van de verpakking te spelen om mensen te doen geloven dat de hoeveelheden groter zijn. Het bekendste voorbeeld is dat van de cornflakesverpakkingen, die vaak onevenredig groot zijn in verhouding tot de hoeveelheid producten die ze bevatten. Sterker nog, merken gaan zelfs zo ver dat ze kopers ervan overtuigen dat deze verkleining van de hoeveelheid voor hun eigen bestwil is. Zo heeft het merk Coca-Cola in april 2019 het formaat van zijn in Zwitserland verkochte blikjes teruggebracht van 50 cl tot 45 cl, terwijl het uitlegde dat deze vermindering in feite een reactie was op de verwachtingen van de consument.
Tegen alle verwachtingen in maakt het formaat van 50 cl in mei zijn comeback in Zwitserland. De woordvoerder van het merk rechtvaardigt deze ommezwaai aan de hand van consumentenonderzoeken. De supermarkten hebben echter een beslissende rol gespeeld in deze strijd. De Coop besloot de tegenaanval in te zetten door flessen van 50 cl te importeren, eerst uit Polen, vervolgens uit Oekraïne en Servië, nog steeds voor 1,35 frank per stuk, terwijl ze tegelijkertijd de Zwitserse flessen van 45 cl verkochten. Bovendien besloot de detailhandelaar opnieuw flesjes Pepsi, de historische rivaal van Coca-Cola, in zijn assortiment op te nemen. Uiteindelijk besloot de frisdrankproducent vier jaar later terug te krabbelen en dezelfde prijzen te handhaven!
Europa in de frontlinie
Helaas is dit voorbeeld nog in de minderheid en gaat de trend in de richting van een toenemend gebruik van shrinkflation. Omkeringen zijn immers zeldzaam, zelfs wanneer de inflatie daalt. Zo schat de vereniging Foodwatch dat in Frankrijk in 2022 de hoeveelheden van 6% van de verkochte producten zijn verlaagd.
Eind 2022 heeft de Répression des Fraudes een onderzoek ingesteld in verpakkingsfabrieken. Zij heeft de op de verpakkingen vermelde hoeveelheden kunnen vergelijken met het werkelijke gewicht van de producten. Het onderzoek werd ook uitgevoerd in voedingswinkels om de etiketten op deze producten te onderzoeken. De eind januari meegedeelde resultaten wijzen op afwijkingen in 11% van de bezochte winkels en in 7 van de 31 geïnspecteerde fabrieken, voornamelijk met betrekking tot chocoladerepen, huishoudelijke en hygiëneproducten, maar ook yoghurt. De Franse regering roept daarom op tot meer transparantie en pleit voor het gebruik van mobiele toepassingen om de consument beter te informeren.
Na Frankrijk is het nu de beurt aan Polen om de krantenkoppen te halen en, zoals de Financial Times het treffend formuleert: “Consumenten hebben niet alleen een goed gevulde portemonnee nodig, maar ook een vergrootglas om door de verpakkingen te zeven”. Met een inflatie in Polen van ongeveer 17%, bijna het dubbele van het gemiddelde in de eurozone, wordt krimpflatie beoefend met een intensiteit die nooit eerder is vertoond.
Hoewel je er vandaag de dag geen dag over hoort in de pers, is shrinkflation geen nieuwe praktijk.
De techniek werd gebruikt door Romeinse keizers, die de randen van zilveren en gouden munten bijsneden of zelfs koper en andere goedkopere metalen invoerden om hun imperium te financieren. Meer recentelijk, na de Brexit in 2016, hebben producenten en distributeurs die in het Verenigd Koninkrijk actief zijn hun toevlucht genomen tot deze strategie op grote schaal omdat de kosten, inclusief douanerechten, de pan uitrezen.
Maar er zijn ook andere wapens beschikbaar voor de agrovoedingssector. Een voorbeeld is cheapflation, waarbij goedkopere ingrediënten worden gebruikt, die voor de consument nog moeilijker te herkennen zijn. Voorbeelden hiervan zijn boter waarin palmolie de melk vervangt, snoepgoed waarin glucosestroop de suiker vervangt en tandpasta die steeds minder fluoride bevat. Deze veranderingen hebben vaak een negatief effect op de gezondheid van de consument, om nog maar te zwijgen van de ecologische gevolgen.
Conclusie
De gevolgen van de inflatieschok van 2022 gaan verder dan de prijsstijging die aan de hand van traditionele indicatoren wordt gemeten. Onduidelijke praktijken die altijd al hebben bestaan, zoals shrinkflation, of recentere methoden, zoals cheapflation, hebben een recordaanvaarding gekend. Het doel van de spelers in de voedingsindustrie is hun marges te beschermen in een context van algemene kostenstijgingen. Maar deze technieken zijn niet zonder gevolgen voor het vertrouwen van de consument, zijn gezondheid en die van onze planeet. We kunnen iedereen dus alleen maar aanraden om verwerkte producten zoveel mogelijk te vermijden en meer tijd in de keuken door te brengen. Zoals voedselschrijver Michael Pollan zegt: “Je kunt eten wat je wilt, zolang je het maar zelf kookt”.
Een jaar na de Russische inval in Oekraïne, welke lessen kunnen er worden geleerd voor ESG?
Door Matt Christensen, Global Head of Sustainable and Impact Investing, Allianz GI
20 Maart 2023
De invasie van Russische strijdkrachten in Oekraïne, die in februari 2022 begon, heeft wereldwijd een grote reikwijdte en heeft enorme gevolgen gehad voor de ‘just-in-time’ economie, de politiek en het begrip duurzaamheid. Een jaar na het begin van het conflict kunnen enkele specifieke lessen worden getrokken (of in sommige gevallen getrokken worden).
Versnelde ontwikkeling van schone en betaalbare alternatieve energiebronnen
Rusland is de op één na grootste producent van aardgas ter wereld. Het beschikt over de grootste gasreserves ter wereld en behoort tot de drie grootste producenten van ruwe olie ter wereld. Door het conflict werden de veiligheid, de toegang en de betaalbaarheid van energie wereldwijd, maar vooral in Europa, snel op de proef gesteld en werden de belangrijkste betrokkenen gedwongen bronnen als gas en kernenergie te overwegen. De zachte winter heeft de economie en het klimaat tot dusver beschermd tegen de ergste gevolgen van de oorlog. Toch is het pleidooi voor een veerkrachtige energiearchitectuur duidelijk. Verwacht wordt dat hernieuwbare energiebronnen vorig jaar voor het eerst de grens van 300 GW hebben overschreden.
Reorganisatie van de economie
Om onze ambities op het gebied van schone energie te ondersteunen, moeten we de manier waarop we strategische metalen en mineralen betrekken, volledig herzien. Rusland is een belangrijke producent van basismetalen en volgens Economist Intelligence importeren landen die meer dan 77% van het mondiale bbp vertegenwoordigen aanzienlijke hoeveelheden van ten minste één basismetaal uit Rusland of Oekraïne. Meer bepaald hangt schone energie af van nikkel, waarvan Rusland de grootste producent ter wereld is, maar de geopolitieke onzekerheid heeft de aandacht gevestigd op de bijdrage van China aan lithium en zeldzame aardmetalen. De enige manier om in de toekomst duurzaam in de behoefte aan grondstoffen voor schone energie te voorzien, is het effectief recyclen van elektronische producten (“e-waste”).
Voedsel voor gedachten
De omvang van de Russische en Oekraïense landbouweconomie en hun bijdrage aan de mondiale voedselvoorzieningsketen is ook aan het licht gekomen, waardoor de crisis rond de kosten van levensonderhoud een extra dimensie krijgt. Het conflict bood een glimp van wat er zou kunnen gebeuren als de mondiale voedselvoorzieningsketen voor langere tijd zou worden verstoord, mogelijk als gevolg van klimaat- of biodiversiteitsgerelateerde gebeurtenissen. Zonder een systematische transformatie van het mondiale ecosysteem zal de ongelijkheid op voedselgebied toenemen, zal de bijdrage van voedsel aan de klimaatverandering niet verbeteren en zouden de gezondheidsdiensten, die al onder druk staan, nog meer onder druk kunnen komen te staan.
Defensie
Het thema van de kapitaaltoewijzing aan de defensiesector kwam in maart 2022 op de voorgrond. Terwijl de markt een consensus bereikte over controversiële wapens, waren de meningen verdeeld over het al dan niet opnemen van defensiebedrijven in fondsen met een duurzaamheidslabel op basis van militaire uitrusting en diensten of kernwapens (binnen of buiten het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV)).
ESG is dood, lang leve E, S en G?
Door de energiecrisis als gevolg van het conflict werd de GSS al snel een heet politiek hangijzer. Onderinvesteringen in de wereldwijde energie-infrastructuur, maar vooral in Europa, kregen de schuld van de ESG en een achterhaalde klimaatagenda. Hoewel dit veeleer werd ingegeven door politieke agenda’s dan door de inhoud, moest ESG echte vragen beantwoorden over de toepassing ervan op investeringsbeslissingen.
Daarom is er behoefte aan een gemoderniseerd en robuust kader voor niet-financiële risico’s dat alle beleggingsstrategieën kan onderbouwen.
Op weg naar transitie
De gebeurtenissen van het afgelopen jaar hebben niet alleen de veerkracht van ESG op de proef gesteld, maar de markten ook uitgedaagd na te denken over de overgang naar de groene economie in plaats van zich uitsluitend op de groene economie te richten. Nieuwe groene regelgeving werd verwarrend genoemd en losgekoppeld van de echte wereld van ontkoling en risicobeperking. Er is behoefte aan een meer holistische benadering van de reële gevolgen en de toekomstige economische veerkracht. Transitie kan daarbij de hoeksteen vormen. Het formaliseren van de bijdrage die transitie en sterke betrokkenheid bij bedrijven kan leveren, kan samen met groene regelgeving de nodige investeringen aantrekken.
Zelfs een land dat zo politiek verdeeld is als de VS over klimaatveranderingskwesties heeft het idee van transitie als basis voor zijn toekomstige economie omarmd. Misschien deels als reactie op de gebeurtenissen in het verre Oekraïne is de regering-Biden erin geslaagd verschillende wetsvoorstellen voor in totaal meer dan 1 biljoen dollar goed te keuren die een groen netwerk zullen creëren en groene technologieën zullen subsidiëren. Een meerjarige transformatie zal andere bestaande transitieplannen in de Europese Unie en China onder druk zetten.
Als we iets hebben geleerd van de schokkende gebeurtenissen van 24 februari 2022, dan is het wel dat de GSS-wereld in de toekomst verfijnder zal worden in zijn economische en politieke logica, naarmate landen en economische blokken ervoor zorgen dat hun energiezekerheid nauwer aansluit bij hun klimaatambities.
Hoe beschermt u uw partner bij een overlijden?
Door Astrid Dutré en Sophie Slits, Senior Estate Planners bij Nagelmackers
2 Maart 2023
Hoe kunt u ervoor zorgen dat uw partner financieel en juridisch beschermd is in geval van overlijden?
De juridische keuze voor een samenlevingsvorm heeft belangrijke juridische en fiscale gevolgen tijdens het leven van het koppel en ook bij het overlijden van een van de twee.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten?
- De wettelijke vererving van het vermogen van de partners
- Vermogensplanning
De wettelijke vererving van het vermogen van de partners
Maakt u geen testament op, dan bepaalt de wetgever wie uw erfgenamen zijn en waarop ze elk recht hebben.
We spreken ook wel over de wettelijke devolutie en richten ons in het bijzonder op de toepasselijke regels voor de partner.
De langstlevende echtgenoot heeft een speciaal statuut omdat hij of zij altijd erft, ongeacht de personen met wie hij of zij tot de nalatenschap komt.
Als er kinderen zijn, erft de langstlevende altijd het vruchtgebruik van de nalatenschap en de kinderen de blote eigendom.
Zijn er geen kinderen, dan erft de langstlevende echtgenoot – ongeacht het gekozen huwelijksvermogensstelsel de volle eigendom van het gemeenschappelijk of onverdeeld vermogen dat samen werd opgebouwd. De langstlevende echtgenoot erft het vruchtgebruik op de eigen goederen van de overledene. De andere erfgenamen (broers, zusters, moeder, vader) erven de blote eigendom.
Komt de langstlevende echtgenoot echter samen met erg verre familieleden tot de nalatenschap (nonkels, tantes, neven en nichten), dan erft de langstlevende echtgenoot de gehele nalatenschap in volle eigendom.
En hoe zit het met samenwonenden?
Laat ons beginnen met de wettelijke samenwoners, zij dus die een verklaring afgelegd hebben voor de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De wettelijk samenwonende partner erft slechts het vruchtgebruik van de gezinswoning en de inboedel. De overige wettige erfgenamen, zoals uw kinderen, verkrijgen dus de blote eigendom van uw gezinswoning en de volle eigendom van de overige goederen.
Dat wettelijke erfrecht is dus vrij beperkt. Bovendien is de wettelijk samenwonende geen reservataire erfgenaam. Het erfrecht op de gezinswoning is dus onzeker omdat het bij testament kan worden ontnomen. De langstlevende echtgenoot heeft daarentegen meer zekerheid over zijn erfrechten, aangezien hij een reservatair erfgenaam is.
Ten slotte zijn er de feitelijk samenwonenden, d.w.z. degenen die op hetzelfde adres wonen. Als u feitelijk samenwoont, erft u wettelijk niets van uw partner.
Wil men in deze situaties als samenwoner erfrechten toekennen aan elkaar, dan moeten er maatregelen worden genomen. Zo kan men elk een testament opmaken.
Meer dan ooit is het duidelijk dat het erfrecht van onze partner heel erg kan verschillen naargelang het gekozen statuut. De aanwezigheid van gemeenschappelijke kinderen of kinderen uit een vorige relatie heeft ook een impact op wat onze partner erft.
Successieplanning
In de praktijk willen sommige partners verder gaan dan de wet voorschrijft. Ze willen zichzelf extra garanties toebedelen ter bescherming. Daar hebben ze vaak goede redenen voor. Denk bijvoorbeeld aan een koppel zonder kinderen, of omdat een koppel meent dat de kinderen nog te jong of onvolwassen zijn om betrokken te worden in een vermogensplanning.
In dat geval spreken we over een horizontale planning, een successieplanning tussen partners dus.
Partners richten zich in eerste instantie tot elkaar en er wordt nog niet gedacht aan een overdracht naar de volgende generatie.
Op welke planningsinstrumenten kunnen partners een beroep doen?
- Het huwelijkscontract
In geval van een huwelijk is het van belang het huwelijksvermogensstelsel te analyseren en, indien er een huwelijkscontract is, welke clausules inzake vermogensverdeling tussen de echtgenoten zijn overeengekomen.
Bent u gehuwd of gaat u trouwen, dan zet u met uw huwelijkscontract en het door u gekozen huwelijksstelsel al een belangrijke stap in uw horizontale planning.
We denken daarbij bijvoorbeeld aan de toevoeging van het keuzebeding van het gemeenschappelijk vermogens voor koppels gehuwd onder een gemeenschapsstelsel. Voor paren die onder het stelsel van scheiding van goederen zijn gehuwd, kan dit keuzebeding van toepassing zijn indien zij onderling een intern gemeenschappelijk vermogen hebben gecreëerd.
Door een keuzebeding, zal de langstlevende echtgenoot bij het overlijden van zijn of haar echtgenoot kunnen kiezen tussen verschillende mogelijkheden om het gemeenschappelijk vermogen aan hem/haar te laten toekomen. Deze keuze hangt af van zijn of haar wensen op dat moment en heeft een eigen fiscaal prijskaartje.
- De schenking
De schenking is mogelijk voor de verschillende samenlevingsvormen.
De schenking tussen echtgenoten is natuurlijk een zeer praktische tool. Schenkingen tussen echtgenoten buiten een huwelijkscontract om kunnen altijd worden herroepen. Dat is belangrijk mocht het huwelijk ooit op een echtscheiding uitlopen.
Voor samenwonenden (wettelijk of feitelijk) is de situatie anders. De schenking is onherroepelijk. Gegeven is gegeven.
Aan de schenking kan ook een conventioneel beding van terugkeer worden gekoppeld, waardoor de geschonken goederen vrij van erfbelasting terugkeren naar de schenker indien de begiftigde voor hem zou komen te overlijden.
Een schenking tussen echtgenoten is enkel mogelijk voor eigen goederen. Goederen die tot de huwgemeenschap behoren, kunnen niet aan elkaar geschonken worden.
Bij een schenking moet rekening worden gehouden met de reserve van de kinderen. Het aandeel waarover men altijd vrij kan beschikken, en dat dus aan de partner wordt geschonken, bedraagt de helft van het vermogen.
- Het testament
Een testament is een akte waarbij wordt bepaald aan wie een deel van de nalatenschap zal toekomen op het moment van overlijden.
Het is dan mogelijk om vandaag te beslissen wat er na het overlijden met de nalatenschap zal gebeuren.
Het opstellen van een testament kan nuttig of zelfs noodzakelijk zijn wanneer partners zich optimaal willen beschermen of bij hun overlijden iets willen toekennen.
Bij een huwelijk zonder kinderen erft de langstlevende echtgeno(o)t(e) mogelijk samen met andere erfgenamen zoals de ouders, broers en zussen Soms is dat niet wenselijk. In een dergelijk geval kan bij testament worden afgeweken van de wettelijke devolutie. Aangezien de ouders niet langer reservatair beschermd zijn, kan alles aan de langstlevende partner nagelaten worden.
Feitelijk samenwonenden erven niet automatisch van elkaar en wettelijk samenwonenden hebben slechts een beperkt erfrecht (vruchtgebruik van de woning). Daarom kan het nuttig zijn om elkaar door middel van een testament te bevoordelen.
Een testament wordt pas van kracht bij overlijden en heeft het voordeel dat het altijd kan worden herroepen.
Men mag echter nooit de reserve van de kinderen uit het oog verliezen, die overeenkomt met de helft van het vermogen van de overleden ouder.
- Het beding van aanwas
Het beding van aanwas is een contract waarin twee partijen bedingen dat bepaalde goederen bij het overlijden van de ene partij zullen aanwassen bij de goederen van de andere.
Doordat het om een kanscontract gaat, is er op de aanwas van roerende goederen geen erf- of schenkbelasting verschuldigd. Die planningstechniek wordt door de fiscus echter in de gaten gehouden. Elk gewest geeft immers zijn eigen voorwaarden gesteld. Daarom is het des te belangrijker om in dit verband contact op te nemen met een juridisch adviseur of notaris.
- Levensverzekering – Begunstigingsclausules
Bij het afsluiten van een levensverzekering kunt u ook aanduiden wie de begunstigde van het kapitaal zal zijn bij uw overlijden. Duidt u niemand aan, dan zal het kapitaal standaard uitgekeerd worden aan uw nalatenschap.
Met een levensverzekering kunt u wie u dierbaar is als begunstigde aanwijzen.
Het is echter belangrijk om van tijd tot tijd te controleren of deze begunstigden nog steeds de mensen zijn aan wie u het overlijdenskapitaal wilt toekennen.
Zolang de begunstiging van de levensverzekering niet uitdrukkelijk aanvaard is door de begiftigde, kunt u de namen van de begunstigden bij leven nog steeds aanpassen.
Afhankelijk van de structuur en het statuut van de begunstigde, kunnen er verschillen zijn op het vlak van de te betalen erfbelasting, alsook op het vlak van de verdeling van het overlijdenskapitaal.
Het is noodzakelijk regelmatig de balans op te maken en uw bankier of verzekeraar om informatie te vragen.
Deze publicatie dient uitsluitend ter informatie en is niet bindend voor de bank. Ze houdt geen rekening met uw persoonlijke situatie en kan daarom nooit worden beschouwd als juridisch of fiscaal advies of als advies inzake financiële planning. Gezien de complexiteit van bepaalde transacties en de civiele en fiscale gevolgen ervan, raden wij u ten zeerste aan uw notaris of persoonlijke adviseur te raadplegen. Deze brochure is gebaseerd op de wetgeving die van kracht is in januari 2023
De klimaatuitdaging en de energieproblematiek
Door Ludivine de Quincerot, hoofd ESG & Financiële analyse, en Andréa Sekularac, Sustainable Investment Officer bij Rothschild & Co Asset Management
20 Februari 2023
Eind 2022 lijkt het geopolitieke en economische klimaat niet bevorderlijk om nog meer ecologische maatregelen te nemen, terwijl de latente maatschappelijke spanningen nog groter zijn geworden. Is de naleving van de Overeenkomst van Parijs en de verwezenlijking van de Net Zero doelstelling nog haalbaar in deze context, die a priori niet erg gunstig is voor de milieuzaak?
Een COP in een gespannen internationale context
De COP27 eindigde met gemengde gevoelens. Sommige engagementen inzake de vermindering van broeikasgasemissies of het afstappen van fossiele brandstoffen zijn aangescherpt. Verliezen en schade hebben echter meer aandacht gekregen in het debat. Aangezien de ontwikkelingslanden als eerste worden blootgesteld aan de gevolgen van de opwarming van de aarde, waarvoor de ontwikkelde landen hoofdzakelijk verantwoordelijk zijn, werden de deelnemers het uiteindelijk eens over de oprichting van een nieuw fonds om de zwaarst getroffen landen te helpen.
Dit besluit, dat het resultaat is van een dertig jaar oude vaststelling, is niet zomaar anekdotisch en geeft een sterk signaal. Tot nu toe is er weinig of niet geïnvesteerd in omgaan met de gevolgen van de klimaatverandering. De meest getroffen landen helpen is rechtvaardig. Toch blijkt uit deze herschikking van prioriteiten dat we nu zowel de gevolgen als de oorzaken trachten te bestrijden. Dat werpt een nieuw licht op de economische en maatschappelijke gevolgen van de klimaatverandering.
Hoe is het zover kunnen komen?
De uitbraak van het Russisch-Oekraïense conflict heeft Europa in een energiecrisis zonder weerga gestort, nog versterkt door de sluiting van de helft van de Franse kerncentrales, het belangrijkste alternatief voor thermische centrales. De politieke besluitvormers, die worden geconfronteerd met de explosieve stijging van de gas- en elektriciteitsprijzen en de daaruit voortvloeiende economische en maatschappelijke risico’s, hebben logischerwijs de nationale belangen boven wereldwijde uitdagingen geplaatst. Zo is het klimaatvraagstuk naar de achtergrond verdrongen. Deze situatie heeft vooral de aandacht gevestigd op de zeer grote afhankelijkheid van bepaalde staten van een beperkt aantal producenten van fossiele brandstoffen, maar ook op het gebrek aan diversiteit in de Europese energiemix.
Bij gebrek aan alternatieven is meestal gekozen voor substitutiemiddelen, soms de meest “koolstofintensieve”, om aan de noodsituatie het hoofd te bieden. Het jaar 2022 staat dus in het teken van de terugkeer van fossiele brandstoffen, in de eerste plaats steenkool, waarvan het gebruik met 1,2% zou toenemen(1). Tegelijkertijd is de vraag naar gas gestegen om de lage voorraden aan te vullen nu de winter voor de deur staat, en om te voorkomen dat de energiecrisis uitmondt in een diepe sociale crisis.
Is het Akkoord van Parijs achterhaald?
De energiecrisis illustreert vooral het probleem van de tijdshorizon, en de tegenstelling tussen korte- en langetermijnbelangen. Financiële spelers krijgen deze vraag steeds opnieuw voorgeschoteld. Hoewel de huidige situatie op korte termijn beter uitdraait, zijn de bestaande engagementen, of het nu gaat om het tijdschema voor de geleidelijke afbouw van steenkool of het traject voor emissiereducties en investeringen, niet herzien of geschrapt. Integendeel, ze zijn soms zelfs versterkt.
Bovendien dwingt een crisis tot innovatie en kan het de besluitvorming versnellen. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld leidde de oliecrisis van 1970 ertoe dat politici op zoek gingen naar alternatieve bevoorradingsbronnen om hun energieonafhankelijkheid te waarborgen. Bovendien zijn hernieuwbare energiebronnen volgens het IEA(2) momenteel het meest kosteneffectief. Hoewel nog zeer beperkt, fungeren zij als buffer in een gespannen energiecontext. Volgens het agentschap zou, met de huidige hoge gas- en elektriciteitsprijzen en de lopende investeringen, de capaciteit voor hernieuwbare energieopwekking vóór 2030 de belangrijkste bron van elektriciteitsopwekking kunnen worden. Ondertussen zal de energiesituatie waarschijnlijk precair blijven. Door die spanningen wordt het transitieproces nog langer, zonder dat het oorspronkelijke doel echter in het gedrang komt.
Sterke internationale ambities
In Europa wordt met het nieuwe programma RePowerEU, dat op 210 miljard euro wordt geraamd, gestreefd naar 45% van de ENR(3) bevoorrading tegen 2030, maar ook naar 13% energiebesparing (tegenover de huidige 9%). Het werd onlangs versterkt door een koolstoftaks aan de grens in de Europese Unie. In de Verenigde Staten beoogt de in juni jongstleden aangenomen Inflation Reduction Act van 2022 (bijna 400 miljard dollar over 10 jaar) de doelstelling te ondersteunen om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 50% tot 52% te verminderen ten opzichte van 2005, en is vooral gebaseerd op belastingkredieten om de productie van hernieuwbare energie “made in the USA” aan te moedigen.
Deze verklaarde wens om zich van China te emanciperen door ultra-protectionistische maatregelen is niettemin een bron van spanning voor zijn Europese partners, die opnieuw collaterale schade worden in een handelsoorlog die ondanks het einde van het mandaat van Donald Trump voortduurt. In China beoogt de partij een vermindering van de koolstofintensiteit met meer dan 65% ten opzichte van 2005 en een verhoging van het aandeel van niet-fossiele brandstoffen tot 25% van het energieverbruik (tegen 2019 15,3%). Hoewel de vraag naar de timing rijst, blijkt uit deze aankondigingen duidelijk de ambitie van een staat die zich wil positioneren als leider op het gebied van hernieuwbare energie en die zichzelf over het algemeen de middelen weet te verschaffen om zijn doelstellingen te bereiken.
De energietransitie en de economische en maatschappelijke uitdagingen
Ondanks de bereidwilligheid van de staten blijkt uit de huidige situatie dat een plotselinge verandering van energiestrategie niet haalbaar is. Dit proces houdt in dat rekening wordt gehouden met de maatschappelijke gevolgen (omscholing, steun- en begeleidingsmaatregelen, opleiding, enz.) of de gevolgen voor de grondgebieden (delokalisatie, overconcentratie, enz.). Om duurzaam te zijn, mag het nieuwe model de onevenwichtigheden die inherent zijn aan eerdere modellen niet herstellen of vergroten. Voorts is de noodzaak om de Europese energiemix te diversifiëren, met name door stimulerend overheidsbeleid, een reeds lang bestaande uitdaging, maar een gebrek aan organisatie bij de uitvoering ervan dreigt grote gevolgen te hebben voor de prijsstabiliteit en uiteindelijk voor de bevolking. Volgens modellen van de ECB zal een ordentelijke overgang in Europa leiden tot een stijging van de energieprijzen met ongeveer 3,5% per jaar, vergeleken met een basisscenario. Dit scenario zou leiden tot een inflatie van gemiddeld 0,10% per jaar en heeft op korte termijn een licht negatief effect op het bbp van de eurozone. Anderzijds zou een ongeordende klimaattransitie gepaard gaan met een stijging van de energieprijzen met gemiddeld 13,5% per jaar en inflatoir (gemiddeld +0,5% per jaar ten opzichte van het standaardscenario) en negatief zijn voor de groei op korte en middellange termijn(4). Bovendien worden deze scenario’s nu getoetst aan de huidige crisis, die de inflatoire effecten van de energiecomponent doorgaans versterkt.
Een inflatoire context die de transitie in het gedrang brengt?
De inflatie, die al werd aangewakkerd door de wereldwijde gezondheidscrisis, is in vele regio’s van de wereld sterk gestegen door een combinatie van de energiecrisis en de grondstoffentekorten. In het licht van deze situatie zijn de belangrijkste centrale banken begonnen met de strafste renteverhogingen in tien jaar.
Is het, gezien de wereldwijde schuldenberg die verder oploopt, dan ook realistisch om te verwachten dat bedrijven zich engageren voor transitie-investeringsplannen? De nieuwe situatie op de obligatiemarkten doet niet noodzakelijkerwijs afbreuk aan hun vermogen om te investeren. Dankzij het zeer gunstige renteklimaat van de afgelopen tien jaar hebben de meeste van hen, vooral de energiebedrijven, gezonde balansen kunnen voorleggen. Bovendien hebben evoluties in de regelgeving doorgaans tot gevolg gehad dat investeringen in duurzame oplossingen worden aangemoedigd. Vanuit financieel oogpunt kunnen duurzaamheidscriteria ook de risicopremies beïnvloeden vanwege de extra garanties die zij beleggers bieden. Transparante en heldere investeringen zullen daarom van cruciaal belang zijn voor bedrijven die bereid zijn hun transitie te financieren. Hierdoor worden ze meer waard. De rol van de belegger zal erin bestaan de bedrijven te selecteren die het best gepositioneerd zijn om te profiteren van deze potentiële waardevermeerdering.
Is Net Zero een utopie?
Meer dan 80% van de wereldeconomie heeft zich er momenteel toe verbonden Net Zero te worden(5). Hoewel we ons vragen kunnen stellen over het tempo, is het momentum er toch. De geloofwaardigheid van deze engagementen zal echter afhangen van de vaststelling van doelstellingen over verschillende tijdshorizons, en georganiseerde transitieplannen met duidelijk omschreven middelen. Het bereiken van een standaardisatie van de engagementen (geïntegreerd in de strategie van het bedrijf, de toewijzing van kapitaal en het toezicht op het CO2-budget) is essentieel, evenals het in aanmerking nemen van scope 3(6)), ondanks de inherente complexiteit van deze gegevens.
Daarom zal de oprichting van een toezichthoudende autoriteit die transparantie aanmoedigt en greenwashing beperkt sowieso bijdragen tot de toepassing van beste praktijken en marktnormen. De regelgeving gaat in die richting en beleggers en ondernemingen zijn over het algemeen voorstander van de uitvoering van initiatieven zoals de taxonomie, die een juridisch en uniform kader bieden. Bovendien zullen naast fossiele brandstoffen en hun alternatieven (waterstof, kernfusie, enz.) de kwesties van energie-efficiëntie en technologische innovatie de komende jaren van cruciaal belang zijn. Naast de energiebedrijven zullen de sectoren die het meeste uitstoten (industrie, nutsbedrijven, grondstoffen, chemie, enz.) dus een fundamentele rol spelen om de transitie te stimuleren.
(1) IEA, Coal 2022 – Analysis and forecast to 2025, december 2022..(2) International Energy Agency : Internationaal Energie Agentschap.
(3) Hernieuwbare energie.
(4) Bron: ECB, 2020.
(5) Universiteit van Oxford, november 2021.
(6) Indirecte koolstofemissies in verband met de verschillende stadia van de levenscyclus van een product.
Het alternatief, ja, maar welk?
Door Alexis Grutter en Ludovic Berthe, beheerders, La Financière de l’Echiquier
15 Februari 2023
2022 was een atypisch beursjaar dat de beleggers zwaar op de proef heeft gesteld. In 2023 zullen diezelfde beleggers hun portefeuilles moeten herzien. Dit moet gebeuren doordat het nulrentebeleid stopt en de geldkraan dichtgaat, terwijl er op de achtergrond volatiliteit en onzekerheden blijven bestaan. Een van de mogelijke antwoorden kunnen we vinden in alternatief beheer.
Dat ontstond in de tweede helft van de twintigste eeuw en nam fors aan belang toe naarmate de markten diverse crisissen doormaakten, van de oliecrises in de jaren zeventig over de crash van 1987, de internetzeepbel van de jaren 2000, de financiële crisis van 2008 tot de polycrisis waar we in 2022 in terecht zijn gekomen …
Specifieke strategieën
Parallel met de toename van het wereldwijd beheerde vermogen, dat momenteel op meer dan 5.000 miljard dollar wordt geraamd[1], heeft de proliferatie van de alternatieve strategieën dit type beheer de mogelijkheid geboden om oplossingen aan te reiken voor heel specifieke beheerstypes of omgevingen, elk met zijn eigen voor- en nadelen.
De meeste alternatieve beheerstrategieën zijn sterk gecorreleerd met risicoactiva, wat in tijden van crisis een probleem kan zijn. We mogen immers verwachten dat die fondsen in woelige tijden een welgekomen decorrelatie in een portefeuille brengen.
Hoewel het verleden leert dat vele van die strategieën niet de verhoopte diversificatie opleveren, is er één strategie die crisis na crisis toch haar deugdelijkheid bewijst: CTA’s (commodity trading advisors). Naast hun decorrelatie met traditionele activa kunnen die systematische strategieën immers positieve rendementen genereren wanneer de markten ontwricht zijn, en zo een deel van de verliezen compenseren die andere strategieën hebben geleden.
Trendvolgers
CTA’s zijn trendvolgers en zijn dus bedoeld om op middellange en lange termijn trends in een groot aantal vermogenscategorieën te volgen, zoals beursindexen, staatsobligaties, valuta’s en grondstoffen, waaraan zij doorgaans zijn blootgesteld via derivaten, in het bijzonder futurescontracten.
Nog een troef is dat zulke beleggingen niet worden beïnvloed door menselijke emoties. De signalen worden systematisch gegenereerd door kwantitatieve modellen, die een systematisch kader scheppen om fouten in menselijk gedrag te voorkomen, zoals te vroeg winst nemen of verliezen te lang laten aanslepen. In het verleden heeft dat kenmerk CTA-fondsen geholpen om positieve rendementen te behalen, in zowel stijgende als dalende markten.
Ten slotte kunnen CTA’s sterk presteren wanneer de marktvolatiliteit hoog is of toeneemt, omdat volatiliteit doorgaans de koersen van alle vermogenscategorieën doet stijgen of dalen. CTA-strategieën zijn zo bijzonder interessant gebleken bij correcties op de markten, zoals tijdens de internetzeepbel tussen 2000 en 2003 of de grote financiële crisis van 2008.
Maar ook afhankelijk van trends
Een CTA hangt echter af van trends. Als die plots omkeren, kunnen ze daar aanzienlijke gevolgen van ondervinden. Bovendien zijn trends moeilijker te benutten wanneer de volatiliteit laag is. Maar in het kader van gediversifieerde portefeuilles hoeft dat geen probleem te zijn, aangezien traditionele activa het in zo’n klimaat doorgaans heel goed doen.
De moeilijke markt in 2022, met een combinatie van renteverhogingen, inflatie en instabiliteit op de markten, was dan weer bevorderlijk voor zo’n strategie. De neerwaartse trends op de aandelen- en de obligatiemarkten en de stijging van de dollar en de grondstoffen konden worden benut, waardoor die aanpak positieve resultaten heeft opgeleverd. Een CTA-strategie biedt niet alleen een eenvoudig alternatief, ze is bovenal bijzonder complementair met traditionele activa en past perfect bij een gediversifieerde portefeuille.
Hogere rentevoeten, een kans voor CTA’s?
2023 wordt ongetwijfeld een jaar vol wendingen en onzekerheden. Wereldwijd zullen door de hogere rentevoeten in heel wat vermogenscategorieën de koersen worden herzien, wat tot bruikbare trends zal leiden. Zo vormen CTA-strategieën een relevant diversificatie-instrument, vooral in complexere periodes, omdat ze niet gecorreleerd zijn met traditionele strategieën. Als de trends na het uitzonderlijke jaar 2022 zouden verzwakken, dan kan het verstandig zijn om voor kwantitatieve fondsen te kiezen die niet alleen trends volgen, maar ook andere rendementsbronnen benutten, fondsen die minder zware klappen krijgen bij een plotse trendbreuk.
Disclaimer: De meningen die in dit document worden geuit, zijn de overtuigingen van de beheerders. LFDE kan hiervoor in geen geval aansprakelijk worden gesteld.
[1] Global Alternatives-studie van Willis Towers Watson
Bedrijfsschuld begin 2023, daarna technologie
Door Christopher Govaerts, Stéphane Denys, Pascale Nachtergaele en Rik Dhoest, Bank Nagelmackers
23/1/2023
We stevenen af op een volatiel klimaat in de eerste helft van 2023, voordat de economische context gunstiger wordt voor een terugkeer van technologieaandelen naar de voorgrond. We moeten de komende maanden inderdaad geen rampscenario zoals dat van 2008 verwachten. Voor 2023 wordt voor de eurozone een groei van 0,5% verwacht. Een harde recessie wordt niet verwacht, met een groei van 2,7% wereldwijd en 1% in de VS.
Stabilisatie
Maar net als in 2022 zal de inflatie de komende kwartalen waarschijnlijk centraal staan. Verwacht wordt dat de inflatie wereldwijd ongeveer 6,5% zal bedragen en in de ontwikkelde landen 4,4%. Een volledige terugkeer naar enige vorm van normaliteit in de inflatoire context zal echter moeten wachten tot 2024.
Ondanks de vermindering van de druk op de aanbodketen ligt de piekinflatie nog steeds in het verschiet in de VS door de aanhoudende druk op de lonen en huizenprijzen, en in Europa door de aanhoudend hoge energiekosten. De beleidsrente van de Europese Centrale Bank zal naar verwachting tegen het einde van de eerste helft van 2023 een piek bereiken van 3,25% en zich vervolgens op dat niveau stabiliseren, terwijl de Amerikaanse Federal Reserve haar rente naar verwachting zal verhogen tot 4,75-5%, alvorens in de tweede helft van volgend jaar mogelijk te versoepelen.
Liquiditeit activeren
Over het geheel genomen zijn obligaties nog steeds onderwogen in vergelijking met een neutrale allocatie, maar wij zouden in de komende maanden moeten terugkeren naar overwogen. Bij aandelen blijft de voorkeur uitgaan naar niet-Amerikaanse aandelen, vooral in Europa en Japan. De volatiliteit zou in de eerste helft van het jaar hoog moeten blijven, met een sectorale voorkeur voor de banksector.
In 2023 kunnen wij constructiever worden voor groeiaandelen, vooral voor groeitechnologie-aandelen. Nu de markten beginnen te anticiperen op de beleidsombuiging van de Federal Reserve, zouden deze aandelen opnieuw in de belangstelling van de beleggers moeten komen. Ten slotte zouden alternatieve beleggingen (goud, grondstoffen, reële activa enz.) in een context die gunstiger is voor de grote traditionele activaklassen, minder goed moeten presteren.
Compromisloos vertrouwen
Door Olivier de Berranger, gedelegeerd algemeen directeur en CIO, en Enguerrand Artaz, beheerder, La Financière de l’Echiquier (LFDE)
18 januari 2023
Elk beursjaar heeft zijn eigen bijzonderheden en wederwaardigheden. Sommige jaren hebben nog decennia later een prominente plaats in de geschiedenis van de financiële markten. 2022 zal er ongetwijfeld zo een zijn. Aandelen en obligaties daalden eensgezind, wat resulteerde in het slechtste rendement op gediversifieerde portefeuilles sinds de jaren 1930. Andere oorzaken zijn het uitbreken van het Russisch-Oekraïense conflict, de grootste oorlog op Europese bodem sinds de Tweede Wereldoorlog, en de scherpste monetaire verkrapping sinds de jaren 1980, doorgevoerd door bijna alle centrale banken ter wereld vanwege de recordhoge inflatie. Dankzij al deze historische feiten zou 2022 moeten toetreden tot de besloten club van opmerkelijke beursjaren.
Eindelijk een rustig jaar?
Ook beleggers zijn afgelopen jaar behoorlijk op de proef gesteld. Zal 2023, na maanden in de rode cijfers, afgewisseld met heel weinig goed nieuws, hen wat rust en vertrouwen brengen? We moeten helaas constateren dat de economische vooruitzichten op korte termijn somber zijn. Hoewel de forse monetaire verkrapping effectief geweest lijkt te zijn in het beteugelen van de inflatie die misschien eindelijk een plateau heeft bereikt, zou dit beleid tot een wereldwijde recessie kunnen leiden. De slagvaardigheid van centrale banken en overheden is beperkt. De banken kunnen niet veel doen vanwege de aanhoudend hoge inflatie en de regeringen hebben te kampen met stijgende kosten van de staatsschulden.
Deze omgeving maant dan ook tot voorzichtigheid op de aandelenmarkten, waarvan de waarderingen onder druk staan, maar waarvan we niet kunnen zeggen dat ze in de uitverkoop zijn, en waarvan hun winstvooruitzichten naar beneden bijgesteld kunnen worden. Vanuit een langetermijnperspectief wijzen de dalende koersen en waarderingsratio’s van aandelen in de afgelopen kwartalen er echter op dat de rendementen de komende semesters hoogstwaarschijnlijk positief zullen zijn.
Voorzichtigheid maar goed nieuws
Voorzichtigheid op de korte termijn dus, met een aanhoudend hoge volatiliteit en mogelijke verdere tegenvallers. Toch blijven er wat zwakke punten die kunnen leiden tot de terugkeer van het aandelenrisico in de portefeuilles. In die optiek zouden kleine en middelgrote groeiaandelen die in 2022 harde klappen kregen, interessante kansen kunnen bieden. Het andere goede nieuws is de sterke opleving van de aantrekkelijkheid van de grote verliezers van de afgelopen jaren: obligaties, en dan vooral bedrijfsobligaties. Met opnieuw een zeer interessante carry, de op handen zijnde stopzetting van de renteverhogingen door de centrale banken en risicopremies die deels rekening houden met een scenario van economische vertraging, zou krediet inderdaad weer kunnen gaan dienen als middel voor diversificatie binnen portefeuilles.
Nu het tijdperk van de nulrente en de monetaire stimulansen ten einde loopt, zullen de beleggers geconfronteerd worden met een minder gunstig klimaat, waardoor ze de samenstelling van hun portefeuille gaan herzien en diversifiëren. Een proces dat volgens het onveranderlijke principe van creatieve vernietiging de weg vrijmaakt voor innovaties die in de komende jaren waarschijnlijk rendement gaan opleveren.
Disclaimer: De in dit document geuite meningen komen overeen met de overtuigingen van de auteur. LFDE kan hiervoor in geen geval aansprakelijk worden gesteld.
Duurzame groei : hoe te voldoen aan de behoeften van vermogende particulieren?
Door Simon Gorbutt, directeur, hoofd vermogensplanning bij Lombard International Assurance
12 januari 2023
Het begrip duurzaamheid en milieu-, sociale en governancefactoren (ESG) zijn niet meer weg te denken uit de wereld van private banking. Vermogende en zeer vermogende beleggers (HNW en UHNW) en een opkomende generatie beleggers hebben nieuwe verwachtingen en behoeften. Hoe kunnen vermogensbeheerders en financieel adviseurs relevant blijven voor de duurzaamheidsbewuste belegger nu de ESG-regelgeving de private banking-sector transformeert?
Een gedragsverandering
Net als de digitale revolutie ontwricht duurzaamheid de private banking-sector en wordt verwacht dat het de traditionele aanpak van vermogensstructurering en -planning ingrijpend zal veranderen. Er is een duidelijke verschuiving in de houding van beleggers ten opzichte van de toekomst. Zij willen dat hun vermogensbeheer hun voorkeuren weerspiegelt, die volgens hen moeten worden afgestemd op het potentiële rendement van hun portefeuille, ongeacht of dat rendement financieel of altruïstisch is. De oprichter van Patagonia en zijn familie zijn een perfect voorbeeld. Om de klimaatverandering te helpen bestrijden en onderontwikkeld land overal ter wereld te beschermen, kozen zij ervoor hun belang van 3 miljard dollar over te dragen aan een speciale trust en non-profitorganisatie.
Nieuwe uitdagingen voor de sector
Wat investeringen betreft, zijn er meer mogelijkheden voor duurzaamheidsbewuste beleggers. Zo bereikte het aandeel impactbeleggingen in portefeuilles in 2021 41%. Dit schept echter nieuwe uitdagingen voor vermogensbeheerders en de private-bankingsector als geheel.
Er wordt steeds meer nadruk gelegd op de integratie van ESG-factoren in de vermogensplanning voor de lange termijn, en naarmate de generaties verstrijken, wordt dit onderwerp een steeds terugkerend thema in de discussies. Het gaat niet langer om het behoud van de erfenis van één familie. Het effect van rijkdom is voor velen een punt van zorg. Erfgoedplanning en het doel van erfgoed gaan hand in hand.
Verschillende doelstellingen
Maar duurzaam investeren is slechts één deel van de vermogensvergelijking. Duurzaamheid is alomtegenwoordig en duurzame resultaten kunnen worden bereikt bij een reeks doelstellingen. Vermogensadviseurs moeten beleggers helpen hun twijfels te overwinnen en een vermogensplan te ontwikkelen dat bij hun levensstijl past. De realiteit is dat in een steeds complexere en onzekere wereld de behoefte van beleggers aan advies alleen maar zal toenemen. Vermogensbeheerders moeten kunnen inspelen op zorgen over vermogensstructurering, -bescherming en -diversificatie en daarbij rekening houden met de huidige geopolitieke context. ESG-factoren maken integraal deel uit van deze vergelijking.
Ontwikkelingen in de regelgeving
Ondertussen evolueert de ESG-regelgeving snel. Vanaf augustus 2022 moeten adviseurs nu de duurzaamheidsvoorkeuren van hun klanten verzamelen en beoordelen. Bovendien vereisen de technische uitvoeringsnormen (ITS) van de SFDR-verordening (Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1288 van de Commissie), die in januari 2023 in werking is getreden, dat financiële marktdeelnemers en financiële adviseurs hun cliënten duurzaamheidsgerelateerde informatie verstrekken voor bepaalde financiële producten. Dit omvat precontractuele informatiedocumenten over duurzame beleggingsopties die beschikbaar zijn bij een levensverzekeringscontract en vervolgens periodieke verslagen voor klanten die in deze opties beleggen.
Op het gebied van private banking komt de ESG-regelgeving tegemoet aan de vraag van beleggers naar duurzamere beleggingsmogelijkheden. Het begrip duurzame prestaties moet voortdurend worden uitgedaagd. Het is essentieel om verder te gaan dan het ESG-nalevingskader en te ontdekken hoe duurzaamheidsbeginselen in private banking kunnen worden ingezet. De regelgeving streeft naar een mate van harmonisatie en transparantie die deze tendens zal stimuleren.
Het potentieel ontsluiten
Om relevant te blijven in hun benadering van duurzaamheid moeten professionals rekening houden met deze vele facetten. Het gaat evenzeer om beleggingskeuzes als om persoonlijke keuzes, filantropie, familie en ondernemingsbestuur.
Het recente werk van Kenneth Goh, Iraj Ispahani en Philip Marcovici is een uitstekend voorbeeld van hoe nieuwe manieren kunnen worden gevonden om dit evenwicht te bereiken. Zij hebben de beginselen van een circulaire economie toegepast op de wereld van het privévermogen en laten zien hoe schijnbare paradoxen kunnen worden omgezet in wederzijdse voordelen. Van vermogensbescherming, het doorgeven van vermogen aan toekomstige generaties, diversificatie van beleggingsportefeuilles tot vermogensoverdraagbaarheid, vermogensbeheerders en -adviseurs onderscheiden zich door het ontsluiten van het potentieel dat aanwezig is in alle aspecten van een algemeen vermogensplan, inclusief duurzame beleggingsmogelijkheden. Daarbij blijven ze pragmatisch en vergemakkelijken ze de creatie van extra waarde.
Vermogensplanning gaat per definitie over de lange termijn, en de nieuwe mentaliteit die samenhangt met duurzaamheid moedigt strategieën aan die de reële impact van vermogen voor toekomstige generaties maximaliseren. Hoe meer duurzaamheid als een prioriteit wordt gezien, hoe meer het van invloed is op investeringen, levensstijl, woonkeuze, activisme en vermogensbeheer. Duurzaamheid is geen sprint maar eerder een uithoudingsproef.
2022: Annus horribilis voor obligaties
20/12/2022
Door Olivier de Berranger, CIO van La Financière de l’Echiquier
In november 2022 sloot de door Bloomberg gepubliceerde Global Aggregate Index de maand af met een positief resultaat van 4,7%. Deze index is een brede maatstaf voor de wereldwijde prestaties van obligaties met de hoogste kwaliteit, of het nu gaat om staatsobligaties, bedrijfsobligaties of zelfs gesecuritiseerde obligaties. De duidelijk positieve maandelijkse prestatie is met enkele basispunten verschil gelijk aan die van december 1991, september 1998 of september 2003, en is na december 2008 de beste prestatie van de 32 beste geregistreerde jaren.
Explosieve cocktail
Een maandelijkse prestatie die weliswaar positief lijkt maar toch een verschrikkelijk 2022 verbergt. Ondanks deze heftige opleving stevent de Global Aggregate Index af op zijn slechtste jaar ooit, met een negatief resultaat van meer dan 15%, waarmee de daling van 5% in 2000 of 2005 wordt gedegradeerd tot een “zachte” correctie. Het jaar 1994 – bekend als de “obligatiecrash” – eindigde vlak.
We kennen de redenen waarom de obligatiemarkten in paniek raakten: de inflatie in galop in de meeste economische zones, knelpunten om meer en sneller te produceren, exploderende overheidstekorten in de ontwikkelde economieën, agressieve centrale banken die allemaal in de voetsporen van Volcker zijn getreden… Een uiterst explosieve cocktail.
Maar de horizon lijkt op te klaren. Na jaren van nul of zelfs negatieve rente. De obligatiemarkt is nu vol met emittenten die aantrekkelijke rendementen bieden. Een 5-jaars obligatie van LVMH bijvoorbeeld levert 2,5% op na iets meer dan een jaar geleden een negatief rendement te hebben gegenereerd, terwijl Iliad meer dan 5,5% biedt voor dezelfde looptijd. De rendementen op de beste hoogrentende obligaties bedragen meer dan 7%.
Wat met de volatiliteit?
Het enige wat nu nog rest is dat de volatiliteit de obligatiemarkten verlaat. Verhoudingsgewijs is de volatiliteit op de vastrentende markten veel groter dan op de aandelenmarkten sinds de centrale banken met hun reeks renteverhogingen zijn begonnen. Het is nog niet duidelijk welk eindniveau zij nastreven voor de rente. Stabilisatie van de obligatiemarkten is, zoals in elke economische of financiële crisis, een voorwaarde om de aandelenmarkten meer tot rust te laten komen.
Intussen bieden de kredietmarkten – i.e. in de eerste plaats particuliere bedrijfsschulden, of het nu gaat om senior of achtergestelde, converteerbare of meer traditionele obligaties – een aantrekkelijke risico-rendementsverhouding. Nu het obligatierisico naar behoren wordt vergoed, kan elke belegger, ongeacht de beleggingscategorie waaraan hij de voorkeur geeft, zich alleen maar gerustgesteld voelen.
Disclaimer: De in dit document geuite meningen komen overeen met de overtuigingen van de auteur. LFDE kan hiervoor in geen geval aansprakelijk worden gesteld.
Hedgefondsen: een nakende terugkeer?
Door UBP
8 December 2022
De markten hebben het de beleggers in de eerste tien maanden van 2022 niet gemakkelijk gemaakt. Beleggers leden ernstige verliezen op zowel obligaties als aandelen, waardoor het moeilijk was een veilige haven te vinden. De veranderende marktomstandigheden (die nog steeds moeilijk zijn) zouden de weg moeten vrijmaken voor een terugkeer naar hedgefondsen, omdat zij goede rendementen kunnen genereren zonder het risico aanzienlijk te verhogen.
Hedgefondsen bieden beleggers alternatieven
Sinds dit jaar is de onzekerheid op de financiële markten sterk toegenomen en is de volatiliteit, na jaren van rust, teruggekeerd. Aan een periode van 30 jaar desinflatie, dalende rente en hoge waarderingen van activa is een einde gekomen. In deze nieuwe marktomstandigheden zal de traditionele portefeuilleverdeling van 60% aandelen en 40% obligaties waarschijnlijk ondermaats presteren.
Beleggers zouden dan een component alternatieve beleggingen in hun portefeuille kunnen opnemen. Hedgefondsen, die de laatste jaren wat aan populariteit hebben ingeboet, moeten opnieuw in overweging worden genomen. Op basis van historische gegevens presteren zij goed in moeilijke en onvoorspelbare markten, zoals nu het geval is. Zij hebben een aantrekkelijk risico-rendementsprofiel en kunnen voor extra diversificatie zorgen. Bovendien is er vanuit het oogpunt van de regelgeving veel veranderd en zijn hedgefondsen nu toegankelijker, liquider, transparanter en minder duur.
Een scenario met hogere gemiddelde rendementen voor hedgefondsen en lagere gemiddelde rendementen voor de traditionele 60/40 portefeuille zou zich in de komende jaren kunnen voordoen. Sinds de grote financiële crisis heeft de 60/40 strategie bovengemiddelde rendementen opgeleverd dankzij gunstige marktomstandigheden, waaronder een gestage daling van de rente, terwijl hedgefondsen in dit klimaat historisch gezien ondermaats presteren.
Nu de markten echter onzekerder zijn geworden, kunnen de rollen worden omgekeerd en kunnen zowel de hedgefondsen als de 60/40 portefeuilles terugkeren naar hun historisch of langetermijngemiddelde.
Drie categorieën
Binnen het segment van de hedgefondsen is er geen gebrek aan keuze, van zeer conservatief tot zeer agressief, van zeer gevoelig tot weinig marktgevoelig. Er is dus voor elk wat wils en de vraag is welke rol hedgefondsbeleggingen kunnen spelen in de portefeuilleverdeling en welke fondsen de beste resultaten kunnen behalen. De keuze van de strategie en de selectie van de fondsen zijn dus van cruciaal belang.
Er kunnen drie categorieën hedgefondsen worden onderscheiden. Ten eerste kan men “asymmetrisch beleggen in aandelen” onderscheiden. Dit is een conservatievere manier van beleggen in aandelen en, met behulp van long/short-strategieën die een betere risicospreiding mogelijk maken, presteert het beter in zowel dalende als richtingloze markten. In de huidige volatiele marktomstandigheden zou deze categorie uitstekende prestaties moeten kunnen leveren.
Ten tweede zijn er “obligatie-alternatieven”, die hetzelfde risico-rendementsprofiel moeten bieden als traditionele vastrentende beleggingen, terwijl het rendement door andere elementen wordt gegenereerd. Kredietarbitrage is zo’n strategie. Deze strategieën zouden goed moeten presteren bij een stijgende rente en bescherming moeten bieden tegen volatiele credit spreads.
Ten derde is er de optie van “aanvullende diversificatie”. Deze strategie zoekt naar alternatieve bronnen van rendement met een lage correlatie met aandelen of obligaties. Het is bijzonder doeltreffend in tijden van dalende markten, rentevolatiliteit en grote verschillen tussen marktsegmenten. Wereldwijde macro- en actieve handelsfondsen vallen in deze categorie.
In de praktijk
Tot zover de theorie. Het is ook belangrijk te kijken naar de prestaties van de verschillende strategieën in de afgelopen twee jaar. De totale prestatie wordt weergegeven in de HFRI Fund Weighted composite index. In 2021 hebben bijna alle categorieën relatief goed gepresteerd, met rendementen tussen 6 en 12%. De Macro: Discretionaire Thematische strategie (een strategie gebaseerd op top-down analyse van macro-economische variabelen) bleef enigszins achter. Deze categorie mag niet worden verward met de Macro: Systematic Diversified Index-strategie (een beleggingsproces op basis van wiskundige, algoritmische en technische modellen), die het duidelijk beter deed. Hetzelfde geldt voor 2022 als geheel, met een gemiddeld rendement van 19,5% tot nu toe.
Strategieën die dit jaar ondermaats hebben gepresteerd zijn Equity Hedge (long/short equity), Event Driven (inspelen op bepaalde gebeurtenissen), Fixed Income Corporate (inzetten op bedrijfsobligaties en credit spreads) en Fixed Income Convertible Arbitrage (profiteren van prijsverschillen tussen converteerbare obligaties en de onderliggende aandelen), die alle terrein hebben verloren. Relative Value (gebruik van hefboomwerking om te profiteren van de compressie van prijsverschillen tussen soortgelijke activa) en Merger Arbitrage (profiteren van prijsverschillen na bepaalde bedrijfsgebeurtenissen), bleven nagenoeg stabiel.
Hoe zit het met de toekomst?
Voor de komende 12 tot 24 maanden kunnen bovengemiddelde rendementen worden verwacht. In Equity Long/Short fondsen zeggen beheerders dat ze nog nooit zoveel fundamentele waarde hebben gezien in hun respectieve universums. Aangezien de markt sinds begin 2022 alles klakkeloos heeft verkocht, is het nu mogelijk rendement te genereren door onderscheid te maken tussen fundamenteel sterke (long) en zwakke (short) bedrijven.
In het macroklimaat kan men positief zijn voor hedgefondsen die inspelen op bestaande trends, vooral in grondstoffen. Hedgefondsen die het rentebeleid in de G10-landen beheren, doen het ook goed. In Credit & Event Driven zien we veel kansen voor beheerders omdat een mogelijke recessie nadelig kan zijn, vooral in distressed en arbitrage. In Relative Value is het vooral de toegenomen volatiliteit die kansen zal creëren, omdat die meer handelsmogelijkheden en meer spreiding tussen marktsegmenten creëert, vooral op de korte termijn. Hetzelfde geldt voor Systematic.
High yield obligaties: een belangrijke beleggingscategorie?
Door Alexis Renault, Global Head of High Yield, ODDO BHF AM
16/11/2022
De Euro high yield bedrijfsobligatiemarkt is niet langer een nichesegment. Na verschillende jaren van groei bedraagt het nu meer dan 350 miljard euro. High yield obligaties worden gebruikt om bedrijven in vele sectoren te financieren: industrie, diensten, gezondheidszorg, enz. De Euro high yield markt bestaat uit meer dan 350 emittenten en biedt dus een goede diversificatie.
Risicovolle beleggingscategorieën zoals aandelen en hoogrentende obligaties hebben de afgelopen jaren sterk geprofiteerd van de neerwaartse trend van de rente op lange termijn. De door de centrale banken ingezette renteverhoging ter bestrijding van de inflatie heeft echter een einde gemaakt aan deze situatie. Beleggers zijn dit jaar geconfronteerd met sterke neerwaartse waarderingsaanpassingen, ongeacht de kredietkwaliteit. Maar nu zijn high yield obligatiewaarderingen potentieel weer aantrekkelijk. Bovendien biedt deze activaklasse aanzienlijke diversificatievoordelen.
Een potentieel aantrekkelijke risico/rendementsverhouding
Voor veel beleggers zijn high yield obligaties een riskante beleggingscategorie. Maar zijn ze echt zo riskant als aandelen, zoals sommigen beweren? Het risico van een activaklasse kan worden afgemeten aan de schommelingen in het rendement ervan. Op middellange en lange termijn is de volatiliteit van de high yield markt lager dan die van aandelen. Dit komt omdat hoogrentende obligaties een prioritaire positie innemen in de kapitaalstructuur van een onderneming.
High yield obligaties hebben gemiddeld kortere looptijden dan investment grade obligaties en staan daarom bloot aan een lager renterisico. De huidige duration van de Euro high yield-markt (HEAE-index) is ongeveer 3,2 jaar, tegen 4,8 jaar voor de Euro investment grade-markt (ER00-index). Met hogere rendementen en een kortere looptijd bieden euro high yield obligaties meer weerstand tegen stijgende rendementen.
Lage correlatie met andere activaklassen
Om te bepalen of een activacategorie binnen een portefeuille voor echte diversificatie zorgt, moet de correlatie van de verschillende segmenten met elkaar worden geanalyseerd. Uit de analyses blijkt dat high yield obligaties een lage correlatie hebben met aandelen en nog minder met staatsobligaties. Het rendement van een high yield obligatie wordt immers hoofdzakelijk bepaald door de risicopremie, die afhangt van het vermogen van de onderneming om haar schuld terug te betalen en dus niet erg gevoelig is voor rentestijgingen. Het toevoegen van high yield obligaties aan een portefeuille die in verschillende activaklassen is belegd, draagt dus effectief bij tot een betere diversificatie ervan.
- Verschillende benaderingen voor de integratie van high yield obligaties in portefeuilles
- Net als aandelen, staatsobligaties en bedrijfsobligaties van beleggingskwaliteit zijn high yield obligaties een essentiële beleggingscategorie voor beleggers. Om hun prestaties te optimaliseren is het echter essentieel om een rigoureuze beleggingsaanpak te hanteren die op de volgende pijlers berust
- Fundamentele kredietanalyse ter beoordeling van de kwaliteit van een onderneming en haar vermogen om haar schulden te onderhouden en terug te betalen.
- Een goed gediversifieerde portefeuille van meer dan 100 emittenten uit verschillende sectoren
- Een strikt verkoopbeleid om een portefeuille van hoge kwaliteit in stand te houden en te anticiperen op een eventuele verslechtering van de kredietkwaliteit van de geselecteerde bedrijven..
Er zijn verschillende beleggingsstrategieën voor blootstelling aan de high yield markt. Er zijn er die de marktbenchmark proberen te volgen met portefeuilles met een looptijd van iets meer dan 3 jaar. Andere worden belegd in obligaties met een kortere looptijd, waardoor portefeuilles met een looptijd van minder dan 2 jaar kunnen worden samengesteld. Ten slotte bieden sommige fondsen, naast deze traditionele benaderingen, beheer met een vaste vervaldatum.
Vergeleken met traditionele obligatiefondsen die in high yield zijn belegd, bieden vastrentende fondsen een goede zichtbaarheid en een risicoprofiel dat afneemt naarmate de vervaldatum nadert. Door te beleggen in een vastrentend fonds kunt u het gedrag van een obligatie repliceren, profiteren van een goede diversificatie en van de middelen van een beheermaatschappij om kwaliteitsemittenten te selecteren en de posities aan te passen als de situatie van een of meer bedrijven verslechtert.
Kortom, high yield obligaties zijn een onmisbare activaklasse in de portefeuilles van beleggers, net als aandelen, staatsobligaties en investment grade bedrijfsobligaties. Het is echter belangrijk te onthouden dat de activaklasse van de zogenaamde speculatieve hoogrentende obligaties een risico van kapitaalverlies inhoudt.
Enkele redenen om in value aandelenfondsen te beleggen
Door ODDO BHF
6 Oktober 2022
Valuebeheer bestaat uit het selecteren van aandelen met korting, d.w.z. aandelen die lager geprijsd zijn dan normaal, in verhouding tot de intrinsieke waarde van de onderneming. Deze beheerstijl zet in op op de correctie van deze marktanomalie, die het aandeel op middellange tot lange termijn weer op zijn reële waarde zal brengen.
Waarom is deze strategie op lange termijn zo interessant?
- Elk bedrijf kan een moeilijke periode doormaken, of het nu gaat om economische, strategische, concurrentie- of managementproblemen.Hierdoor gaan beleggers het aandeel vaak links laten liggen, wat leidt tot onderwaardering. Elke onderneming, ongeacht de sector waarin ze actief is, haar groei en winstmarge, kan verlies lijden.
- Op korte termijn hebben de markten de neiging om te overreageren. Valuebeheer past grondige analysemethoden toe om deze bewegingen niet te volgen, maar zich te concentreren op de werkelijke waarde van de onderneming.
Valuebeheer is een beleggingsbenadering op lange termijn die kijkt naar de waardering van een onderneming in verhouding tot haar normatieve winstgevendheid. Deze beheerstijl volgt een rigoureus proces om in te spelen op deze marktexcessen, terwijl hij steunt op een grondige kennis van de activiteiten van een onderneming, vanuit het oogpunt van waardering, balanskwaliteit en extrafinanciële analyse.
- Het “Growth”-beheer heeft vooral sinds 2014 geprofiteerd van de verschillende soepele monetaire beleidsmaatregelen en de sterke daling van de rente. De constante herziening van de waarde van de toekomstige kasstromen door dalende discontovoeten heeft deze beheerstijl vleugels gegeven. De recente heropleving van de belangstelling van beleggers voor valuebeheer is vooral toe te schrijven aan de plotselinge ommekeer in de inflatieverwachtingen en de rentebewegingen.
- Beleggers reduceren valuebeheer vaak tot bepaalde iconische sectoren zoals het bankwezen of de energiesector. In feite kan en moet deze beheeraanpak worden toegepast op elk type bedrijf en mag hij niet worden beperkt tot bepaalde sectoren om ten volle te profiteren van de mogelijke discounts.
- Valuebeheer staat niet haaks op Growth beheer, omdat het een bijkomende stijl is naast de Growth beheersijl.
Waarde heeft de neiging superieur te presteren in verschillende beheercycli
‘Growth’ vraagt om een diversificatie van stijlen in het kader van langetermijnbeheer, waarbij veranderingen in cycli zeer moeilijk te voorspellen zijn. De combinatie van beide stijlen maakt dus een diversificatie van de portefeuille mogelijk, wat op lange termijn een vermindering van de volatiliteit en een optimalisering van het rendement in de hand werkt.
Kortom, beleggers hebben de laatste jaren de neiging gehad te vergeten dat aandelenmarkten cyclisch zijn, en dat op een bepaald moment de ene stijl de bovenhand haalt op de andere. Door de geleidelijke verstrakking van het buitengewone monetaire beleid zouden de aandelenmarkten moeten terugkeren naar meer “normale” afwisselende cycliwaardoor beleggers beide stijlen in hun portefeuilles moeten combineren.
De uitdaging van de digitalisering van de financiële sector
Door Werner Temmerman | sales lead voor België bij Penneo
26 September 2022
Financiële diensten spelen een sleutelrol in de wereldeconomie. Als de crisis van 2008 ons iets heeft geleerd, dan is het wel dat als de financiële sector zijn werk niet goed doet, er instabiliteit ontstaat. Het is daarom belangrijk dat financiële dienstverleners innoveren om zo goed mogelijk in te spelen op de veranderende behoeften van bedrijven, consumenten en toezichthouders.
Bovendien heeft de COVID-pandemie de verwachtingen voor digitale transformatie versterkt. Meer dan ooit is digitaliseren cruciaal voor de veerkracht en het concurrentievermogen van banken en financiële spelers op lokale markten. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste bevindingen van verschillende recente studies1 over digitalisering in de financiële sector.
Waar staat de financiële sector vandaag de dag in termen van digitalisering?
Nu digitale transformatie in alle sectoren een commerciële must is, zijn de meeste financiële dienstverleners begonnen met hun moderniseringsproces, hetzij door voorzichtig te experimenteren, hetzij door een volledige strategische routekaart te ontwikkelen. Meer dan de helft van de bedrijven die aan een recente enquête deelnamen, zei dat ze een actieplan hadden opgesteld om hun digitale doelstellingen te bereiken.
De meeste financiële ondernemingen erkennen het belang van een managementfunctie om de digitale inspanningen te begeleiden. Meer dan driekwart van de financiële ondernemingen heeft namelijk al een managementfunctie gecreëerd die digitale initiatieven coördineert en veel financiële ondernemingen hebben al een stuurgroep voor digitale innovatie ingesteld, 54% maakt gebruik van externe consultants en 60% neemt nieuw personeel aan met de expertise om deze processen te implementeren en aan te sturen.
Wat zijn de uitdagingen voor de sector?
Het gebrek aan visie bij besluitvormers is voor de meeste organisaties een groot probleem. Daarnaast worden onderprioritering (61%) en slechte communicatie en slecht projectbeheer (53%) als problematisch gezien.
Het is de verantwoordelijkheid van het management om een bedrijfscultuur van innovatie en digitalisering te creëren, de werknemers erbij te betrekken en digitale innovatie tot een integraal onderdeel van de bedrijfsstrategie te maken. 73% van de organisaties noemde een gebrek aan vaardigheden of opleiding als de belangrijkste belemmering voor de implementatie van een nieuw digitaal initiatief. Hoewel nieuwe talenten aanwerven kan bijdragen aan de algemene digitale competentie, moeten bedrijven er ook voor zorgen dat het bestaande personeel de opleiding en de middelen krijgt die het nodig heeft om effectief te blijven wanneer hun rol als gevolg van de digitalisering verandert.
Hoe willen financiële ondernemingen deze problemen aanpakken?
Digitale transformatie gaat over het gebruik van technologie om bestaande bedrijfsprocessen aan te passen (of nieuwe te creëren) en heeft niet alleen betrekking op de manier waarop het werk gebeurt, maar ook op de cultuur en het bedrijfsmodel.
Om de uitdagingen aan te gaan die zich zowel tijdens de planningsfase als tijdens de uitvoering van het digitaliseringsproject voordoen, erkennen de meeste leiders in de financiële dienstverlening dat zij een cultuur van innovatie op alle niveaus van de organisatie moeten bevorderen, met een focus op de betrokkenheid en bijscholing van werknemers. Aangezien de invoering van nieuwe technologieën een bedrijfsbrede inzet vereist, start 81% van de bedrijven opleidingsprogramma’s voor hun personeel en rust 75% het kantoor uit met de nodige hulpmiddelen om de overgang van handmatige naar digitale workflow te vergemakkelijken.
Wendbaarheid van financiële ondernemingen
Wendbaarheid verwijst naar het gemak en de snelheid waarmee een organisatie haar processen kan aanpassen, nieuwe technologieën kan integreren en digitale transformatie tot stand kan brengen.
Op de vraag hoe zij de digitale capaciteiten van hun bedrijf beoordelen in vergelijking met hun sectorgenoten, antwoordde slechts 23% van de ondervraagde financiële instellingen dat zij zichzelf beter vonden dan hun concurrenten, en slechts 10% definieerde hun huidige niveau van wendbaarheid als uitstekend.
Inkomstengroei door digitale investeringen
Het stimuleren van bedrijfsgroei en time-to-market waren de topprioriteiten die financiële CEO’s noemden toen hen in een recent McKinsey-onderzoek werd gevraagd naar hun concurrerende digitale strategie. Alle sectoren delen de dringende behoefte om marktvoordeel te behalen door digitale versnelling. In deze context wordt het vermogen van een organisatie om op veranderingen te reageren een echte onderscheidende factor. 71% van de respondenten gaf aan dat wendbaarheid om tegemoet te komen aan de veranderende behoeften van de klant de grootste zorg is.
Digitale investeringen worden beloond met een positieve return on investment
Daarom geven de meeste bedrijven voorrang aan groei en snelheid van innovatie boven kosten. Deze strategie lijkt succesvol wanneer men het effect van digitale investeringen op de bedrijfsinkomsten in aanmerking neemt.
Drie van de vier financiële ondernemingen die actief aan hun digitalisering hebben gewerkt, hebben na een jaar een omzet- en winstgroei van 1-9% gezien, en zij verwachten een toename van meer dan 10% in de komende 18-36 maanden.
Conclusie
Digitale transformatie draait om de reis, niet op de bestemming. De omschakeling naar digitalisering is geen project met een begin- en einddatum en evenmin een eenmalige taak. Aangezien technologieën voortdurend evolueren, moeten bedrijven voortdurend leren en investeren.
De bedrijven van vandaag concurreren niet alleen met hun sectorgenoten, maar met alle digitale ervaringen waarmee hun doelgroep in contact komt. Tot zo’n tien jaar geleden werd digitale transformatie gezien als een strategische zet om de concurrentie voor te blijven. Nu is het een kwestie van evolueren of sterven.
Bedrijfsbrede digitalisering in het bankwezen en de financiële dienstverlening is ingewikkeld. Maar op lange termijn zal het een bron van innovatie en inkomstengroei zijn.
[1] Bronnen:
- Business Insider, Financial Services Industry Overview in 2020: Trends, Statistics & Analysis
- McKinsey & Company, Next-gen Technology transformation in Financial Services, 2020
- BDO International, BDO’s 2019 Middle Market Digital Transformation Survey
- Deloitte, 2021 financial services industry outlooks
- Refinitiv, The cost benefits of KYC managed services
- Bain & Company, Banking Regtechs to the Rescue?
- GLEIF Research, A New Future for Legal Entity Identification
- MarketsandMarkets Research, Anti-money Laundering Market Report – Global Forecast to 2025
- Bain & Company, Many Consumers Trust Technology Companies More than Banks, 2019
- Deloitte, Digital transformation in financial services. The need to rewire organizational DNA, 2016
Bekijk de MoneyStore CornerKroniekenvan experts
Sneller, hoger, sterker
Door Clément Inbona, Fund Manager La Financière de l’Echiquier.
15/9/2022
Het olympische motto verwoordt perfect voor welke uitdaging de Europese Centrale Bank (ECB) vandaag staat.
Sneller, want de economie moet dringend worden afgeremd om te voorkomen dat er een vicieuze cirkel van stijgende prijzen ontstaat. Hoger, want na tien jaar van lage en zelfs negatieve rente klimt de richtrente naar een niveau dat we al ruim een decennium niet meer gezien hebben. Sterker, want nooit eerder werden op zo’n korte tijd zulke forse renteverhogingen aangekondigd: 50 basispunten in juli en op 8 september nog eens 75 … dat is +1,25% in amper twee maanden tijd, veel meer dan de centrale bank in juni in het vooruitzicht had gesteld.
De inflatie vraagt dringende maatregelen
Maar het is nu eenmaal zo dat de tijd dringt. In augustus liep de inflatie voor de eurozone in haar geheel op tot 9,1% op jaarbasis. Sommige landen konden de schade beperken door de stijging van de energieprijzen te temperen met begrotingsmaatregelen – met name Frankrijk (6,5%) en Duitsland (8,8%) – maar in de meeste landen holde de inflatie voort tot boven de 10% en in de drie Baltische staten zelfs tot ruim 20%!
Een prijsschok van die omvang vraagt om een paardenmiddel, zelfs al moet de centrale bank daarvoor bewust een rem zetten op de economische activiteit. Die is immers medeschuldig aan de torenhoge inflatie. De bijgestelde groei- en inflatieverwachtingen van de ECB zijn wat dat betreft veelzeggend: in 2023 verwacht zij opnieuw een inflatie van 5,5%, veel meer dan de doelstelling van 2% op middellange termijn. De groei zou in 2023 echter nog maar 0,9% bedragen, flink minder dan de 2,1% die aan het begin van de zomer nog werd verwacht.
Welke wapens?
De centrale bank en de overheden strijden tegen dezelfde vijand – de inflatie – maar beschikken niet over dezelfde wapens. In maatschappelijk opzicht zijn de maatregelen waarmee regeringen de energieschok willen dempen perfect te begrijpen, maar vanuit economisch standpunt kunnen er vragen bij gesteld worden. Door de energieprijzen kunstmatig laag te houden, laten overheden hun toch al hoge begrotingstekorten en staatsschulden verder oplopen.
Tegelijk doen ze zo echter het effect van het onétaire beleid deels teniet – door de koopkracht van de huishoudens te ondersteunen en de energiekosten van bedrijven te drukken, stimuleren ze de vraag. De regeringen gokken er wellicht stilletjes op dat de energieschok een tijdelijk fenomeen is, een val waarin de centrale bankiers eerder al trapten toen ze ervan uitgingen dat de inflatieopstoot na de coronacrisis van voorbijgaande aard was.
Hoelang nog? Het antwoord op die vraag komt misschien wel van de ECB. Als die in de voetsporen van de Amerikaanse Federal Reserve (de Fed) treedt en de komende maanden haar balans gaat verkorten, zal dat de staatsobligatierente hoger duwen en komt de “whatever it takes”-mentaliteit die in veel landen nog heerst in het gedrang.
Uitoefening van stemrecht: een manier om het gedrag van ondernemingen te beïnvloeden
Rachida Mourahib, Global Head of ESG Research, ODDO BHF Asset Management & Private Equity
31/8/2022
De betrokkenheid van aandeelhouders is de afgelopen jarenwijdverspreid onder beleggers die een rol willen spelen bij het beïnvloeden van de activiteiten of het gedrag van de ondernemingen waarin zij beleggen. De toepassing van dedialoogen de uitoefening van het stemrecht zijn thans immers de meestgebruikte strategieën voor verantwoord investeren, na de toepassing van uitsluitingsfilters.
Enerzijds eist de regelgeving meer openheid over de dialoog en initiatieven op het gebied van aandeelhoudersbeheer. Anderzijdszijn beleggers het erover eens dat het anticiperen op potentiëlerisico’s en kansen in verband met duurzaamheid bedrijven zalhelpen om waarde op lange termijn te genereren.
Stemrechten: een sleutelfactor bij het beïnvloeden van de ondernemingsstrategie
Als gevolg daarvan wordt steeds vaker gebruik gemaakt van activisme op gewone algemene vergaderingen van aandeelhoudersen worden steeds vaker aandeelhoudersresoluties ingediend. Beleggers maken steeds meer gebruik van hun stemrecht, nietalleen om bestuurspraktijken goed te keuren, maar ook omondernemingen uit te dagen duurzaamheidskwesties aan tepakken. De AV wordt meer dan ooit gezien als een gelegenheidom vragen te stellen aan bestuurders. Het biedt een kans om de dialoog tussen beleggers en de ondernemingen waarin zijbeleggen te verbeteren, met name over gevoelige kwesties. Tijdens de algemene vergaderingen van de CAC40-ondernemingen in 2022 bijvoorbeeld stelden meer dan 35 beleggers ongeveer 200 vragen over diverse milieu-, sociale ofgovernancekwesties.
Duurzaamheid maakt nu deel uit van het debat
Het is waar dat de COVID-19-crisis ook de overtuiging heeftversterkt dat ESG-risico’s – zoals pandemieën ofklimaatverandering – beleggingsrisico’s zijn. Onder druk van hetfinanciële ecosysteem is men zich steeds meer bewust geworden van de wijze waarop duurzaamheid in de bedrijfsstrategie en de visie van het bestuur wordt geïntegreerd.
Als gevolg daarvan is het aantal duurzaamheidsgerelateerdevoorstellen toegenomen, evenals het aantal stemmen tegenbestuurders die hebben nagelaten deze kwesties aan te pakken. In verband hiermee staan de beloningspraktijken voor bestuurders nu in de schijnwerpers. De legitimiteit van de toekenning van variabele beloningen en het opnemen van duurzaamheidsdoelstellingen zijn gevoelige kwesties. Zo hield opde jaarlijkse algemene vergaderingen van de 2021 STOXX 600-ondernemingen 34% van de resoluties die meer dan 10% ongunstige stemmen kregen, verband met de beloning van bestuurders.
Klimaatverandering op de agenda
Terwijl remuneratieresoluties al jaren een gangbare praktijk zijn, is het concept van een “klimaatresolutie” van recentere datum en wordt het vooral door Europese ondernemingen ingegeven doorde druk die belanghebbenden op milieukwesties uitoefenen. De aandacht voor klimaatverandering speelt een belangrijke rol in de betrokkenheid van beleggers, waarbij beleggers eisen dat de plannen van ondernemingen voor de overgang naarkoolstofneutraliteit die aan de aandeelhouders ter stemmingworden voorgelegd, geloofwaardig zijn. Hoewel deze praktijk noglang niet wijdverbreid is, beginnen ondernemingen verslagen voordit doel op te stellen. Dit wordt door beleggers gewaardeerd, aangezien de steun van de aandeelhouders voor deze voorstellenin 2021 gemiddeld meer dan 90% bedroeg.
Deze resoluties verschaffen echter niet systematisch een informatieniveau dat een zinnig oordeel over de ambitie van de klimaatstrategie van de onderneming mogelijk zou maken, met hetrisico dat beleggers worden gefrustreerd. Een oplossing zou zijneen meer gestandaardiseerde inhoud te hebben voor de presentatievan de door de managementteams voorgestelde resoluties. De regelgeving zal waarschijnlijk in die richting gaan. Maar in de tussentijd blijft stemmen over klimaatstrategieën een essentieelinstrument om de transparantie te vergroten en ondernemingen in staat te stellen zich publiekelijk met belanghebbenden teengageren.
Tenslotte, ook al wint de praktijk van “klimaatresolutie” terrein en bestaat er nog geen gemeenschappelijk kader, toch zijn er nu verschillende instrumenten beschikbaar om een standpunt in tenemen. De belangrijkste aanbieders van volmachten houden in hun stemaanbeveling rekening met het klimaatrisicoprofiel en de klimaatstrategie van grote ondernemingen die broeikasgassenuitstoten, en leggen zo de basis voor een gunstigklimaatstembeleid.
Hieruit kan worden geconcludeerd dat de betrokkenheid van aandeelhouders een belangrijke pijler is om ondernemingen te betrekken bij een duurzame langetermijnstrategie. Hoewel het tijdzal kosten om de klimaatovergang te bewerkstelligen, is activismeéén van de krachtigste middelen om dit te bereiken.
Hernieuwde roep om groei- en kwaliteitswaarden
Door Fares Benouari, Equity Manager, Union Bancaire Privée (UBP)
4 augustus 2022
In een beurscontext die bevorderlijk is voor “value”, zijn groei- en kwaliteitsbedrijven de afgelopen maanden door beleggers gesanctioneerd, maar bedrijven die waarde op lange termijn creëren, hebben alle karakteristieken om de beste beleggingskansen in de tweede helft van het jaar te genereren.
Tijdens de eerste helft van het jaar noteerden groei- en kwaliteitsaandelen een uitgesproken underperformance (in de orde van grootte van 25%), lijdend onder winstnemingen, terwijl beleggers de voorkeur gaven aan ondergewaardeerde aandelen (“value” -stijl). Het is waar dat deze laatsten uit een decennium van relatieve underperformance kwamen. De inhaalslag van waardeaandelen, die in 2021 was begonnen, wordt dus voortgezet in de context van sterke inflatoire druk.
Winstnemingen
Beleggers aarzelden dus niet om hun winst te nemen op groei- en kwaliteitsaandelen die liquiditeit vertoonden en die de afgelopen jaren beter hadden gepresteerd. Technologieaandelen hebben vooral geleden onder de hallucinaties van de beleggers in een zeer ongunstige context, gekenmerkt door het conflict in Oekraïne en de strenge inperkingsmaatregelen die de Chinese autoriteiten hebben genomen in naam van het ‘zero-covid’-beleid.
Deze divergentie tussen beleggingsstijlen is duidelijk geweest en heeft geresulteerd in een compressie van waarderingsmultiples voor groei- en kwaliteitsaandelen, zelfs als hun winstvooruitzichten sterk zijn gebleven, zoals blijkt uit de opwaartse herzieningen van analisten tussen januari en juni.
Het pessimistische sentiment onder beleggers verschilt inderdaad van dat van bedrijven die tot nu toe geen vertraging van de orders hebben gezien. Aan de andere kant geven bedrijven toe dat ze meerdere leveringsproblemen tegenkomen die hun activiteit beperken en de inflatoire druk verergeren.
Wat zijn de verwachtingen?
Als bedrijven van oudsher moeite hebben om de omslagpunten van de conjunctuurcyclus te grijpen, wat kunnen we dan in deze fase van het jaar verwachten? Uitgaande van een relatief pessimistisch macro-economisch scenario dat leidt tot een winstdaling van 5% (tegen +11% verwacht eind juni) en een compressie van multiples, een daling van 25%, zouden we het jaar kunnen afsluiten met een correctie van 25-27% op wereldwijde aandelen.
Er moet echter worden opgemerkt dat veelvouden tijdens buigpunten meestal als schokdemper fungeren door naar boven te normaliseren op een moment dat de bedrijfswinsten (eindelijk) naar beneden worden bijgesteld. Deze waarderingsmultiples zijn in de eerste helft van het jaar al gedaald, waarbij wereldwijde aandelen momenteel worden verhandeld tegen minder dan 14 keer de winst, terwijl de twintigjarige gemiddelde P/E rond de 16 ligt. We zien dus dat er al veel slecht nieuws wordt ingeprijsd door de markt, zeker in een goed gericht segment.
Welke winnende cocktail?
Gezonde balans, lage schulden, innovatie en hoge prijszettingskracht: de winnende cocktail van groei- en kwaliteitswaarden.
In een inflatoire context moeten beleggers zich ook richten op aandelen met een gezonde balans, lage schulden, het vermogen om te innoveren en sterke toetredingsdrempels die hen in staat stellen een hoge “pricing power” te tonen.
Deze bedrijven zijn breder te vinden in de categorie kwaliteitswaarden, minder in het segment “value”. En naarmate de economie vertraagt, moeten ook groeibedrijven weer gewaardeerd worden aan hun juiste waarde. Beleggers hebben dus betere redenen om terug te keren naar bedrijven die vooral actief zijn in de zorg, technologie en consumptie.
Omgekeerd hebben energie, collectieve dienstverlening zoals nutsvoorzieningen en vastgoed minder waarden die aan deze kenmerken voldoen.
Naar een normalisering van grondstoffen en inflatie
In de afgelopen drie maanden is de daling van de grondstoffenprijzen versneld, met dalingen van tussen de 20 en 50 procent. Daarom zouden de volgende inflatiecijfers deze normalisatie op de grondstoffenmarkten moeten omvatten. Ook het basiseffect zal de inflatiecijfers vanaf het vierde kwartaal mechanisch naar beneden duwen.
Deze context moet beleggers aanmoedigen zich te herpositioneren op risicovolle activa (aandelen), en in het bijzonder op groei- en kwaliteitsaandelen. Daarnaast zullen de investeringen om de congestie in de toeleveringsketen te verlichten naar verwachting in de tweede helft van het jaar van kracht worden en een gunstiger momentum creëren om de inflatoire druk te verminderen.
Groei en kwaliteit
Sommige bedrijven van hun kant zouden erin moeten slagen hun winstverwachtingen voor het jaar 2022 te handhaven. Het gaat er dus om onder hen de groei- en kwaliteitsbedrijven te identificeren die waarde creëren, in de zin van hun “Cash-Flow Return On Investment” (CFROI®).
Hun profiel is atypisch in de zin dat ze defensiever zijn tijdens vertragingsfasen en het beter doen dan de markttrend tijdens de omkering van de cyclus. Een garantie voor outperformance op lange termijn en kenmerken die bijzonder gewild zijn in de huidige omgeving.
Een nieuw kompas voor de markten?
Door Clément Inbona, Fund Manager La Financière de l’Echiquier
25 juli 2022
De eerste helft van het jaar ging alle aandacht uit naar de inflatie. Keren beleggers die nu de rug toe om de blik te richten op de vertraging van de wereldeconomie?
Dat lijkt het geval als we kijken naar het koersverloop van staatsobligaties, die de afgelopen weken opnieuw hun rol van veilige haven opnamen. De tienjaarsrente, die niet zo lang geleden nog flirtte met de 3,5% in de VS en de 2% in Duitsland, is teruggezakt naar respectievelijk 3% en 1,2%. Dat wijst erop dat beleggers zich nu minder zorgen maken dat de inflatie in een opwaartse spiraal terechtkomt.
Cap op defensief of kwaliteit
Het wijst er ook op dat de groei de komende tijd kwetsbaar zal zijn. Er zijn weliswaar nog niet echt duidelijke tekenen dat er op korte termijn een recessie aankomt, maar de macro-economische cijfers gaan wel gestaag achteruit. Een andere interessante vaststelling is dat de decorrelatie tussen aandelen en staatsobligaties zich langzaam herstelt. Meestal dalen de koersen van aandelen wanneer die van obligaties stijgen en vice versa. Sinds begin dit jaar was dat in de meeste gevallen niet zo: aandelen en obligaties gingen tegelijk achteruit.
Het vooruitzicht van groeivertraging, zelfs een recessie, is uiteraard weinig bevorderlijk voor de waardering van aandelen, want het werpt een schaduw over de winstvooruitzichten van bedrijven. Tegelijk doet het echter ook bedrijven en sectoren opleven die in zo’n situatie beter standhouden. Dat verklaart waarom zogeheten defensieve of kwaliteitsbedrijven de afgelopen weken beter presteerden dan kwetsbaardere of conjunctuurgevoeligere ondernemingen. Ook dat is een aanwijzing dat aandelenbeleggers hun blik van de stijgende prijzen verlegd hebben naar de economische groei.
De Fed focust nog op inflatie
De Amerikaanse Federal Reserve (de Fed) focust daarentegen wel nog volledig op het inflatievraagstuk. Dat blijkt uit de notulen van de vergadering op 14 en 15 juni – de zogeheten ‘Minutes’ van de Fed. Daarin komt het woord ‘inflatie’ negentig maal voor, terwijl de bbp-groei maar tien keer wordt aangehaald. In tegenstelling tot de markten heeft de Fed voorlopig alleen oog voor de inflatie.
De komende weken zullen uitwijzen wie gelijk heeft, de Fed of de markten. Het is uitkijken naar de bedrijfsresultaten over het tweede kwartaal, de eerste ramingen van de bbp-cijfers en de jongste peilingen naar het ondernemers- en consumentenvertrouwen. Zijn de centrale banken, nadat ze eerder de bal hebben misgeslagen door de inflatie veel te lang als tijdelijk te beschouwen, ditmaal ‘beyond the curve[1]‘? Of zijn het de beleggers die het spoor bijster zijn? De toekomst zal het ons leren.
[1] Aan de andere kant van de curve. Anders gezegd: te laat reageren op een verslechtering van het macro-economische en financiële klimaat.
Vier thema’s voor toekomstige investeringen
Door Laurent Denize, CIO bij ODDO BHF AM
27 juni 2022
De laatste jaren is er bij beleggers een sterke belangstelling ontstaan voor thematische wereldwijde aandelenfondsen, die trachten deel te nemen aan de structurele langetermijntrends die zich in de samenleving aftekenen. Deze megatrends ontwikkelen zich onafhankelijk van economische cycli en beïnvloeden het bedrijfsmodel van ondernemingen. We kunnen vier megatrends ïdentificeren, die bronnen van kansen zijn voor de komende jaren.
De ecologische overgang
Klimaatverandering is een van de grootste uitdagingen van de 21e eeuw. De opwarming van de aarde bedraagt tussen +2,1 en +2,4°C, ruim boven de in de overeenkomst van Parijs vastgestelde limiet van 1,5°C. Er is nog tijd om kapitaal aan te trekken op tal van gebieden om de ecologische overgang te ondersteunen: duurzame energieproductie, grotere energie-efficiëntie in bijvoorbeeld gebouwen, duurzame mobiliteit en behoud van natuurlijke hulpbronnen.
Kunstmatige intelligentie (KI)
KI maakt nu deel uit van ons dagelijks leven: de zoekalgoritmen van Google helpen ons onze weg te vinden op het internet. Alexa en Siri helpen ons met gesproken instructies. Nieuwe films en muziek worden voorgesteld door Netflix of Spotify op basis van onze smaak. In de gezondheidszorg maakt KI meer gepersonaliseerde geneeskunde en behandeling mogelijk. AI is een sleuteltechnologie en opent daarom investeringsmogelijkheden in tal van sectoren, tot ver buiten de technologiesector.
De financiële revolutie
Financiële dienstverleners worden op al hun kerngebieden (financiering, sparen, betalingen en verzekeringen) met uitdagingen geconfronteerd. Het gebruik van innovatieve technologieën zoals blockchain, de opkomst van en concurrentie door nieuwe gespecialiseerde aanbieders, de explosie van mobiele betaalmethoden en de populariteit van digitale activa zijn slechts enkele van de grote verschuivingen die de sector vormgeven. Zowel fintechs als gevestigde spelers die deze veranderingen omarmen, kunnen potentiële kansen bieden voor beleggers.
De toekomst van voedsel
Ook de manier waarop voedsel wordt geproduceerd, gedistribueerd en geconsumeerd is aan verandering onderhevig. Er staat veel op het spel: om de groeiende wereldbevolking te voeden, moet de voedselproductie met 60% toenemen tegen 2050. Maar voedsel moet ook op een milieuvriendelijke manier worden geteeld en minder worden verspild. De verandering is ook het gevolg van de veranderende eetgewoonten in de geïndustrialiseerde landen. We besteden meer aandacht aan gezondheid. Veganistische of vegetarische diëten zijn in zwang en bedrijven die bijvoorbeeld vleesvervangers produceren, groeien snel. De voedingsmegatrend is een bron van kansen in de hele waardeketen van het voedselsysteem.
Disclaimer
ODDO BHF AM is de vermogensbeheertak van de ODDO BHF Group. Het is de gemeenschappelijke merknaam van vijf juridisch onderscheiden beheermaatschappijen: ODDO BHF AM SAS (Frankrijk), ODDO BHF PRIVATE EQUITY (Frankrijk), ODDO BHF AM GmbH (Duitsland), ODDO BHF AM Lux (Luxemburg) en METROPOLE GESTION (Frankrijk). Dit document, dat een promotioneel karakter heeft, is opgesteld door ODDO BHF ASSET MANAGEMENT SAS. Het is de exclusieve verantwoordelijkheid van elke distributeur of adviseur om aan elke belegger te verstrekken. De potentiële belegger moet een beleggingsadviseur raadplegen alvorens in een strategie te beleggen. De aandacht van de belegger wordt gevestigd op het feit dat niet alle gepresenteerde strategieën in alle landen op de markt mogen worden gebracht. De belegger wordt ervan in kennis gesteld dat de strategieën een risico van kapitaalverlies inhouden, maar ook een aantal risico’s die verband houden met de instrumenten/strategieën in de portefeuille. De waarde van de belegging kan zowel dalen als stijgen en het is mogelijk dat zij niet volledig wordt terugverdiend. De belegging moet worden gedaan in overeenstemming met de beleggingsdoelstellingen, de beleggingshorizon en het vermogen van de belegger om het aan de transactie verbonden risico te dragen. ODDO BHF ASSET MANAGEMENT SAS kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade die voortvloeit uit het gebruik van deze publicatie of de informatie die ze bevat. De in dit document geuite meningen komen overeen met onze marktverwachtingen op het tijdstip van publicatie. De in dit document geuite meningen komen overeen met onze marktverwachtingen op het moment van publicatie van het document. Zij kunnen veranderen naargelang de marktomstandigheden en ODDO BHF ASSET MANAGEMENT SAS kan hiervoor op geen enkele wijze contractueel aansprakelijk worden gesteld.
Welke maatregelen te kiezen in tijden van hoge inflatie en politieke onzekerheid?
Door Tilo Wannow, Fondsbeheerder bij ODDO BHF Trust
18 Mei 2022
De invasie van de Russische troepen in Oekraïne, de daaropvolgende sancties tegen Rusland en de door de oorlog veroorzaakte productieverliezen beheersen momenteel de grondstoffen- en de financiële markten. De sterke prijsdruk, in combinatie met de risico’s op een vertragende economie, zorgt voor een uitdagende omgeving voor de aandelenmarkten. Het is belangrijk zich te concentreren op bedrijven die zelfs in ongunstige economische omstandigheden hun winst kunnen laten groeien en zo de aandelenkoers kunnen ondersteunen.
1. Focus op bedrijven met hoge winstgevendheid en prijszettingsvermogen
Stijgende energie- en grondstofkosten zijn een uitdaging voor alle ondernemingen en wegen op de winstprognoses. Maar voor wie hoge brutowinstmarges heeft, is de last lichter, omdat de negatieve hefboomwerking op de brutomarge wordt afgezwakt wanneer de grondstofkosten stijgen.
De bedrijven kunnen echter hun prijzen verhogen om dit te compenseren. Bij hoge winstmarges volstaat een relatief bescheiden prijsaanpassing om het effect van de stijgende kosten te compenseren. In tijden van hoge inflatie loont het dus de moeite zich te concentreren op winstgevende bedrijven met aanzienlijke concurrentievoordelen. Als de arbeidskosten niet zo sterk stijgen als de grondstoffenprijzen, zouden digitale bedrijfsmodellen en adviesbureaus beter bestand moeten zijn tegen stijgende energie- en grondstoffenprijzen.
2. Focus op stabiele, recessiebestendige sectoren
De onzekerheid over de oorlog en de stijgende energie- en grondstoffenprijzen eisen hun tol van de consument. In geval van een vertragende economie of zelfs een recessie zouden leveranciers van producten en diensten die als noodzakelijk en niet-cyclisch worden beschouwd, relatief immuun moeten zijn.
De farmaceutische en de medtechsector, defensieve consumptiegoederen en defensieve software- en IT-bedrijven met op abonnementen gebaseerde bedrijfsmodellen worden in dit verband als bijzonder veelbelovend beschouwd.
3. De aantrekkingskracht van thematische beleggingen in tijden van crisis
Rusland en Oekraïne zijn belangrijke exporteurs van delfstoffen en landbouwproducten, dankzij hun overvloedige grondstoffen en vruchtbare bodem. De oorlog zal hoogstwaarschijnlijk leiden tot een versnelde ontkoppeling van de westerse markten in functie van hun afhankelijkheid van grondstoffen en vooral energie uit Rusland.
Bovendien zal een verhoogde productie van landbouwproducten zoals tarwe of maïs buiten de regio van groot belang zijn. Natuurlijk zijn de producenten van schaarse grondstoffen en fossiele brandstoffen (olie, gas, steenkool) de begunstigden op de korte termijn. Maar op middellange termijn kan een versnelling van de energietransitie naar hernieuwbare energie worden verwacht.
Fabrikanten van onderdelen, exploitanten van zonne- en windparken en infrastructuurbeheerders maken deel uit van de beleggingsmogelijkheden. Voorzichtigheid is echter geboden gezien de grote concurrentie in de sector. De grote winnaars van deze structurele trends zijn vaak de leveranciers van uitrusting en diensten, zoals mijnexploitanten en fabrikanten van landbouwmachines. Naast de afhankelijkheid van Rusland voor grondstoffen is ook veiligheid een belangrijke kwestie geworden. Moderne oorlogsvoering via cyberaanvallen moet worden ondersteund door krachtige hardware en software. Verwacht wordt dat de vraag bij de belangrijkste leveranciers nog sterker zal toenemen dan in het verleden.
GAFAM: De perfecte weerspiegeling van het macro-economische klimaat in de wereld
Door Clément Inbona, Fund Manager La Financière de l’Echiquier.
17 mei 2022
Het resultatenseizoen over het eerste kwartaal van 2022 is volop aan de gang en de cijfers van de Amerikaanse techreuzen, ook wel GAFAM genoemd, illustreren perfect de moeilijkheden die de wereldeconomie momenteel ondervindt. De oorlog in Oekraïne, de stijgende lonen, de problemen in de toevoerketens, de strengere regelgeving, de hogere energiekosten: stuk voor stuk hadden ze directe gevolgen voor een of meer bedrijven uit het kwintet.
Google, Apple en Meta
Google, de gigant van de internetreclame, leed rechtstreeks onder de oorlog in Oekraïne doordat het zijn advertentiediensten in Rusland opschortte. Bovendien stonden de reclame-inkomsten in heel de Europese markt onder druk. Zoals steeds in tijden van onzekerheid grijpen bedrijven die in hun kosten willen snoeien namelijk eerst naar het communicatiebudget.
Apple, het bedrijf uit Cupertino, maakte een hogere omzet bekend dan verwacht, maar stelde zijn verwachtingen voor het tweede kwartaal bij. Daar had het twee goede redenen voor. De eerste heeft te maken met China, dat momenteel een besmettingsgolf doormaakt die het radicale nultolerantiebeleid van de overheid aan het wankelen brengt. Doordat eerst de Chinese Silicon Valley Shenzhen hermetisch van de buitenwereld werd afgesloten en vervolgens Sjanghai, waar de scheepvaart compleet in het honderd loopt, valt te vrezen dat productie en transport nog maanden verstoord zullen zijn. Ten tweede heeft ook voor APPLE de beslissing om zich uit de Russische markt terug te trekken economische gevolgen, zowel op korte als op lange termijn.
Facebook, dat sinds kort als Meta door het leven gaat, kon opnieuw een stijging van het aantal gebruikers voorleggen, maar stelde teleur qua resultaten. Ook hier speelt de afkoeling van de Europese advertentiemarkt een rol. Dit kwartaal lijdt META vooral onder de nieuwe regels die APPLE heeft ingevoerd om de gegevens van zijn gebruikers te beschermen, waardoor gericht adverteren minder nauwkeurig en dus minder doeltreffend wordt. Over heel 2022 verwacht het bedrijf daardoor een slordige 10 miljard dollar inkomsten mis te lopen. Die strengere regels zijn niet door een overheid opgelegd, maar het is duidelijk dat bedrijven van deze omvang een risico lopen.
Amazon en Microsoft
Amazon, dat gekneld zit tussen stijgende loonkosten en hogere transportprijzen, leed in het eerste kwartaal verlies. Dat hield weliswaar grotendeels verband met een mislukte investering in het “Tesla van de vrachtwagens” – Rivian – maar ook de distributie heeft het moeilijk bij Amazon, waardoor het zich genoodzaakt zag de vooruitzichten voor 2022 te verlagen.
Microsoft, tot slot, komt als laatste in de rij, maar verdient wel de eerste plaats als het op de resultaten over het eerste kwartaal aankomt. Het cloudplatform Azure van het bedrijf profiteerde opnieuw van de huidige digitaliseringsgolf. LinkedIn zag dankzij de krappe arbeidsmarkt de omzet met 34% toenemen. En ook de hardwaredivisie Surface groeide met 11%.
Besluit
De reuzen kampen met micro-economische problemen, maar ook de macro-economie is hen in deze bewogen tijd niet gunstig gezind. De stijgende rente maakt hun waardering automatisch minder aantrekkelijk. Sinds begin dit jaar zijn de koersen van deze vijf bedrijven bijna tweemaal zo sterk gedaald als de S&P 500. Hun succes is echter gestoeld op innovatie en groei, en er lijken heel wat wegen te zijn die hen daar opnieuw naartoe kunnen leiden: cloud, metaverse, innovatieve hardware enz. De kans is dus reëel dat ze samen met de wereldeconomie weer zullen opveren.
Raadpleeg ook de
Japanse aandelen zijn veerkrachtig
Door Daisuke Nomoto, Hoofd Japanse Aandelen bij Columbia Threadneedle Investments
12 April 2022
De beurs van Tokio is ondanks de oorlog in Oekraïne, die de volatiliteit op de aandelenmarkten heeft doen toenemen, goed op koers gebleven. Ze is immers weinig blootgesteld aan de Russische economie. De directe economische gevolgen van de Russische invasie zijn voor Japan minimaal, aangezien het aandeel van de Russische import in de totale Japanse import verwaarloosbaar is. Bovendien zit de Japanse aandelenmarkt in een haussemarkt door het aanhoudende economische herstel, de begrotingssteun van de overheid en het feit dat er veel geld naar de markt vloeit als gevolg van de wereldwijde bezorgdheid over de inflatie.
Door de stijgende olie- en andere grondstoffenprijzen zal de Japanse economie echter ook indirect de gevolgen ondervinden van de gestegen kosten, weliswaar in mindere mate dan de Europese economieën, waar de energievoorziening meer van Rusland afhankelijk is.
Het is het moment om op de markt te beleggen.
Het thema van de economische heropening wint ook aan kracht in het licht van de versoepeling van de Covid-maatregelen. Bedrijven blijven ook eigen aandelen inkopen, wat de aandelenmarkt ondersteunt. Het stimuluspakket van premier Kishida zal naar verwachting ook leiden tot loonsverhogingen. De bedrijfswinsten zitten in een structureel opgaande trend. Beleggers vinden het daarom interessant om in Japanse aandelen te gaan.
Door de recente overgang van hoge naar lage economische groei, te midden van een aanhoudende wereldwijde inflatie, zijn beleggers zich op Japanse aandelen gaan storten, die een aantrekkelijk risico/rendementsprofiel hebben.
De Japanse bedrijven vertonen de sterkste winstgroei ter wereld. Dat hebben we de afgelopen maanden gezien, met de exportbedrijven op kop. De winsten zouden fors moeten blijven groeien. Tegen de achtergrond van aantrekkelijke waarderingen hebben Japanse bedrijven heel wat cash op hun balans, wat de markt een extra impuls heeft gegeven. Hierdoor kunnen zij het rendement voor de aandeelhouders handhaven of verhogen. Bovendien kunnen ze op die manier overnames doen, wat de beleggingsargumenten nog sterker maakt.
Digitalisering en automatisering bieden beleggingskansen.
Japan wordt door internationale beleggers vaak over het hoofd gezien, deels vanwege de trage economische groei en de vergrijzing van de bevolking. Toch biedt het land een diep en breed beleggingsuniversum, met kwaliteitsbedrijven die duurzaam groeien tegen redelijke waarderingen. Het is zeker interessant om bijzondere aandacht te besteden aan het thema innovatie.
Automatisering is een van de segmenten die aantrekkelijk kunnen zijn. Het helpt het probleem van het tekort aan arbeidskrachten op te lossen en draagt bij tot een massaproductie van hoge kwaliteit. De mogelijkheden voor robotica en automatisering zullen de komende tien jaar fors toenemen op gebieden als fabrieksautomatisering en voorraadautomatisering in e-commerce.
Hoewel de groei van de wereldeconomie naar verwachting zal vertragen en de beurzen wat onder druk zal zetten, zal Japan niet in dezelfde mate als andere economieën worden blootgesteld aan hogere inflatoire druk.
De evolutie van het programma van premier Kishida, dat gericht is op de handhaving van een expansief budgettair en monetair beleid ter ondersteuning van het economisch herstel, moeten we blijven opvolgen.
Biedt tech een oplossing voor inflatie?
Door Rolando Grandi, CFA, beheerder internationale thematische aandelen, La Financière de l’Echiquier
10/3/2022
De inflatie zal in 2022 aanhouden. Betekent dit dat vooral technologieaandelen getroffen worden? Is hun vermogen om de prijzen te verhogen zonder dat de vraag afneemt (hun prijsstellingsvermogen) hun kracht? Een hefboom voor performance? We blijven overtuigd van het potentieel van sectoren waarin bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie (AI) of automatisering een grote rol speelt en hebben we vertrouwen in het innovatievermogen van bedrijven. In een wereld die onomkeerbaar digitaliseert, blijft de vraag groot.
Wereldwijde uitdagingen aangaan
AI, robotica en slimme technologieën die de economie opnieuw vorm geven, bieden oplossingen en kunnen mondiale problemen helpen aanpakken. Een van deze uitdagingen is het streven naar productiviteit, terwijl overal ter wereld een tekort is aan arbeidskrachten, tot China aan toe. Welke gevolgen zal dit tekort hebben voor de productie van fabrieken, terwijl de toeleveringsketen verstoord of zelfs geblokkeerd wordt door materiaaltekorten en de inflatiedruk stijgt?
Een van de oplossingen is automatisering, die een belangrijke factor blijkt te zijn bij de digitalisering van bedrijven. Dankzij automatisering en robotica kan de productiviteit stijgen, maar neemt ook de looninflatie af. Volgens McKinsey kan tussen nu en 2030 wereldwijd minimaal een derde deel van de werkzaamheden geautomatiseerd worden bij 60% van de bedrijven (800 miljoen werknemers)[1]. De daaruit voortvloeiende productiviteitswinsten leveren de wereldeconomie een groei van +1,4% per jaar op.
Enkele voorbeelden
Dat is des te relevanter in een gedigitaliseerde wereld waarin minder geïnvesteerd wordt, met uitzondering van duurzame energie en de klimaattransitie, waarvoor veel kapitaal benodigd is. Terwijl bedrijven hun inspanningen verdubbelen om hun personeelsbestand uit te breiden en personeel te werven, waarbij de salarissen soms met 20% verhoogd worden, gebruiken ze ook strategieën om de productiviteit en de werkprocessen van de werknemers te verbeteren.
Dat is het geval met het Amerikaanse bedrijf ZoomInfo, waarvan de software de verkoop- en marketinginspanningen automatiseert. Dit AI-platform kan klantinformatie dynamisch bijwerken, voorspellen wanneer contact met klanten moet worden opgenomen, follow-ups automatiseren en nog veel meer. Hierdoor heeft het salesteam meer tijd voor strategische activiteiten.
Ook de oplossing van Alteryx is interessant. Datatechnici, wiens salarisinflatie zeer hoog is, besteden de helft van hun tijd aan het opschonen en voorbereiden van data voordat deze in de analysemodellen worden ingevoerd. Het krachtige platform van Alteryx schoont deze data op, waardoor datatechnici tijd krijgen voor interessantere activiteiten met meer toegevoegde waarde.
Tot slot, in de huidige context met schaarste aan personeel en werknemers die hun bedrijf gemakkelijker verlaten, zien we de opkomst van Qualtrics[2], een bedrijf dat software levert die werknemers een betere arbeidsbeleving geven, waardoor ze niet alleen tevredener zijn, maar ook meer leren en productiever zijn.
In een wereld waar inflatie een comeback maakt, kan technologie uitgroeien tot een onmisbaar instrument voor ondernemingen. Dankzij de digitale transformatie van de economie kunnen ze concurrerender worden, hun kosten optimaliseren, productiever zijn en zo hun toekomstige groei ondersteunen en hun leiderschap verstevigen. Daarom lijken de perspectieven voor de technologiesector bemoedigend, een branche waarin producten en diensten in onze economie snel groeien en die een onbeperkt innovatiepotentieel heeft.
[1] McKinsey, Future of Work, juni 2020
[2] De aandelen worden ter illustratie gegeven; hun aanwezigheid in de portefeuille is niet gegarandeerd.
Wat zijn de ESG-trends voor 2022?
Door Martina Macpherson, hoofd ESG-strategie, ODDO BHF AM
25 februari 2022
De voorbije jaren is er onder beleggers een groeiende belangstelling voor ESG-fondsen. We stellen ook vast dat het volume van ESG-beleggingen steeds maar blijft toenemen. In 2021 zijn ESG-fondsen wereldwijd blijven groeien en ondertussen vertegenwoordigen zij 10% van het beheerde vermogen in fondsen. Volgens een studie van Refinitiv/Lipper (nov. 2021)[1] werd in 2021 wereldwijd een recordbedrag van 649 miljard dollar belegd in ESG-fondsen, tegenover respectievelijk 542 miljard en 285 miljard dollar in 2020 en 2019.
Welke regelgeving?
In het licht van die toevloed wordt Europese regelgeving echter een noodzakelijke stap om de transparantie en de samenhang tussen de fondsen te verbeteren
De SFDR over publicaties en rapportage en het initiatief van FinDatEx om een ‘universeel’ rapportagemodel voor fondsen uit te werken waarin de verschillende wettelijke vereisten zijn geïntegreerd, zouden het makkelijker moeten maken om fondsen met elkaar te vergelijken. Op dit moment zijn er zoveel standaarden, juridische kaders en labels dat het voor beleggers een mission impossible is om dat te doen zonder gevolgen voor de prestaties van hun portefeuille, zo blijkt uit een recente studie van Qontigo (2022)[2].
Welke integratiemethode?
Volgens een studie van de GSIA (2020)[3] is ESG-integratie de meest voorkomende duurzame beleggingsstrategie, gevolgd door negatieve selectie, aandeelhoudersengagement, selectie op basis van normen en duurzaam thematisch beleggen.
Bovendien combineren vermogensbeheerders in de meeste delen van de wereld, en in ieder geval in Europa, steeds vaker meerdere duurzame beleggingsstrategieën in één beleggingsproduct, zoals negatieve selectie of uitsluitingen met ESG-integratie en aandeelhoudersengagement.
Impactbeleggingen: een nieuwe en groeiende trend
Impactbeleggingen zijn volgens het GIIN (2012)[4] beleggingen in ondernemingen, organisaties en fondsen die naast financieel rendement ook sociale en ecologische effecten beogen. Die impactbeleggingen kunnen worden gedaan in al dan niet beursgenoteerde effecten van opkomende en ontwikkelde markten en focussen op een breed scala van verhoopte rendementen, naargelang het geval.
Zulke beleggingen hebben vaak betrekking op een specifiek project. Ze zijn niet hetzelfde als een filantropische actie, omdat de beleggers eigenaar blijven van het actief en op financieel rendement hopen. Die impactbeleggingen omvatten microfinanciering, solidaire beleggingen, fondsen voor sociaal ondernemerschap en Franse solidariteitsfondsen.
Ook een vraag van particulieren
Na de sterke dynamiek op de markt voor institutionele beleggers winnen ESG-beleggingen nu aan kracht bij particulieren en veranderen ook de vereisten.
Volgens Eurosif (2018)[5] bedroeg het aandeel van ESG-beleggingen in de markt voor particulieren in 2018 meer dan 30%, tegenover 22% in 2016, en ruim boven de 3,4% in 2014. Die cijfers bevestigen een studie van 2DII naar particuliere beleggers (2019)[6], waarin twee derde van de Franse en Duitse respondenten zei te willen beleggen in ecologisch verantwoordelijke ondernemingen en daaraan toevoegde dat hen nooit naar hun voorkeuren op het gebied van duurzaamheid wordt gevraagd.
Nieuwe MiFID-verordening
De MiFID II-verordening (EU2017/565)[7] werd aangepast om die inconsistentie te verhelpen. Er wordt nu aan financieel adviseurs gevraagd om de voorkeuren van hun klanten op het vlak van duurzame ontwikkeling te respecteren, wat ongetwijfeld een van de redenen is waarom duurzame fondsen steeds populairder worden (art. 8 of 9 van de SFDR).
Uit een onderzoek uit 2021 van Globe Scan[8] bleek dat 82% van de particuliere beleggers wereldwijd geïnteresseerd is in beleggingen in sociaal en ecologisch verantwoorde bedrijven en dat 72% sectoren wil vermijden die bijdragen aan de klimaatverandering. Een derde van de respondenten vindt echter dat ze over onvoldoende informatie beschikken om hun beleggingen in sociaal en ecologisch verantwoordelijke ondernemingen te selecteren en te evalueren.
De coronapandemie heeft ook de relevantie van systemische ESG-risico’s aangetoond, evenals de gevolgen daarvan voor de prestaties van een onderneming. Volgens het recentste rapport van Morgan Stanley over ‘Sustainable Signals’ (2021)[9] moedigt die particuliere beleggers aan om zich op langetermijndoelen te richten en om naast ecologische thema’s ook meer interesse te tonen in volksgezondheid en sociale rechtvaardigheid.
[1] Refinitiv/Lipper, Analysis: How 2021 became the year of ESG investing, op Reuters, 23 dec. 2021, link: https://www.reuters.com/markets/us/how-2021-became-year-esg-investing-2021-12-23/
[2] Qontigo, An ‘impossible product’? Comparing Europe’s dissonant ESG fund labels, 10 jan. 2022, link: https://qontigo.com/an-impossible-product-comparing-europes-dissonant-esg-fund-labels/
[3] GSIA, Global Sustainable Investment Review, 2020, link: http://www.gsi-alliance.org/wp-content/uploads/2021/08/GSIR-20201.pdf
[4] Global Impact Investing Network (GIIN), What is Impact Investing?, 2012, link: http://www.thegiin.org/cgi-bin/iowa/investing/index.html
[5] EuroSIF, European SRI Study, 19 nov. 2018, link: https://www.eurosif.org/news/eurosif-2018-sri-study-is-out/
[6] 2DII, A Large Majority of Retail Clients Want to Invest Sustainably – Survey of French and German retail investors’ sustainability objectives, maart 2020, link: https://2degrees-investing.org/wp-content/uploads/2020/03/A-Large-Majority-of-Retail-Clients-Want-to-Invest-Sustainably.pdf
[7] Europese Commissie, MiFID II (EU) 2017/565, 21 april 2021, link: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/FR/TXT/PDF/?uri=PI_COM:C(2021)2616&from=NL
[8] GlobeScan, Investors views on ESG, dec. 2021, link: https://3ng5l43rkkzc34ep72kj9as1-wpengine.netdna-ssl.com/wp-content/uploads/2021/12/GlobeScan-Radar-2021-Retail_Investors_Views_of_ESG-Full-Report.pdf
[9] Morgan Stanley Sustainable Signals: Individual Investors and the COVID-19 Pandemic, 27 okt. 2021, link: https://www.morganstanley.com/assets/pdfs/2021-Sustainable_Signals_Individual_Investor.pdf
De vermenselijking van huisdieren
Door TopTierAccess
Januari 2022
Huisdieren zijn een sterk groeiende sector en een opkomende rage in de private-equitywereld. Deze huisdieren zijn een nieuwe trend. Ongeveer 43% van de Belgen heeft nu een huisdier, waarbij katten en honden de belangrijkste diergroepen zijn. Vóór de Covid-crisis was er al een trend waarbij mensen steeds meer huisdieren kregen. Covid heeft deze trend alleen maar versneld.
In België kennen we al Tom&Co. Volgens het onderzoeksbureau GfK hebben de Belgen vorig jaar 644 miljoen euro uitgegeven aan dierenbenodigdheden, 7,8% meer dan het jaar daarvoor. Ook Belgische ondernemers hebben een gat in de markt gevonden. Twee Belgische eBay-veteranen waren bijvoorbeeld de oprichters van Pawshake, een online platform waar je een oppas voor een hond of kat kunt vinden, net zoals je een babysitter kunt vinden op AirBsit. Pawshake’s slogan is: “Vind een lokale dierenoppas die uw huisdier als familie behandelt”. Dierenspeciaalzaken zijn nu zowel online als offline actief
Vermenselijking
Er zijn niet alleen meer dieren. De echte nieuwe megatrend is de ‘vermenselijking’ van honden of katten. Kortom, dit betekent dat huisdieren even goed of beter worden verzorgd dan wij, aangezien zij nu als een extra gezinslid worden beschouwd.
Gezinnen worden steeds kleiner. Een kat of hond wordt nu in zekere zin beschouwd als een kind. Dat is niet alleen een trend in België. De ‘vermenselijking van huisdieren’ zit sterk in de lift, met een ongelooflijke groei op de Amerikaanse en Europese markten.
Enkele voorbeelden
Hier volgen enkele voorbeelden van bedrijven die in dit marktsegment actief zijn.
– Petsmart was een van de grootste dierenbenodigdhedenwinkels in de Verenigde Staten. Samen met BC Partners, een private-equityfonds, kocht het ook Chewy, de grootste online dierenwinkel. Dat is nu een beursgenoteerd bedrijf.
– Swiss Partners Group heeft Wedgewood Pharmacy overgenomen, een online apotheek voor magistrale bereidingen voor dieren. Hier worden de pillen op maat gemaakt voor elk dier.
– CVC, een andere private-equityspeler, heeft onlangs 1 miljard pond geïnvesteerd in Medivet, een Britse keten van zo’n 350 huisartsenpraktijken die de klok rond voor huisdieren kunnen zorgen.
– EQT heeft geïnvesteerd in de Musti Group, een Scandinavische Tom & Co die nu ook op de beurs genoteerd is. EQT heeft ook deelgenomen aan de recente kapitaalverhoging van Bought By Many, een online verzekeraar die uitsluitend huisdierenverzekeringen aanbiedt. Ongeveer 25% van de huisdieren in het Verenigd Koninkrijk is verzekerd voor medische ingrepen. In de VS is dat slechts 2%. EQT zet de expansie voort van IVC Evidensia, de grootste veterinaire keten van Europa met ongeveer 1.500 dierenartspraktijken en -klinieken. Door de vermenselijking van huisdieren hebben veel artsen plotseling behoefte aan kennis en infrastructuur zoals scanners en operatiekamers voor dieren. Deze specialisatie is alleen mogelijk binnen grote bedrijven.
Vooral in het Verenigd Koninkrijk
De innovatie komt voornamelijk uit het Verenigd Koninkrijk.
– Bij Bruce’s “doggy daycare” bijvoorbeeld kunnen baasjes hun hond voor een dag achterlaten. De hondendagcentra van Bruce hebben ruimtes waar de reukzin van de honden wordt gestimuleerd door allerlei verborgen geurtjes. De pups leren ook om te gaan met andere honden. Het is ideaal voor een hond die in een huis zonder tuin of met een kleine tuin woont.
– Barking Heads daarentegen verkoopt premium honden- en kattenvoer onder merken zoals “Fat Dog Slim”, “Fish-N-Delish” en “Smitted Kitten”, dat uitsluitend natuurlijke ingrediënten bevat, zonder smaakstoffen of bewaarmiddelen.
– Forthglade is een ander dierenvoedingsmerk met als motto: “Als je niet bereid bent het zelf te eten, geef het dan niet aan je huisdieren.”
En in de Verenigde Staten
– In de VS heeft L.Catterton geïnvesteerd in JustFoodforDogs, een restaurant met acht locaties in winkelcentra in Los Angeles, waar chef-koks ter plaatse in een open keuken maaltijden voor honden en katten bereiden, met gebruikmaking van lokale natuurlijke producten. De klanten kunnen het vers bereide voedsel dan mee naar huis nemen.
– Ook in de VS hebben vooraanstaande investeerders zoals Mark Cuban en Peter Thiel’s Founders Fund zo’n 23 miljoen dollar geïnvesteerd in Wild Earth, een vegetarisch hondenvoermerk. Veel dierenliefhebbers zijn zelf vegetariër en zouden graag zien dat ook hun huisdieren aan het goede doel bijdragen. Zowat 20% van al het vlees van de slacht is bedoeld voor huisdieren.
Bronnen:
Dierenadoptie in België
– https://www.coronadirect.be/nl/pers/bijna-een-op-drie-verwelkomde-nieuw-huisdier-sinds-covid-19/
Vermenselijking van huisdieren (wereldwijd en België)
– https://www.euromonitor.com/pet-humanisation-the-trend-and-its-strategic-impact-on-global-pet-care-markets/report
– https://www.gondola.be/nl/news/comeos-bestudeert-de-belgische-huisdierenmarkt
Pawshake
– https://nl.pawshake.be/about-us