Verantwoord beleggen in 2022: veel goed nieuws, en één teleurstelling

Door Florent Griffon, Responsible Investment Specialist bij DPAM

SRI hield ondanks de moeilijke context goed stand in 2022, met een netto-instroom die positief blijft in Europa. De COP27 blijft de enige echte teleurstelling. Het jaar eindigde wel met een aaneenrijging van goed nieuws, met name de COP15 over biodiversiteit en de akkoorden van de Europese Unie over het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (CBAM), over de hervorming van de koolstofmarkt en over de minimumbelasting op bedrijfswinsten. Het ESG-momentum houdt dus aan, en 2023 ziet er veelbelovend uit.

 

Eén teleurstelling …

 

De niet onverdeeld gunstige balans van de COP27 is de enige echte teleurstelling van het afgelopen jaar, maar wel een grote. Ten eerste is er het gebrek aan ambitie van de meeste regeringen. Zij hebben hun nationaal vastgestelde klimaatdoelstellingen (‘NDC’s’) immers niet herzien. De wereld stevent naar alle waarschijnlijkheid af op een temperatuurstijging met minstens 2,5 graden en sommigen blijven weigeren om zich te verbinden tot de uitstap uit fossiele brandstoffen. De hulp die de ontwikkelde landen bieden aan de ontwikkelingslanden bij de energietransitie en bijhorende aanpassingen is eveneens nog steeds duidelijk ontoereikend. De regeringen hebben geen toezeggingen gedaan om de wereldwijde uitstoot na 2025 te verminderen.

 

Bovendien weigeren verscheidene landen met een grote uitstoot van broeikasgassen, denk aan China en Saoedi-Arabië, nog steeds om doelstellingen vast te stellen die in verhouding staan tot hun uitstoot. De belangrijkste stap vooruit van de COP27 is de oprichting van een nieuw ‘verlies- en schadefonds’ voor de kwetsbare landen. Dit fonds is tot nu toe onvoldoende gefinancierd, maar er zal over worden onderhandeld tijdens de COP28. Tot slot heeft de COP27 bijzondere aandacht geschonken aan maatregelen om zich aan te passen aan de klimaatverandering. Aan de andere kant faalde de COP27 voor het onderdeel ’transitie’. Deze aanpak is inconsistent, want als het traject van +1,5 graden wordt overschreden, zouden de financieringsbehoeften voor de nodige aanpassingen enorm toenemen.

 

Waarom we hoop mogen koesteren voor de toekomst

 

De afgelopen weken stapelde het goede nieuws zich op.

 

  • Allereerst is er de COP15 Biodiversiteit in Montreal en de historische overeenkomst, die door 195 staten is ondertekend. Dit akkoord beoogt de oprichting van beschermde gebieden op 30 % van onze planeet, het herstel van 30 % van de aangetaste ecosystemen, de halvering van de risico’s van pesticiden en de verdubbeling van de wereldwijde financiering voor natuurbescherming.

 

Het is een belangrijke en noodzakelijke eerste stap. Of we er collectief in slagen de drastische daling van de wereldwijde biodiversiteit om te buigen, hangt echter af van hoe elke regering dit akkoord zal uitvoeren. In dat opzicht lijkt de COP16, die in 2024 in Turkije wordt gehouden, nu al buitengewoon belangrijk te zijn.

 

  • Goed nieuws is ook het Europese akkoord over het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (CBAM). Dankzij deze overeenkomst kan de invoer van staal, cement, meststoffen en andere koolstofrijke producten uit landen die achterblijven bij de Europese Unie wat de belastingheffing op koolstof betreft, worden belast. Het idee is om te verhinderen dat bedrijven aan ‘ecologische dumping’ doen en tegen lagere kosten produceren in regio’s zonder koolstofvoorschriften gelijkwaardig aan die van de Europese Unie. De overeenkomst zal die landen er ook toe aanzetten een ambitieus beleid te voeren om hun uitstoot te verminderen en zo ‘koolstoflekken’ te voorkomen.

 

In de praktijk zullen de invoerders van deze producten emissiecertificaten moeten kopen op de EU-markt. Als het land van oorsprong van hun producten al aan een koolstofmarkt is onderworpen, betalen zij alleen het verschil met de koolstofprijzen op de Europese markt. Hier zien we hoe voor landen die naar Europa exporteren, gestimuleerd worden om een markt voor koolstofquota op te zetten. Dankzij dit mechanisme zal de Europese Unie ook verder kunnen gaan in haar inspanningen om de uitstoot van haar industrieën te verminderen.

 

  • Enkele dagen later kondigde de Europese Unie een akkoord aan over de hervorming van de koolstofmarkt. Dat akkoord omvat een snellere afname van de op de Europese markt beschikbare koolstofemissiequota, het einde van de gratis emissiequota (tegen 2034) en dus een verwachte stijging van de koolstofprijs.

 

Het akkoord bepaalt ook dat bepaalde sectoren met een zeer hoge uitstoot geleidelijk in de markt moeten worden opgenomen. Het gaat onder meer om zeevervoer, luchtvervoer binnen de EU, kantoorgebouwen en wegvervoer. Ook wordt een sociaal fonds voor het klimaat opgericht om de meest kwetsbare huishoudens en ondernemingen te helpen hun uitstoot te verminderen. Deze maatregelen zijn essentieel als we de doelstelling willen halen om de uitstoot met 55 % te verminderen tegen 2030 in het kader van het plan ‘fit for 55’. Deze maatregelen zullen nog onontbeerlijker worden wanneer de Europese Unie tijdens de volgende COP nog ambitieuzere doelstellingen vaststelt.

 

  • Een ander onderdeel van de Green Deal van de Europese Unie is het akkoord over het invoerverbod op producten die bijdragen aan ontbossing, dat begin december werd bekrachtigd. Het verbod geldt voor levensmiddelen (soja, palmolie, rundvlees, koffie, cacao) en materialen (hout, leer, papier, houtskool) uit gebieden die na december 2020 zijn ontbost. De invoerders zullen aansprakelijk worden gesteld voor hun bevoorradingsketens. Er zullen ook controles worden georganiseerd, onder meer via satellietfoto’s en DNA-tracering. De EU werkt reeds aan de uitbreiding van het toepassingsgebied van deze verordening tot andere grondstoffen, zoals rubber en maïs, en tot andere soorten ecosystemen, zoals savannes en veengebieden, die een belangrijke rol spelen bij de koolstofvastlegging.

 

  • Ten slotte heeft de Europese Unie half december een akkoord aangekondigd over een minimumbelastingtarief van 15 % op de winsten van de op haar grondgebied geregistreerde multinationale ondernemingen. Vanaf 2024 zal dit akkoord het mogelijk maken de fiscale concurrentie tussen staten te beperken. Het zou andere rechtsgebieden moeten aanmoedigen dit voorbeeld te volgen, te beginnen met de VS. Het tweede deel van de hervorming is gericht op een terugdringing van de praktijk van ’transfer pricing’, die sommige multinationals gebruiken om hun winsten in de meest gunstige rechtsgebieden aan te geven. Dit raakt de kern van fiscale optimalisatie. We zijn er dus nog niet helemaal, maar dit akkoord is niettemin een belangrijke mijlpaal.

 

 

Tot slot werd het jaar 2022 gekenmerkt door de versterking van de verordeningen die SRI begeleiden, vormgeven en ondersteunen. Het is niet onbelangrijk dat de regulatoren zich hoofdzakelijk richten op klimaatverandering, ontbossing, biodiversiteit, sociale ongelijkheid en transparantie. Naar alle waarschijnlijkheid blijven die onderwerpen ook de komende jaren de drijvende kracht achter duurzaam beleggen. SRI zal blijven evolueren naar meer transparantie, betere impactmeting en bijgevolg hogere eisen aan zowel beleggers als ondernemingen. Het ESG-momentum houdt dus aan, en 2023 ziet er veelbelovend uit.

 

Raadpleeg ook de corner duurzame beleggingen

 

Marketingcommunicatie. Dit is geen beleggingsonderzoek. Beleggen brengt risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.

 

Degroof Petercam Asset Management SA/NV l rue Guimard 18, 1040 Brussels, Belgium l RPM/RPR Brussels l VAT BE 0886 223 276 l

 

Dit bericht is geplaatst in Actualiteit, Duurzame beleggingen met de tags , , , . Bookmark de permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *