Door Patrick Suck, beheerder van het ODDO BHF Polaris Flexible fonds
Na de inflatieschok van vorig jaar zou 2023 het jaar van de desinflatie kunnen worden, waarbij de inflatie nog steeds hoog maar dalend is. Welke gevolgen zou deze ontwikkeling hebben voor beleggingen? Welke activaklassen en sectoren kunnen profiteren en welke zullen het onderspit delven?
De piek is achter de rug
Nu de rente aan beide kanten van de Atlantische Oceaan snel stijgt, zijn de waarderingen van groeiaandelen, waarvan de winsten pas in de toekomst worden verwacht, onder druk komen te staan. Daarentegen waren rendementsaandelen met een stabiele winst populair. Tegelijkertijd hebben de recente daling van de energieprijzen en de stijging van de rentevoeten de inflatieproblematiek verbeterd. De aardgasprijs bedroeg op 13 februari 51,38 euro, tegen 345 euro een half jaar geleden. Verwacht wordt dat de inflatie in de eurozone dit jaar gemiddeld hoog zal blijven, maar tegen het einde van het jaar zou kunnen dalen tot 3 of 4%. Dit zou betekenen dat de inflatie afgelopen oktober een piek bereikte met 10,6%.
Economische en financiële gevolgen
In principe is een desinflatoir klimaat gunstiger voor kwaliteitsaandelen (bedrijven met sterke fundamentals en veerkrachtige bedrijfsmodellen) dan een klimaat van stijgende inflatie. Een inflatoire omgeving zal olie- en grondstoffenaandelen bevoordelen en, dankzij de stijgende rente, ook financiële aandelen. Dit zijn echter sectoren waarvan de bedrijven minder snel als kwaliteitsaandelen worden geselecteerd. Portefeuilles van kwaliteitsaandelen blijven dus achter in inflatoire fasen, zelfs als de langetermijnvooruitzichten van deze bedrijven stabiel blijven.
Het feit dat de stijgende rente wordt gebruikt om de inflatie te bestrijden, zet ook de aandelenwaarderingen onder druk. Dit weegt bijzonder zwaar op groeiaandelen die worden gewaardeerd op basis van langetermijnwinsten. In mindere mate worden echter ook kwaliteitsaandelen getroffen, terwijl rendementsaandelen profiteren. Een desinflatoire omgeving zou daarom de waarderingen van kwaliteitsaandelen ondersteunen.
Veel bedrijven zijn in staat stijgende inputkosten door te berekenen en zelfs hun winstmarges te verhogen ondanks de inflatie. Dit was het geval in 2021 en 2022, toen de marges van de Europese en Amerikaanse indexen nieuwe hoogtepunten bereikten. Cyclische sectoren zoals olie/grondstoffen, auto’s en industrie profiteerden het meest. Wanneer de marges dalen als gevolg van desinflatie, komen deze sectoren meer onder druk te staan, terwijl de marges voor kwaliteitsaandelen doorgaans stabieler blijven.
Aangezien het verhogen van de beleidsrente tot doel heeft de groei te temperen, gaat desinflatie doorgaans gepaard met een periode van lagere economische groei en een grotere kans op een recessie. Dit verschijnsel is nog maar net begonnen, vooral in de Verenigde Staten, maar het zou later dit jaar een probleem kunnen worden. Zelfs in een recessie lijken kwaliteitsaandelen beter gepositioneerd, omdat de ervaring heeft geleerd dat de winsten van deze bedrijven stabieler en veerkrachtiger zijn, zelfs in een recessie.
Zie ook de Corner Kronieken van Experts