Wat zijn de vier componenten van een levensverzekering ?

Door AG

 

Of het nu gaat om pensioensparen, een overlijdensverzekering of een financiële verzekering, er zijn vier elementen die de basis vormen van elk levensverzekeringscontract: de premie, de verzekeringsnemer, de verzekerde en de begunstigden. Door vooraf kennis te nemen van deze vier elementen zijn consumenten zeker dat de gekozen oplossing overeenstemt met hun behoeften en verwachtingen.

 

Een levensverzekering is een spaarproduct (tak 21) of beleggingsproduct (tak 23) afgesloten tussen de klant en de gekozen verzekeraar. Dit soort product biedt meerdere mogelijkheden om te sparen of te beleggen voor zichzelf en/of dierbaren, afhankelijk van de persoonlijke doelstellingen:

 

  • Aanvullend pensioenkapitaal opbouwen
  • Toekomst van de (klein)kinderen voorbereiden
  • Spaargeld laten aangroeien
  • Vermogensoverdracht plannen
  • Schenking beschermen
  • Dierbaren beschermen tegen de financiële gevolgen van een overlijden

 

Goed om te weten

De term ‘levensverzekering’ is een algemene benaming. Ook overlijdensverzekeringen, pensioensparen, spaarverzekeringen enz. behoren tot de categorie levensverzekeringen.

De structuur van levensverzekeringen lijkt ingewikkeld, maar is in werkelijkheid niet zo moeilijk. Eerst en vooral is het belangrijk na te gaan wat de rol is van elk element van het contract :

 

  • Premie
  • Verzekeringsnemer
  • Verzekerde
  • Begunstigde (bij leven of bij overlijden)

 

Maar wat betekent dit verzekeringsjargon?

 

Premie

 

Dat is het bedrag dat in het contract wordt gestort. De premie kan periodiek (maandelijks of jaarlijks) of eenmalig zijn. Het bedrag wordt bepaald bij het afsluiten van het contract, afhankelijk van het gekozen product.

Er is 2% premietaks verschuldigd en er kunnen extra kosten van toepassing zijn.

 

Verzekeringsnemer

 

De verzekeringsnemer is de persoon die het contract afsluit en zich ertoe verbindt de verzekeringspremies te betalen.

 

Verzekerde

 

Dat is de persoon op wie het risico op leven of overlijden rust dat gelinkt is aan het contract.

De verzekeringsnemer en de verzekerde kunnen dezelfde persoon zijn, maar dat is niet noodzakelijk zo.

Een voorbeeld? Bij een niet-geregistreerde roerende schenking van ouder aan kind kan het kind als verzekeringsnemer een overlijdensverzekering afsluiten en de ouder als verzekerde aanwijzen. Dit is een mogelijke oplossing om het ontvangen bedrag te beschermen. De wet voorziet namelijk in de betaling van successierechten op niet-geregistreerde schenkingen in geval van overlijden van de schenker binnen de 3 jaar (voor Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en 5 jaar (voor Wallonië) vanaf de datum van de schenking.

Als de schenker (de ouder) vóór deze termijn overlijdt, heeft de begiftigde (het kind) dus voldoende middelen om de verschuldigde successierechten te betalen.

 

Begunstigden (bij leven of bij overlijden)

 

  • De begunstigde bij leven ontvangt het kapitaal op het einde van het contract als de verzekerde nog in leven is. De verzekerde en de begunstigde bij leven kunnen dezelfde persoon zijn. Pensioensparen is een voorbeeld van een contract waarbij de verzekerde en de begunstigde bij leven meestal één en dezelfde persoon zijn.
  • De begunstigde bij overlijden ontvangt het kapitaal bij overlijden van de verzekerde tijdens de looptijd van het contract, op voorwaarde dat het contract een dergelijke clausule bevat. De begunstigde bij overlijden en de verzekerde moeten twee verschillende personen zijn. We nemen opnieuw het voorbeeld van pensioensparen. Bij overlijden van de verzekerde krijgt de begunstigde bij overlijden het kapitaal. Gewoonlijk is dat een naaste van de verzekerde (partner, kinderen enz.). Afhankelijk van het soort product kunnen er wettelijke beperkingen zijn.

Behalve in uitzonderlijke gevallen kan de verzekeringsnemer de begunstigingsclausules in principe gedurende de hele looptijd van de levensverzekering wijzigen.

Keuze van de begunstigde: een belangrijk aspect

 

Op het eerste gezicht lijkt die keuze voor de hand te liggen. Toch is de manier waarop de begunstigden in het contract worden aangewezen heel belangrijk!

  • De nominatieve clausule: de begunstigde(n) wordt (worden) rechtstreeks bij naam en voornaam in het contract vermeld. Bij overlijden wordt het kapitaal in principe dan snel uitbetaald.

 

  • De generieke clausule: de begunstigde(n) wordt (worden) aangewezen volgens de verwantschap met de verzekerde (partner, kinderen, broers en zussen enz.). Bij overlijden identificeert de verzekeraar eerst de betrokken begunstigden alvorens het kapitaal uit te keren.

 

Als de situatie van de verzekeringsnemer en/of de verzekerde verandert, is het aan te raden om de begunstigingsclausules van het levensverzekeringscontract te checken en zo nodig aan te passen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een echtscheiding of na de geboorte van een kind.

Vragen? Het advies van een professional blijft de beste optie voor een oplossing op maat!

 

Lees ook corner Verzekeringen

Dit bericht is geplaatst in Verzekeringen met de tags , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *