Door Ophélie Mortier, DPAM
We hadden het thema al aangesneden in de blog van 24 juni 2021, want de jongste maanden blijft het aantal resoluties over “say on climate” op de algemene vergadering van ondernemingen toenemen. Ze zijn een belangrijk onderwerp geweest in het stemseizoen 2022.
Ter herinnering: “Say on Climate” is een resolutie die op de agenda van algemene vergaderingen staat. Ze kan worden ingediend door de onderneming zelf of door haar aandeelhouders, zodat zij jaarlijks kunnen stemmen over het klimaatbeleid van beursgenoteerde ondernemingen. Zo kan er een permanente dialoog over milieu-uitdagingen ontstaan. Het Spaanse bedrijf Ferrovial was de koploper. Sindsdien is de vraag blijven toenemen.
Hoge goedkeuringsgraad
In Europa werden tijdens het seizoen 2022 ongeveer dertig klimaatresoluties ingediend. Ze gingen soms gepaard met protesten, vooral van ngo’s (met name bij de oliemaatschappijen). De goedkeuringsgraad lag doorgaans hoog.
Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan is het interessant om vast te stellen dat er veel klimaatresoluties zijn ingediend door aandeelhouders van Canadese banken. Financiële instellingen spelen duidelijk ook een rol bij de aanvaarding van leningen. In Europa zijn het echter meer niet-financiële ondernemingen die te maken krijgen met de klimaatresolutie.
Hoewel de klimaatresolutie geen garantie biedt dat energietransitie van het bedrijf perfect aansluit bij het Klimaatakkoord van Parijs, zorgt ze wel voor een voorzienbaar traject van broeikasgasemissiereductie en meer transparantie over de middelen die bedrijven inzetten als geloofwaardige hefbomen voor energietransitie.
Wat zijn de criteria voor een klimaatresolutie om als aandeelhouder te steunen?
Allereerst moet worden nagegaan vanwaar de resolutie komt: van de aandeelhouders of van de onderneming zelf? In het eerste geval kan men geneigd zijn de resolutie te steunen die de onderneming zal dwingen meer openheid van zaken te geven over deze kwestie.
Als het gaat om een resolutie die rechtstreeks uitgaat van het bedrijf zelf, lijkt het aangewezen dat er consistentie is tussen de voorgestelde resolutie en het algemeen engagement van het bedrijf.
Ook moet aandacht worden besteed aan bepaalde essentiële elementen van de resolutie, zoals:
- Of de Raad van Bestuur verantwoordelijk is voor het toezicht op het engagement
- Of er over dit onderwerp regelmatig wordt gerapporteerd op de raad van bestuur
- Of de langetermijndoelstellingen vergezeld gaan van middellangetermijndoelstellingen die verenigbaar zijn met een 1,5°C-scenario
- Of er een engagement bestaat om tussentijdse doelstellingen en vorderingen te publiceren.
- Het is ook belangrijk dat het ontwerpverslag en de strategie dieper ingaan op de directe en indirecte uitstoot van het bedrijf, ook bekend als scope 1, 2 en 3 emissies.
Het is evident dat dit geen sinecure is voor niet-ingewijden en retailbeleggers. De verantwoordelijkheid voor het al dan niet steunen van een resolutie en voor het afwegen van de aanbevelingen van de stemadviseurs (proxy advisors), die doorgaans geen aandeelhoudersresoluties steunen onder het voorwendsel van inmenging in het dagelijks bestuur en de uitvoering van de bedrijfsstrategie, zal voornamelijk bij institutionele beleggers berusten.
Welke reële impact mogen we verwachten van deze klimaatresoluties?
Ter herinnering: stemmen over klimaatresoluties, of ze nu van de onderneming of van de aandeelhouders komen, zijn niet bindend. Ze geven alleen blijk van steun of ontevredenheid van de aandeelhouders wanneer er veel tegenstemmen opgetekend worden. Deze stemmingen over resoluties blijven immers een belangrijk kanaal voor aandeelhouders om zich uit te spreken over de algemene klimaatstrategie van een onderneming.
Het is echter waarschijnlijk dat de kwestie dezelfde richting zal uitgaan als haar “grote zus”, de resolutie over de verloning. De “say on pay” is in de Verenigde Staten en Europa immers lange tijd een niet-bindende resolutie geweest. De geruchtmakende zaak van de verloning van Carlos Ghosn tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van Renault in 2016 was voor de Franse regering aanleiding om een wet aan te nemen over de transparantie van de verloning van bestuurders.
Net als de algemene vergadering van Renault in 2016 heeft ook die van TotalEnergies dit jaar veel inkt doen vloeien, vooral naar aanleiding van de (afgebroken) poging van aandeelhouders om een klimaatresolutie in te dienen voor meer transparantie van de scope 3 emissiereductiestrategie van het bedrijf. TotalEnergies weigerde de voorgestelde resolutie en de zaak werd aanhangig gemaakt bij de Franse autoriteit voor de financiële markten (AMF), die zich onbevoegd verklaarde om over de zaak te beslissen. Hoewel TotalEnergies de wedstrijd won, werd zijn imago als “best in class” in de sector beschadigd door dit gebrek aan samenwerking en transparantie. Zijn eigen resolutie over het voortgangsverslag inzake duurzaamheid en klimaat werd door geëngageerde institutionele beleggers verworpen. Dit was een manier om uiting te geven aan hun ontevredenheid over hoe er met die zaak werd omgegaan.
Het is niet uitgesloten dat deze zaak een precedent zal scheppen voor het wetsinitiatief rond een betere verplichte transparantie van klimaatstrategieën. Vergeet ook niet dat in Europa de richtlijn inzake niet-financiële rapportage (NFRD), die de richtlijn inzake duurzaamheidsrapportage (CSRD) zal worden, milieugegevens van bedrijven zal transparanter zal maken, maar dat op basis van feitelijke (historische) gegevens en niet op basis van bedrijfsambities en -doelstellingen.