COP26: en wat nu?

Door DPAM

Zo, dat was het weer! De COP 26 in Glasgow, die naar verwachting de belangrijkste COP zal worden na de COP 21 in Parijs, is achter de rug. De debatten werden besloten met drie belangrijke documenten, met name:

 

  • Het klimaatpact van Glasgow (Glasgow Climate Pact);
  • Een plan voor de financiering van de klimaatverandering (Climate Finance Delivery Plan)
  • Het rapportagekader voor de engagementen die de landen hebben genomen voor de decarbonisering, in het verlengde van de regels van Parijs.

 

Hoewel er enkele belangrijke stappen voorwaarts zijn gezet wat het politieke engagement betreft, is de consensus dat de COP teleurstellend was, vooral in het licht van de verwachtingen. Laten we proberen objectief te blijven en ook aan te halen wat er wél goed verlopen is.

 

Het klimaatpact van Glasgow

 

COP 26 had de COP van de waarheid moeten worden, met een ambitieuzer engagement van de ondertekenende landen. Het is nu duidelijk dat de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 45% moet zijn gedaald ten opzichte van 2010 om het 1,5°C-scenario in stand te houden.

 

(+) Hoewel veel landen nog niet zover zijn, kan men dankzij het bepalen van een tussentijdse begroting voor 2030 voor de koolstofneutraliteitsdoelstellingen van 2050 (en daarna) de vereisten duidelijk in kaart brengen.

(-) De herziening van de ambities tijdens de COP 26 werd uitgesteld tot 2022 voor nieuwe streefcijfers en een ontsnappingsroute indien er zich ‘nationale omstandigheden’ voordoen waardoor de ambities niet herzien zouden kunnen worden.

Voor het eerst in de geschiedenis van de 26 conferenties wordt steenkool duidelijk genoemd en aangewezen als de belangrijkste bron van broeikasgasemissies. Het is dus een must om die uitstoot drastisch terug te schroeven.

(+) Het is ook een hele verbetering dat er een belangrijke bron wordt geïdentificeerd en aangepakt.

(-) In het oorspronkelijke Engelse voorstel was sprake van een uitstap uit steenkool, terwijl in de tekst sprake is van een afbouw. India werd hier in belangrijke mate met de vinger gewezen, omdat vooral dat land stokken in de wielen heeft gestoken van het aanvankelijke voorstel. In het voordeel van India speelt dat China en de Verenigde Staten, evenals Europa, hun actieplannen voor de geleidelijke afschaffing van steenkool reeds in een stroomversnelling hebben gebracht. Het Chinees-Amerikaanse duo had er meer belang bij om een zeer vervuilende fossiele brandstof met de vinger te wijzen waaruit het geleidelijk stapt, dan het risico te lopen om meer algemeen alle fossiele brandstoffen als schuldige aan te wijzen, met inbegrip van olie en gas, waarvan het in energetisch en commercieel opzicht duidelijk afhankelijker is. Vergeet niet dat India en China, die twee derde van het verbruik voor hun rekening nemen, niet de volledige overeenkomst hebben aanvaard en dat noch de Verenigde Staten noch Australië zich hebben verbonden tot de Global Coal to Clean-overeenkomst.

 

Het uitvoeringsplan voor de klimaatfinanciering

 

Dit was misschien wel de grootste teleurstelling van de conferentie, vooral voor de opkomende landen. Verscheidene deskundigen hebben COP 26 omschreven als een conferentie van de rijke landen voor de rijke landen…

 

Een beetje achtergrond: tijdens de COP in Kopenhagen in 2009 werd gesproken over hulp aan de opkomende landen ter waarde van 100 miljard dollar per jaar om de transitie te financieren. Tot dusver is er slechts 82-83 miljard dollar uitbetaald.

 

(+) Er wordt overeengekomen dat het bedrag tussen 2020-2025 jaarlijks zal worden betaald met een progressief financieringsplan, zodat tegen 2023 de 100 miljard dollar zal zijn uitbetaald en met een inhaalslag van de nog verschuldigde bedragen.

(-) Er is niets gepland of overeengekomen voor na 2025. Dit zal opnieuw op tafel moeten worden gelegd voor de COP 27-onderhandelingen in Egypte en de volgende meetings.

(-) Wat het luik broeikasgasemissiereductie betreft, wordt de steun hoofdzakelijk verleend in de vorm van leningen die kunnen worden teruggevorderd als gevolg van de geboekte verbeteringen en andere emissiereductiekosten. Voor het luik betreffende de klimaatadaptatie zou het echter voornamelijk om subsidies gaan en uiteindelijk zal het vooral om leningen gaan waarvan de landen het geld niet kunnen terugvorderen. Vandaar de opmerking van een COP van de rijken voor de rijken.

(-) het laatste belangrijke punt waarop de ontwikkelingslanden zich bedrogen voelden, was de kwestie van verlies en schade, aangezien er op dit punt geen financieringsmechanisme was vastgesteld. De opkomende landen, die over het algemeen het meest worden blootgesteld aan klimaatverandering maar niet noodzakelijk de grootste bijdrage leveren, hebben op dit punt niets gekregen. Deze verliezen en schade zijn vandaag betrekkelijk immaterieel en derhalve niet meetbaar of meetbaar.

 

Artikel 6 – Geavanceerde technische en boekhoudkundige reporting

 

Een doorbraak op de COP van Glasgow was ook de vooruitgang rond het rapportagekader om de uitstoot te verminderen en de handel in emissierechten. De Overeenkomst van Parijs stond reeds de handel in emissierechten tussen landen in hetzelfde systeem van koolstofkredieten toe. Tegenwoordig mogen landen koolstofkredieten kopen van landen die hun koolstofuitstoot reduceren. Dit is een technische en boekhoudkundige vooruitgang om dubbeltelling te voorkomen bij de inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Er zijn echter geen nieuwe koolstofmarkten aangekondigd en deze vervuilingsvergunningen die van de best presterende bedrijven worden gekocht, leveren niet de echte vermindering van broeikasgasemissies op die de planeet nodig heeft. Het in Glasgow vastgestelde kader voor de rapportage over de vermindering van de uitstoot van die laatste zal het echter mogelijk maken dat men elkaars inspanningen beter begrijpt en kan vergelijken.

 

Enkele private verwezenlijkingen, naast de COP 26

 

COP 26 gaat ook vergezeld van verschillende private initiatieven, zoals:

 

  • Global Methane Pledge, een vrijwillige verbintenis van 105 staten om hun methaanemissies tegen 2030 met 30% te verminderen. Dit zou gevolgen moeten hebben voor de landbouwinnovatie.
  • Verklaring van de leiders van Glasgow over bos- en landgebruik, waarin 100 staten zich ertoe verbinden de ontbossing tegen 2030 een halt toe te roepen (en om te keren!). Maar Brazilië, dat onlangs op de vingers werd getikt voor zijn voortdurende ontbossing, en Indonesië hebben zich slechts ten dele verbonden. Bovendien werd er geen melding gemaakt van het geld dat voor dit doel nodig is.
  • Alliance beyond Oil & Gas en de stopzetting van buitenlandse overheidsfinanciering van fossiele brandstoffen tegen 2022 door 24 landen, aangevoerd door Costa Rica en Denemarken.
  • En de Glasgow Financial Alliance for Net Zero, met meer dan 450 financiële instellingen en 130 biljoen euro onder beheer, heeft zich ertoe verbonden om de portefeuilles tegen 2050 af te stemmen op Net Zero. Dit is een enorme inzet, aangezien de Principes van de Verenigde Naties, ondanks hun grote succes, in de afgelopen twee jaar niet zo’n groot aantal spelers en zoveel vermogen onder beheer hebben bijeengebracht. Uiteraard zal de implementatie van een dergelijke mooie belofte moeten worden gecontroleerd, aangezien dit grote gevolgen heeft voor de samenstelling van portefeuilles en de economische activiteiten die potentieel kunnen worden uitgesloten.

 

 

Bezoek ook de corner voor Duurzame Beleggingen

Dit bericht is geplaatst in Duurzame beleggingen met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *