Due diligence rond milieu, de maatschappij en de mensenrechten

@Pexels

Door DPAM

Het is belangrijk om te begrijpen welke impact het bedrijfsleven heeft op de mensenrechten. De International Labour Organization schat dat er jaarlijks ongeveer 150 miljard dollar bedrijfswinst wordt gegenereerd door moderne mensenhandel en slavernij. Er bestaat tevens een ongelijke verdeling tussen de slachtoffers van deze misdaden: 71% van hen zijn vrouwen of kinderen. De financiële sector os een hefboom voor deze activiteiten, hetzij via informele banksystemen, hetzij via het witwassen van winsten of de financiering van bedrijven die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen. Daarom is het onderwerp een belangrijk aandachtspunt en zou het een cruciaal criterium moeten vormen voor elke vermogensbeheerder.

Gezien het belang van dit onderwerp, bereidt de Europese Commissie een regelgeving voor over verplichte due diligence op het gebied van mensenrechten. Door een verplicht due diligence-proces in te voeren en hierover verslag uit te brengen, zullen beleggers een beter beeld krijgen van de ondernemingen die zij financieren en zullen zij hun investeringsbeslissingen hierop kunnen afstemmen.

 

Twee voorbeelden van nationale regelgevingen

Vooraleer het Europese voorstel te bestuderen, kan men reeds twee nationale regelgevingen hieromtrent analyseren. De Droit de Vigilance in Frankrijk verplicht bedrijven om publiek te maken hoe zij de risico’s in verband met sociale, milieu- en beheers-aspecten aanpakken (de zogenaamde ESG criteria).  Helaas geeft de wet niet duidelijk aan welke bedrijven onder het toepassingsgebied vallen. De wet verschilt ook in oorsprong van de Europese evenknie, aangezien de wet zich richt op de risico’s die verbonden zijn aan de activiteiten van de bedrijven (material risks), en niet op het risico voor de belanghebbenden van de bedrijven (salient risks) zoals de leveranciers, de werknemers of de klanten.

Een andere interessante wet rond dit onderwerp is in het Verenigd Koninkrijk van kracht sinds 2015, de zogenaamde UK Modern Slavery Act. Deze wet heeft zowel op consumenten- als op bedrijfsniveau het bewustzijn rond de externaliteiten van bedrijfsactiviteiten vergroot. Helaas is de regelgeving nogal vaag en heeft ze geen significante gevolgen voor bedrijven die geen rekening houden met negatieve externaliteiten voor hun stakeholders

Het voorstel van de Europese Commissie

De voorgestelde regelgeving van de Europese Commissie is gericht op het creëren van een duurzaam post-pandemisch herstel. Om dit te bereiken steunt deze  regelgeving op één belangrijk principe. Een bedrijf zal zijn impact op het milieu, de maatschappij en de mensenrechten moeten bestuderen en ontsluiten. Hierdoor stimuleert men bedrijven beslissingen te nemen op langere termijn, in plaats van het kortetermijndenken dat onze economie de afgelopen dertig à veertig jaar heeft gekenmerkt. Deze wetgeving zal pas effectief indien op het niveau van de raad van bestuur en het topmanagement van bedrijven, de impact van zakelijke beslissingen op alle belanghebbenden wordt overwogen. Daarom wordt in de nieuwe regeling ook een zogenaamde bestuurdersclausule opgenomen, die deze verantwoordelijkheid van de bestuurders afdwingt. De toezichthouder maakt hierdoor een significante sprong om de externaliteiten van bedrijven opnieuw te incorporeren.

Bovendien is het toepassingsgebied van de nieuwe regeling niet beperkt tot de tier 1-leveranciers van een bedrijf. Het gebruik van een cascadesysteem zal niet volstaan, aangezien bedrijven moeten zorgen voor een due diligence-onderzoek in hun hele toeleveringsketen en niet alleen bij de directe leveranciers waarmee ze in contact komen. Het uitvoeren van een grondige due diligence van elk bedrijf dat deel uitmaakt van het leveranciersnetwerk van een bedrijf zal een uitdaging zijn, vooral omdat de leveranciers meestal kleiner zijn naarmate men zich verder verwijdert van de eindgebruiker. Daarom is het essentieel om te beginnen met de belangrijkste leveranciers in een toeleveringsketen en het focussen op continue verbetering van deze leveranciers op het gebied van mensenrechten, sociale en milieuaspecten.

Tevens wordt het principe van een horizontale aanpak door de Europese Commissie gesteund. De regelgeving zal worden ingevoerd voor zowel particuliere als overheidsbedrijven van elke omvang; van multinationals tot KMO’s. Na verloop van tijd zal er meer specifieke regelgeving worden ingevoerd voor specifieke sectoren die blootgesteld zijn aan wanpraktijken op het gebied van de mensenrechten, zoals bijvoorbeeld de textielsector of de mijnbouwindustrie.

Bovendien zullen ook niet-EU-bedrijven die in de EU actief zijn, zich aan de regelgeving moeten houden, vergelijkbaar met de GDPR-regelgeving inzake gegevensbescherming. Dit zal gelijke voorwaarden creëren voor alle bedrijven die in de EU actief zijn, ongeacht hun omvang of bestuursvorm; beursgenoteerd of niet. Om de valkuilen van de minder doeltreffende nationale regelgeving te vermijden, benadrukt de Europese Commissie het belang van een openbaar handhavingsmechanisme om de naleving van de nieuwe regelgeving te waarborgen. Het niet naleven van de nieuwe regelgeving kan sancties met zich meebrengen. Natuurlijk zullen bedrijven ook intrinsiek gemotiveerd zijn om zich aan de regels te houden, aangezien een diepgaande due diligence het vertrouwen van de eindconsument in het bedrijf versterkt en het bedrijf beter bestand maakt tegen risico’s en crisissen.

Lees ook corner Duurzame beleggingen

Dit bericht is geplaatst in Duurzame beleggingen met de tags , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *