Covid-19: katalysator voor de transformatie van overheden?

@Pexels

Door NN Investment Partners (NN IP)

Het coronavirus heeft de samenleving en economieën op hun kop gezet. De bevolking heeft nieuwe manieren van leven en werken gevonden en bedrijven hebben nieuwe manieren van ondernemen bedacht. Ondertussen proberen regeringsleiders van alle politieke kleuren de verspreiding van het virus onder controle te krijgen en tegelijkertijd de economische schade te beperken. Covid-19 staat nu bovenaan de binnenlandse politieke agenda van vrijwel elk land en zou een katalysator kunnen zijn voor een golf van overheidstransformaties.

De Covid-19-pandemie zorgt bij veel mensen voor angst, maar ook voor een verlangen naar verandering. Politici kregen te maken met ongekende uitdagingen, maar kregen ook macht. Tegen deze achtergrond identificeert men drie factoren die bestaande trends kunnen versnellen en een katalysator voor verandering kunnen worden.

 

De nieuw links

Welke beleidsmix in de jaren ‘20 de boventoon zal voeren, hangt af van of de liberale manier van denken van de afgelopen vier decennia zal plaatsmaken voor nationalisten en populisten, of voor een ‘nieuw links’ van progressieve politici. Een andere belangrijke vraag is of we de opkomst van de sterke staat zullen zien, of een voortzetting van de laissez-faire-staat die het economische beleid sinds de jaren tachtig kenmerkt.

De neergang van de globalisering na de financiële crisis van 2008 heeft een vruchtbare bodem gecreëerd voor rechtse populistische leiders die eenvoudige oplossingen boden voor de mensen die door de globalisering zijn achtergebleven. In de nasleep van de pandemie kunnen liberale overheden onder druk komen te staan, omdat de voordelen van globalisering zijn vervaagd en ongelijkheid een acuut probleem blijft. Populistische leiders kunnen ook gevaar lopen, omdat hun afkeer van technocratische leiders vaak hand in hand is gegaan met een slechte beheersing van de pandemie.

Dit zou kunnen leiden tot een soort tegenreactie die de weg vrijmaakt voor progressieve politici, en mensen weer naar de feiten laat kijken. Deze ‘nieuw-linkse’ politici maken vaak deel uit van de groene partijen in Europa. Ze zetten zich in voor een moderne vorm van inclusie, waarbij maatschappelijke kwesties zwaarder wegen, en geven prioriteit aan publieke kwesties zoals gezondheidszorg, milieu, onderwijs en infrastructuur. De algemene beleidsrichting van nieuw links is gericht op gelijke kansen in plaats van op gelijke inkomens.

Sterke staat of laissez-faire?

De recente lockdown-maatregelen hebben de persoonlijke vrijheden aangetast en geresulteerd in het sluiten van grenzen. De pandemie heeft de meeste overheden ook opgezadeld met stijgende werkloosheid en schulden, waardoor de druk om de belastingen te verhogen is toegenomen. Kortom, overheden hebben de laatste tijd veel meer macht uitgeoefend dan in het verleden, en de nieuwe economische uitdagingen vragen ook in de toekomst om meer interventie. Een ‘sterke staat’ kan op twee verschillende gebieden ingrijpen: op het niveau van individuele rechten, of als dominante speler in de binnenlandse economie.

Een nieuwe koude oorlog

De pandemie kan de katalysator zijn voor een koude oorlog tussen de Verenigde Staten en China. Daarmee zou een einde komen aan het naast elkaar bestaan van internationale samenwerking en economische concurrentie tussen de landen en de relatie richting strategische concurrentie en beheersing duwen. De ‘America First’-doctrine van de Amerikaanse president Donald Trump is gericht op het afbreken van de multilaterale orde, die de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog zelf hebben helpen opbouwen. De terugtrekking van de Verenigde Staten zorgt voor een machtsvacuüm dat China wel wil opvullen. Als deze trend de boventoon gaat voeren, zullen alle landen een kant moeten kiezen.

Voor Europa zou een nieuwe koude oorlog cruciaal kunnen zijn. De externe dreiging zou de katalysator kunnen zijn voor meer politieke, militaire en economische integratie. De diversiteit van de landen in Europa heeft echter twee implicaties. Ten eerste is het onwaarschijnlijk dat alle Europese landen dezelfde kant zullen kiezen. Ten tweede zal de samenwerking tussen Europese landen voldoende zijn om een unie te creëren die sterk genoeg is om mondiaal te concurreren, maar het is onwaarschijnlijk dat een dergelijke unie het natiestaatmodel de rug zal toekeren en zelf een leidende macht zal worden. De Europese politiek draait van oudsher om het vinden van het juiste evenwicht.

Zie ook de rubriek ‘beheer’

Dit bericht is geplaatst in Actualiteit met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *