Waar liggen breuklijnen voor volgende crisis?

@Pexels

Door Keith Wade, hoofdeconoom bij Schroders

Tien jaar na de financiële crisis lijkt de wereld veiliger dan daarvoor. Banken zijn beter gekapitaliseerd en strikter gereguleerd, de volatiliteit in de financiële markten is laag en de centrale banken bouwen het zeer ruime beleid af. In aanloop naar de wereldwijde financiële crisis waren er onevenwichtigheden in de wereldeconomie. Hoe zit dat nu? Keith Wade, hoofdeconoom bij Schroders, analyseert waar nu de breuklijnen liggen en waar in de toekomst stress zich kan opbouwen.

Onbalans in de wereldeconomie

In de jaren voorafgaand aan de financiële crisis van 2008 verhoogden veel opkomende economieën hun besparingen, na een reeks crises in 1997-98. Hierdoor ontstond een overschot aan spaargeld ten opzichte van investeringen. Dat weerspiegelde zich in het groeiende overschot op de lopende rekeningen van de opkomende markten. Veel van dit overtollige kapitaal werd opgebouwd in de deviezenreserves van Aziatische economieën die zichzelf wilden beschermen tegen een toekomstige valutacrisis, of in het geval van China om een buffer tegen mogelijke wisselkoerswaardering op te bouwen. Die deviezenreserves trokken vervolgens richting de VS en andere ontwikkelde economieën zoals het VK, waar ze de waarderingen van activa verhoogden, kapitaalinvesteringen lieten toenemen en binnenlandse besparingen verminderden.

Zo kon in de aanloop naar de financiële crisis geld stromen van de armere opkomende economieën richting de rijkere ontwikkelde economieën. In de VS liep het tekort op de lopende rekening op en in de opkomende markten nam het overschot toe. Een groot deel van het overtollige kapitaal dat door de overvloed werd gecreëerd, kwam terecht in de banksystemen van de ontwikkelde markten, met name de VS en het VK, waar het op steeds gemakkelijkere voorwaarden in de economie werd geïntroduceerd via een explosie van subprime-hypotheken waardoor huishoudens en bedrijven flinke schulden konden aangaan.

De ontwikkelde economieën konden de toename van het kapitaal uit de opkomende wereld niet effectief verwerken, wat resulteerde in een grote misallocatie van kapitaal. Het epicentrum was te vinden in de VS en het VK, waar makkelijke hypotheekfinanciering de huizenprijzen deed stijgen. Het daaropvolgende uiteenspatten van de huizenbubbel ondermijnde vervolgens het vertrouwen in de Amerikaanse en Britse banken en had een systemisch effect op een groot deel van het wereldwijde financiële systeem. De kapitaalstromen in het bancaire systeem kwamen acuut tot een halt.

Significante verschuivingen

Na de financiële crisis zijn de rollen in de afgelopen tien jaar behoorlijk omgedraaid. Op basis van IMF-gegevens is het overschot op de lopende rekening van de opkomende markten verdwenen, terwijl de ontwikkelde landen zijn overgestapt van een tekort naar een overschot. De kloof tussen de twee is aanzienlijk kleiner geworden: Het gat verkleinde  USD 1200 miljard in 2008 naar 400 miljard in 2017.

Afbeelding: De onbalans in de wereldeconomie is na de financiële crisis afgenomen.

De eurozone kende in 2007 een tekort op de lopende rekening, maar heeft tien jaar later een overschot. De omslag werd gedreven door Italië en Spanje. Duitsland heeft al die jaren een overschot gekend. De VS verkleinde zijn tekort in deze tien jaar met 245 miljard dollar tot 466 miljard. De opkomende markten zagen juist een omslag van een overschot naar een tekort, aangevoerd door China en de olieproducerende landen.

De zwakke punten van de huidige wereldeconomie

De onbalans in de wereldeconomie is nu beduidend lager dan tien jaar geleden. Toch ziet Wade een aantal gebieden waar in de toekomst spanning kan ontstaan.

  1. De opkomende markten zijn kwetsbaar

De opkomende markten zijn meer afhankelijk van externe financiering. Daarmee zijn ze kwetsbaar voor druk op de valuta en de reserves als de Fed de rente verhoogt of de liquiditeit beperkt.

  1. Het tekort op de lopende rekening van de VS blijft bestaan

De Verenigde Staten hebben het tekort op de lopende rekening het laatste decennium verkleind. Maar door het ruimhartige begrotingsbeleid van Trump en het daaropvolgende groeiende begrotingstekort vergroot het land het tekort op de lopende rekening verder. Mogelijk keert het dubbele tekort in de begroting en op de handelsbalans terug.

De robuuste Amerikaanse economie en de stijgende rente zorgen voor weinig problemen in de financiering van het huidige tekort, zoals te merken is aan de sterke dollar. Maar als elders het beleid normaliseert, worden Amerikaanse assets minder aantrekkelijk en moet de financiering tegen minder gunstige voorwaarden gebeuren.

  1. Aansterking van de euro lijkt onvermijdelijk

De grootste onbalans is momenteel te vinden tussen de eurozone en de rest van de wereld. De eurozone speelt nu min of meer dezelfde rol als China en de opkomende markten voorafgaand aan de financiële crisis. Het ultra ruime beleid van de ECB zorgt ervoor dat beleggers rendement in andere munten zoeken en de euro verlaten. Dat verklaart de zwakte van de euro.

De zwakke euro is een belangrijk middel in de strijd tegen deflatie in de eurozone. Maar het is een onmogelijke opgave om een munt zwak te houden bij een economie met een tekort op de lopende rekening. Het lukt Mario Draghi alleen door een ultra ruim beleid. De opwaartse druk op de munt is er altijd. Als de ECB de grip verliest, dan kan dat een uitdaging vormen voor de eurozone, die nog steeds worstelt om een duurzaam inflatiepeil rond de 2% te creëren en uitdagingen kent qua groei en schuldpositie in de landen in de periferie.

Stress concentreert zich rond de eurozone

De afname van het onevenwicht is geruststellend voor de wereldeconomie en toekomstige groei. Met name de wereldeconomie is niet langer afhankelijk van de recyclage van het Chinese overschot naar de VS. De keerzijde is dat China en de opkomende markten kwetsbaarder zijn geworden voor strakkere mondiale liquiditeitsvoorwaarden.

Als Wade kijkt waar de breuklijnen liggen die een volgende crisis kunnen veroorzaken, dan concentreert hij zich op de eurozone die momenteel een overschot op de lopende rekening weet te combineren met een zwakke munt door een buitengewoon ruim monetair beleid.

In een perfecte wereld zou het herstel van de eurozone gepaard gaan met hogere rentetarieven en een stabiele munt. In de praktijk kan dit een grote uitdaging worden. De ECB probeert het beleid te wijzigen zonder een aanzienlijke appreciatie van de euro en het daaropvolgende risico van ontsporing in de regio. Het gevaar bestaat dat, net als Japan eerder, de eurozone voor onbepaalde tijd gevangen zal blijven zitten in een zeer soepel monetair beleid.
De volledige tekst leest u in Ten years on from the crisis, where might the future fault lines lie?, door Keith Wade, hoofdeconoom bij Schroders.

Lees ook op MoneyStore.be corner Investeringen

Dit bericht is geplaatst in Actualiteit met de tags , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *