Door Degroof Petercam
De 22e klimaattop van de Verenigde Naties (COP 22) was volop aan de gang in Marrakesh toen bekend geraakte dat Donald Trump op weg was naar het Witte Huis.
Hoewel de vrees dat de Brexit de ratificering van het klimaatakkoord van Parijs in het gedrang zou brengen snel wegebde, zitten we hier met een nieuw probleem dat het slagen van het akkoord, dat in werking is getreden, kan bemoeilijken.
Trump deed immers regelmatig straffe aankondigingen en gaf geregeld zijn mening over de klimaatverandering. Hij opperde in het bijzonder dat klimaatverandering een concept is dat was uitgevonden door de Chinezen om de concurrentiekracht van de Amerikaanse industrie aan te tasten.
De Verenigde Staten vertegenwoordigen 16,4 % van de wereldwijde uitstoot en dienen een belangrijke rol te spelen op het vlak van klimaatverandering en luchtkwaliteit. Bovendien zijn de Verenigde Staten, net als bij alle andere internationale onderhandelingen, een belangrijke gesprekspartner in de onderhandelingen over het klimaatbeleid.
Het resultaat van de Amerikaanse presidentsverkiezingen is dus van groot belang voor de toepassing van het klimaatakkoord van Parijs.
Op 4 november 2016 is het akkoord van Parijs in werking getreden, nadat het was geratificeerd door ten minste 55 partijen die 55 % van de wereldwijde uitstoot vertegenwoordigen. De COP 22-conferentie, die tot 18 november wordt georganiseerd in Marokko, wil de toepassing van het klimaatakkoord van Parijs op punt stellen. Het is immers noodzakelijk om het kader voor de toepassing van de verschillende klimaatplannen van de diverse partijen te definiëren. Die zijn echter moeilijk te vergelijken in de huidige staat, vóór 2020. De ratificering door een land zorgt ervoor dat zijn ‘beloofde’ nationale bijdragen een doelstelling worden, in plaats van louter ‘beloftes’.
De Amerikaanse machtsverhoudingen zorgen voor een systeem van checks and balances dankzij het Congres en de Senaat en neemt wat bezorgdheid weg over Donald Trump, die niet de enige is die aan het roer staat.
Hoewel hij heeft gezegd dat de Verenigde Staten het klimaatakkoord van Parijs zouden verlaten, is de praktische toepassing daarvan niet evident. Om de ratificering van het akkoord te negeren, moet het land immers een vooropzeg van drie jaar naleven, die in werking zou treden in het volgende jaar, dus in totaal vier jaar vanaf nu. Met andere woorden, indien Trump het akkoord zou opzeggen op de eerste dag van zijn presidentschap (20 januari 2017), zouden de Verenigde Staten verbonden blijven aan het akkoord tot januari 2021, dus in de periode waarin de uitstoot wordt teruggedrongen (2020-2030) en na de volgende presidentsverkiezingen. Het risico is dus beperkt. Dat neemt echter niet weg dat Trump technisch gezien eveneens kan beslissen dat de Verenigde Staten uit de kaderconventie voor klimaatverandering van de Verenigde Naties (CCNUCC) stappen. Daar is een opzegtermijn van slechts één jaar van toepassing, waardoor hij alle verplichtingen verbonden aan de CCNUCC, met inbegrip van het akkoord van Parijs, naast zich zou kunnen neerleggen. Het spreekt voor zich dat een dergelijke stap zou kunnen rekenen op forse kritiek van de internationale diplomatie.
Naast een uitstap uit het klimaatakkoord verdedigt Donald Trump een vrije energiemarkt, goedkope energie voor de consument en de Amerikaanse industrie, en de energie-onafhankelijkheid van de Verenigde Staten. Zijn steun aan fossiele energie is zeer uitgesproken, en hernieuwbare energie, tenzij ze economisch competitief is, zal een negatieve invloed ondervinden.
Trump wil de productie van steenkool verhogen en de exploitatie van de oliepijplijn Keystone XL opnieuw bekijken, net als de productie van gas en olie in Alaska en de Golf van Mexico.
Dat zou uiteraard een ongelukkige beslissing zijn en een stap achteruit, nadat Obama op dat vlak heel wat vooruitgang had geboekt. De Verenigde Staten, die op het vlak van klimaatverandering achteraan het peloton bengelden, hebben na de twee ambtstermijnen van Obama immers meerdere belangrijke milieumaatregelen genomen, zoals het Clean Power Plan, het Climate Action Plan, de Clean Water Rule en het bilaterale klimaatakkoord dat werd afgesloten met China en heeft geleid tot het succes van de COP 21.
De benoeming van de 9e vacante zetel in het Hooggerechtshof zou beslissend kunnen zijn in de plannen van Donald Trump. Het Hooggerechtshof heeft immers de bevoegdheid om de wetten van het Congres die als niet-grondwettelijk worden beschouwd tegen te houden. De kandidaat die werd voorgedragen door Obama werd uiteindelijk niet gekozen, aangezien de verkiezingen voor de deur stonden. Het valt nog af te wachten of Trump erin zal slagen om een van zijn protegés te benoemen.
Tot slot zal de toepassing van het klimaatakkoord van Parijs een zware financiële last worden. De aankondiging van Trump om de Amerikaanse financiële steun aan de programma’s van de Verenigde Naties stop te zetten, is ook een belangrijk risico vanaf nu. De Verenigde Staten hebben in 2014 11,6 miljard dollar aan R&D voor het klimaat betaald. Ze ondersteunen voor 26,1 miljard dollar de klimaatmaatregelen volgens de American Recovery and Reinvestment Act van 2009. Ze hebben eveneens een eerste storting van 500 miljoen dollar gemaakt voor het Green Climate Fund, waarvoor ze 3 miljard dollar beloofden te storten. Hoewel dit op het eerste gezicht lage cijfers zijn in vergelijking met het bbp van het land, zijn ze belangrijk als je kijkt naar de omvang van de behoeften.
De snelheid waarmee het klimaatakkoord van Parijs werd geratificeerd, toont aan dat men zich terdege bewust is van het klimaatprobleem. Maar liefst 82 partijen die het akkoord hebben geratificeerd, bespreken momenteel de modaliteiten van de toepassing ervan. De overwinning van Trump zet ongetwijfeld een domper op de strijd tegen klimaatverandering. Laten we hopen dat de soep niet zo heet wordt gegeten als ze wordt opgediend.
Lees ook corner Duurzame beleggingen