Hand- en bankgiften praktisch bekeken

Photo016Door Belfius

De handgiften en bankgiften zijn een eenvoudige manier om onder meer gelden en bepaalde effecten te schenken. We frissen hierna even eerst op hoe dit best kan gebeuren. Bovendien bekijken welke voorwaarden u als schenker kan opleggen aan de begiftigde.

Een schenking dient in principe steeds te gebeuren bij notariële akte. Dat is althans wat ons Burgerlijk Wetboek zegt. Doorheen de jaren heeft men echter ook aanvaard dat een schenking ook op andere manieren kan plaatsvinden. We denken daarbij in de eerste plaats aan de bankgift en de handgift. Dit zijn twee manieren om vermogen ‘gratis’ over te dragen aan iemand anders, namelijk door een overschrijving van de ene rekening op de andere (bankgift) of door het geven van hand tot hand (handgift).

Vanzelfsprekend kunnen niet alle goederen op deze manier worden geschonken. Via bankgift kunnen enkel gelden, effecten,… op rekening worden geschonken. Via handgift kunnen dan weer enkel die goederen worden geschonken die materieel kunnen worden vastgehouden en overgedragen. Bijgevolg kunnen een aantal zaken niet via bank- of handgift worden geschonken, we denken bijvoorbeeld aan de aandelen op naam (sinds de afschaffing van de toonderstukken).

We illustreren één en ander hierna met het voorbeeld van An, een gescheiden vrouw, en haar zoon David. An wil graag een som geld schenken aan David. In de eerste plaats zal An via aangetekende brief David er van op de hoogte brengen dat ze via overschrijving of overdracht van hand tot hand een som geld wil geven. In die brief deelt An aan David mee wat (een som geld), wanneer en hoe (bank- of handgift) ze een schenking wil doen, en meteen ook welke voorwaarden – zie hierna – An aan deze schenking wil verbinden. Wanneer David deze aangetekende brief heeft ontvangen, kan An op de geplande datum de overschrijving of de overdracht van hand tot hand doen. Wanneer dit allemaal gebeurd is, zullen An en David alles nogmaals bevestigen in een ‘pacte adjoint’: dit is een document dat ze beide tekenen, en waarin de hand- of bankgift wordt bevestigd, en de voorwaarden die hieraan kleven meer in detail worden toegelicht.

An wil dit geld echter niet zonder meer schenken. Zo wil ze vermijden dat het geld dat David ontvangt via zijn huwelijkscontract op één of andere manier kan toekomen aan de vrouw van David. Daarom voorziet An in een ‘privéclausule’, die dus David onder meer verbiedt het geld in te brengen in de huwgemeenschap die David en zijn echtgenote hebben.

Voorts wil An gedurende de rest van haar leven wel jaarlijks een bepaalde som ontvangen van David, een soort lijfrente. Een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik is niet mogelijk via hand- of bankgift. Wel kan An een lijfrente bedingen bij de hand- of bankgift: zo kan ze David de plicht opleggen om haar jaarlijks een bedrag uit te keren gelijk aan bijvoorbeeld 3% van de geschonken waarde.

Of An David het verbod kan opleggen om som geld die hij krijgt, te vervreemden, bijvoorbeeld om er zelf iets mee te kopen, is betwist. Als ze dit al wenst te doen, dan moet ze dit verbod beperken tot de duur van haar leven: nadien kan David met het geld doen wat hij wilt. Wil An niet alleen dat David niet vrij over het geld kan beschikken, maar wil ze zelf ook het geld kunnen beheren en beleggen, dan kan ze toch beter overwegen om notarieel te schenken met voorbehoud van vruchtgebruik, of om te werken met een burgerlijke maatschap als controlestructuur.

Wat zijn de fiscale gevolgen van een hand- of bankgift? An en David zijn niet verplicht om deze gift te melden, en om hier dus schenkingsrechten op te betalen. Het is echter wel van belang dat An gedurende drie jaren na de gift blijft leven. Overlijdt An toch binnen deze termijn van drie jaren, dan zal David successierechten moeten betalen op het geschonken geld. Vreest An dat ze de termijn van drie jaren niet zal overleven, dan kan David op eender welk moment tijdens deze drie jaren de schenking laten registreren. Hij zal dan een schenkingsrecht moeten betalen (3% in het Vlaams en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 3,3% in het Waals Gewest). Van zodra de hand- of bankgift geregistreerd werd, zullen er geen successierechten meer verschuldigd zijn op het geschonken geld, zelfs wanneer An zou overlijden binnen de termijn van drie jaren na de schenking.

Lees ook corner overdracht

Dit bericht is geplaatst in Overdracht met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *