13 en 14 februari zijn immers de twee dagen die volledig zijn gewijd aan de internationale campagne om van fossiele brandstoffen af te stappen (Global Divestment Day ).
Er gaan steeds meer stemmen op over de hele wereld om volledig van fossiele brandstoffen af te stappen. De sympathisanten willen hetzelfde resultaat verkrijgen zoals indertijd met de strijd tegen apartheid in Zuid-Afrika. Die leidde toen tot een grootschalige campagne om belangen in elk betrokken bedrijf te verkopen.
Hoewel 2014 nog maar pas werd uitgroepen tot het warmste jaar sinds het begin van de temperatuurmetingen bijna tweehonderd jaar geleden, kan men niet ontkennen dat de dreiging van klimaatverandering wel degelijk aanwezig is, en dat een radicale ommezwaai op het gebied van energiegebruik noodzakelijk is. Die zogenaamde energietransitie berust op het afbouwen van fossiele brandstoffen ten gunste van hernieuwbare en schone energiebronnen. De uitdaging om de koolstofuitstoot terug te dringen wordt steeds groter, aangezien er een toenemend risico bestaat dat de regelgeving steeds strenger wordt om elke vorm van klimaatopwarming tegen te gaan. De doelstelling om de wereldwijde klimaatopwarming te beperken tot 2 graden blijft erg ambitieus en zal zeker verdere maatregelen en beperkingen met zich meebrengen.
In deze context, en ook met olieprijzen die blijven dalen, moeten de energiebedrijven hun investeringen in dure exploitatieprojecten, gebaseerd op fossiele hulpbronnen die erg veel koolstof uitstoten, in vraag stellen. Dat geldt ook voor projecten waarvan de rendabiliteit onder druk kan komen te staan als de olieprijs onder de 90 USD per vat noteert.
De bedrijven uit de olie- en gassector staan dus voor een cruciaal moment in hun ontwikkeling. De allocatie van kapitaal wordt immers steeds complexer. Op middellange termijn wordt het een echte uitdaging om te bepalen van waar ze inkomsten gaan halen en hoe ze zich zullen ontwikkelen.
Deze twee campagnedagen willen beleggers en andere partijen mobiliseren voor een collectief engagement om de overheden ertoe aan te zetten een einde te maken aan de subsidies voor fossiele brandstoffen. Die zijn voor de sector goed voor miljarden per jaar en bepalen in belangrijke mate de prijs van koolstof.
De koolstofprijs is een belangrijke factor die het risico bepaalt waaraan bedrijven in deze sector blootgesteld zijn. We hadden dit al eens behandeld in onze vorige blog, die ging over de zogenaamde stranded assets. Dit zijn namelijk reserves die niet meer ontgonnen kunnen worden wanneer de wetgeving strikter wordt en de uitstoot van koolstof steeds meer wil inperken. Het gaat grotendeels om niet-conventionele activa, waarvan de exploratie en de productiekosten behoorlijk hoog zijn, zoals oliezanden, offshore projecten of diepwaterprojecten. Aangezien de olie- en gasbedrijven deze fossiele energiereserves niet langer kunnen exploiteren, zullen ze hun waardering fors zien dalen als gevolg van hun sterke correlatie met hun bewezen energiereserves. Ze worden dus geconfronteerd met een nieuw paradigma dat meer aandacht zou moeten hebben voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen.
In dat kader zouden ze eveneens een interessante financieringsbron kunnen aanboren via de zogenaamde “green bonds”. Die groene obligaties zijn traditionele obligaties, maar worden als groen beschouwd omdat het opgehaalde geld moet dienen om een concreet milieuproject te financieren. De markt lijdt momenteel onder het gebrek aan een uniforme definitie en normen op dit vlak. Vorig jaar was er echter behoorlijk wat belangstelling voor deze obligaties, aangezien er zowat 20 miljard USD werd opgehaald en verschillende zaken doen vermoeden dat er ook in 2015 een sterke groei zal zijn.
Immers:
- Energietransitie, energie-efficiëntie en duurzame ontwikkeling zijn immers een echte hefboom voor de markt.
- De markt wordt beter gediversifieerd, niet enkel qua emittenten (oorspronkelijk eerder supranationale instellingen, vandaag steeds meer privébedrijven), maar ook qua sectoren (voorlopig nog grotendeels gedomineerd door de nutssector, maar andere sectoren komen steeds meer opzetten). De omvang van de emissies neemt toe en benadert stilaan de standaardomvang van traditionele emissies voor institutionele beleggers;
- De toepassing van de Principes van Groene Obligaties is een stap in de goede richting en zal bijdragen tot de verdere structurering en standaardisatie van deze markt.
Ten slotte is het ook interessant om in het kader van dit nieuwe sectorparadigma eens stil te staan bij de opvang en opslag van koolstofemissies. Op die manier kan de technologie de leefbaarheid van het project bevorderen, want dat vormt vandaag nog een probleem
Gelukkige Valentijn 😉
Lees ook, corner Duurzame beleggingen