De rente bevindt zich momenteel op een historisch laag niveau. Dat is positief voor de waarde van (staats)obligaties. Obligaties zijn leningen van landen of bedrijven, waarvan het rendement bestaat uit de couponrente en de waardeontwikkeling. De verwachting is dat de rente op langere termijn weer licht gaat stijgen. Als u belegt in obligaties of dat wilt gaan doen, is het van belang dat u op de hoogte bent van de gevolgen van een mogelijke rentestijging op uw beleggingen. Een stijgende rente op de kapitaalmarkt kan namelijk negatief uitpakken voor de waarde van obligaties.
De waarde van obligaties beweegt omgekeerd aan de rente
Als de rente stijgt of daalt, verandert de waarde van uw obligaties. De waarde is veelal omgekeerd evenredig aan de rente. Dat betekent dat de waarde daalt als de rente stijgt en vice versa. De afbeelding hieronder laat het verband zien tussen rente en waarde. De verzameling kleine stenen links is de rente, de grote steen rechts de waarde: een kleine verandering aan de linkerkant (de rente), heeft een groot effect op de rechterkant (de waarde). Dat geldt ook andersom.
Een voorbeeld: U koopt in 2015 voor 1000 euro een obligatie met een looptijd van 10 jaar en een couponrente van 3 procent. De couponrente is gelijk aan de rente op de kapitaalmarkt van dat moment. Dat betekent dat u de komende 10 jaar ieder jaar een couponrente ontvangt van 3 procent van 1000 euro = 30 euro per jaar. Aan het einde van de looptijd, in 2025, ontvangt u uw investering van 1000 terug.
Als in de tussentijd de rente op de kapitaalmarkt stijgt tot 4 procent, worden er in de markt obligaties verkocht met een couponrente van 4 procent. U blijft op uw obligaties nog steeds 3 procent rente ontvangen. Als u uw obligatie dan wilt verkopen aan iemand anders, dan bieden kopers u een lagere prijs, omdat uw obligatie nu een lagere rente biedt dan de nieuwe papieren op de markt. De waarde van de obligatie daalt dus.
Andersom stijgt de waarde als de rente op de markt in de tussentijd daalt. Als de rente in 2019 2 procent bedraagt, brengt uw obligatie nog steeds een jaarlijkse rente van 3 procent op. Andere beleggers zijn dan bereid om meer geld neer te tellen voor uw obligatie, omdat die meer opbrengt dan de nieuwe obligaties die worden uitgegeven.
Wat gebeurt er met obligatiefondsen?
De gevolgen van een rentestijging zijn voor obligatiefondsen groter dan voor losse obligaties. Als u belegt in losse obligaties en u houdt de papieren tot het einde van de looptijd, krijgt u in principe uw oorspronkelijke investering terug. In een obligatiefonds combineert de fondsmanager meerdere obligaties van verscheidene uitgevers en belegt u daarin samen met honderden andere investeerders.
Als de rente stijgt, zullen sommige van uw medebeleggers hun belang in het fonds verkopen om zich te beschermen tegen verdere rentestijgingen en waardedalingen. Daardoor zal de fondsmanager gedwongen worden om obligaties tegen marktprijs te verkopen. De prijs zal op dat moment, zoals boven uitgelegd, lager liggen dan uw oorspronkelijke investering. Daardoor daalt ook de waarde van het totale fonds.
Hoe kan een obligatiebelegger zich indekken?
Men verwacht dat de rente in Europa nog langere tijd laag blijft, terwijl de rente in de Verenigde Staten in de tweede helft van het jaar mogelijk licht gaat stijgen.
Wilt u beleggen in obligaties en toch enige bescherming hebben tegen de negatieve gevolgen van een rentestijging? Dan kunt u beleggen in een flexibel obligatiefonds, waar fondsmanagers de mogelijkheid hebben om snel in te spelen op renteontwikkelingen en een breed palet aan beleggingstechnieken en –instrumenten tot hun beschikking hebben.
Actief beheerde fondsen zijn daarbij per definitie minder afhankelijk van de marktontwikkelingen dan fondsen die passief een index volgen. Fondsmanagers zijn voortdurend bezig met het monitoren van de renterisico’s en zoeken actief naar beleggingen en regio’s die de beste kansen bieden.
Lees ook corner Beheer