De indexen lijken vandaag te evolueren in een omgeving met duurzaam lage rentevoeten. “Zowel het niveau van de economische groei als dat van de inflatie duiden erop dat we toch nog enige tijd in deze situatie zullen vertoeven, ook al kunnen we een brutale kentering niet uitsluiten“, meent Etienne de Callataÿ, hoogleraar economie aan de Universiteit van Namen. Deze lage rentevoeten hebben een impact op de spaarders, de levensverzekeraars, de activaspreiding bij beleggers en de schuldenlast.
Lage rentevoeten straffen de voorzichtige spaarder. Ze zijn het gevolg van de financiële crisis in 2008 en hebben geleid tot een verarming van de defensieve spaarder. “We kunnen de vraag stellen of de Europese Centrale Bank (ECB) moet streven naar financiële stabiliteit dan wel naar inflatie. De doelstelling van de ECB moet in de eerste plaats macro-economisch zijn en gaat onvermijdelijk gepaard met lage rentevoeten, maar dat heeft uiteraard ongunstige gevolgen“, voegt Etienne de Callataÿ eraan toe.
Ook de levensverzekeringssector komt onder de aandacht door deze rentetoestand. De sector had immers rendementen beloofd uitgaande van een situatie met hogere rentevoeten. “Deze situatie is problematisch. Er is sprake van enige onbezonnenheid en een waarderingsfout in het beheer van die contracten. Vandaag betaalt de belastingplichtige voor die maatschappijen die contracten hebben gesloten zonder erbij na te denken“, betreurt de econoom. Dat is ook het geval voor sommige pensioenfondsen die veel te optimistische rendementshypothesen voorhielden.
In dergelijk klimaat van lage rentevoeten, hebben beleggers soms de neiging hun gedrag te veranderen. Met een klassiek sparen dat nauwelijks wordt vergoed, gaan sommigen minder sparen en meer uitgeven. Anderen, daarentegen, die hun pensioen zien naderen, gaan meer sparen om hun inkomstenverlies te compenseren. Terwijl sommigen uit onverschilligheid hun gedrag niet veranderen, gaan anderen zich toespitsen op risicovollere activaklassen in de hoop een hoger rendement te realiseren. Concreet merken we dat beleggers meer risico nemen door te beleggen in bedrijfsobligaties met een hoog rendement, in obligaties uit de groeilanden of met een langere looptijd, in aandelen of vastgoed. Dit heeft bijgedragen tot de stijging van de beurzen. Het is jammer dat deze stijging hoofdzakelijk het gevolg is van dalende rentevoeten, eerder dan van een verbetering van de marges bij de genoteerde ondernemingen. “Dergelijke lage rentevoeten stimuleren ook de schuldgraad, zowel bij particulieren als bij ondernemingen. Dat leidt tot een verslechtering van de balansen. Overigens, in de Verenigde Staten kopen ondernemingen massaal hun eigen aandelen in en zijn er meer fusies en overnames“, aldus Etienne de Callataÿ.
Er sluimert nog een ander gevaar: wanneer de rentevoeten op termijn opnieuw zullen stijgen, zullen houders van obligaties met lange looptijden hiervan de dupe zijn. Het gewijzigde beleggingsgedrag moet dus worden gezien in een langetermijnoptiek en moet steeds gebeuren in het kader van een diversifiëring van de portefeuille zonder het risicoprofiel van de belegger uit het oog te verliezen.