De crisis in het Westen houdt nu al vijf jaar aan. Subprimecrisis, bankencrisis, overheidsschuldencrisis, al deze crisissen hebben onze systemen onverbiddelijk doen uitmonden in een crisis die uiteindelijk heel de economie heeft dooreengeschud. Maar hebben deze woorden vandaag de dag nog zin? Gaat er niet meer achter schuil?
In het Grieks wordt « krisis » gedefinieerd als « beslissing », in het Chinees is de term synoniem voor opportuniteit. In het Nederlands wordt het woord geassocieerd met keerpunt, wending, ernstige stoornis of zoals Van Dale het definieert als « een toestand waarin de oude levensgewoonten ontoereikend blijken voor een harmonische oplossing van gerezen moeilijkheden ». Maar als die toestand zo lang standhoudt, moeten we het dan niet eerder hebben over een verandering die uitmondt in een nieuwe, blijvende toestand?
Een terminologie die niet zonder gevolgen blijft want, meer dan in een fase van voorbijgaande aard, zijn we immers getuige van gebeurtenissen die een diepgaande wijziging van onze systemen zullen vergen en zullen we waarschijnlijk beslissingen moeten nemen, niet om een voorbijgaande crisis op te lossen, maar wel om oplossingen te zoeken voor een grondige verandering van onze economische en sociale systemen. Door onvermijdelijke parameters als overheidstekorten of vergrijzing van de bevolking niet te schuwen, moeten we niet alleen nieuwe recepten ontwikkelen, maar moeten we ook ons gedrag, onze eisen, ons onderwijs aanpassen aan de nieuwe omgeving die zich aftekent.
Ondertussen is er een soort van stilstand opgetreden. « Vijf jaar na het uitbreken van de crisis, is de economische situatie in de eurozone nog steeds erg problematisch. Ook al is het paniekklimaat rond de euro op de financiële markten verdwenen, toch heeft de onzekerheid over de economische vooruitzichten in heel de zone een belangrijk verlammend effect gehad», laat Bart Van Craeynest, Chief economist bij Petercam, optekenen. Na vijf opeenvolgende kwartalen van inkrimping, heeft de Europese economie het moeilijk om uit het dal te kruipen. In dit klimaat lijkt België, met zijn kleine open economie, nog niet de omvang te hebben opgemeten van de uitdagingen die deze verandering met zich brengt. « De echte uitdaging voor de Belgische overheidsfinanciën ligt dan ook op langere termijn, namelijk op het vlak van de vergrijzing van de bevolking en de kosten die daarmee gepaard gaan. Hoewel deze uitdaging nu al zowat 20 jaar gekend is, heeft België zich hierop nog niet voorbereid », betreurt Bart Van Craeynest.
In die context spelen de ECB en de Europese Commissie een niet onbeduidende rol. « Het lijkt ons aangewezen dat de Europese Commissie haar doctrinaire herstelbeleid aanpast en een aanvaardbaar compromis uitwerkt tussen, enerzijds, de onontbeerlijke schuldvermindering, de beperking van het overheidstekort, de structurele hervormingen op de arbeidsmarkt en op het vlak van de pensioenen en, anderzijds, de inspanningen die moeten worden geleverd op het gebied van werkloosheidsbestrijding bij jongeren en innovatie. De ECB zal haar bijdrage leveren via de voortzetting van haar goedkoop monetair beleid, het doorlopend aanbieden van voldoende liquide middelen en de aanvaarding van een inflatie tussen 2% en 3%. Zo zouden de magere jaren, die gestart zijn in 2009, kunnen beperkt worden tot zeven, of maximaal tien jaar », klinkt het bij Belfius. Het gaat om een programma dat inderdaad aan de hand van thema’s zoals onderwijs, innovatie en pensioenen de bekommernissen op korte termijn moet overstijgen om zich toe te leggen op de maatschappelijke aanpassingen die een impact zullen hebben op lange termijn, dit wil zeggen op de volgende generaties. De grootste vrees vandaag is dat we geen strategische visie hebben.
In die context zijn de beurzen helemaal niet harmonieus. Guy Wagner, Chief economist bij Banque de Luxembourg, pleit ook voor een gedragswijziging bij de beleggers. « Het is dan ook des te belangrijker portefeuilles samen te stellen die onder alle omstandigheden weten te weerstaan, eerder dan kost wat kost een zo hoog mogelijk rendement na te streven ». En wat waar is voor de portefeuilles, is dat ook voor al onze toekomstige handelingen, gedragingen of beslissingen: men zal ongetwijfeld moeten toegeven en aanvaarden om minder te verdienen om beter te leven en enkele van onze verworven rechten en opvattingen moeten herzien om die verandering met succes te doorstaan.